Nieuwe app om snel op een woord te komen
Je bent halverwege je zin en ineens… kun je niet op dat ene woord komen. Dat het af en toe gebeurt is niet zo erg, maar mensen met afasie hebben hier constant mee te maken. Daarom ontwikkelde hoogleraar Kunstmatige intelligentie Peter Desain samen met app-ontwikkelaar Jop van Heesch de WoordWolk-app.
Het was eigenlijk gewoon een kwestie van goede timing als je hoort hoe de WoordWolk-app is ontstaan. ‘Ik had een animatie bedacht waarbij je makkelijk kunt wisselen tussen schermen met woorden,’ vertelt app-ontwikkelaar (en alumnus Kunstmatige intelligentie) Jop van Heesch. De animatie kwam als geroepen voor hoogleraar Peter Desain. ‘Ik werkte aan een methode om mensen met de taalstoornis afasie woorden te laten vinden, maar had nog geen manier om het intuïtief te besturen. Toen ik zag wat Jop had gemaakt, was het een kwestie van de ideeën samenvoegen.’
Desain en Van Heesch ontwikkelden samen met steun van de Hersenstichting de WoordWolk-app voor mensen met afasie. Mensen met afasie willen bijvoorbeeld ‘lepel’ zeggen, maar kunnen soms helemaal niet op het woord komen. Maar ze kunnen wel aangeven dat een woord zoals mes of vork te maken heeft met het woord dat ze zoeken. De app moet ervoor zorgen dat ze sneller op het juiste woord komen. Bij de app krijgt de gebruiker een aantal woorden te zien. Door op een woord te klikken dat al in de goede richting zit, verschijnen er woorden die gerelateerd zijn aan dat gekozen woord. Door vaak door te klikken, komt de gebruiker uiteindelijk bij het woord waar hij/zij op zat te broeden.
‘Het lijkt een beetje op het spelletje twenty questions. Je begint met hele algemene vragen als ‘is het een mens?’ en als je daar antwoord op hebt, dan ga je steeds specifiekere vragen stellen. Dat doet de app ook’, aldus Desain.
Database
Op dit moment heeft de app een database van 2500 woorden. De bedoeling is om de woordenschat langzaam uit te breiden. Daar dragen de gebruikers zelf aan bij. ‘Uiteindelijk willen we natuurlijk tien of twintigduizend woorden in de app zetten. Maar dat is een grote klus. Voor ieder nieuw woord moeten we achterhalen welke woorden mensen daarmee associëren. De associaties die de gebruikers maken, worden verstuurd naar de server. Aan de hand daarvan wordt de database langzaam uitgebreid.’
Dat is handig voor afasie-patiënten, maar ook voor de wetenschap. ‘Zodra mensen de app gebruiken, helpen ze ons weer de app te verbeteren. Dan kunnen we onderzoek gaan doen naar de effectiviteit van de app,’ legt Desain uit. ‘En zo profiteert iedereen van de app.’ / Jolene Meijerink
De app is de eerste van een serie die voortkomt uit het consortium Language in Interaction. De app is nu gratis in de Apple store te downloaden, hij komt niet uit voor Android-gebruikers.