Onderhandelaars van universiteitenvereniging VSNU en de vakbonden zijn het eens geworden over een nieuwe cao. Medewerkers krijgen sneller uitzicht op een vast contract en gaan er in salaris op vooruit.

Universiteitsmedewerkers gaan er per 1 juli aanstaande structureel 1,64 procent in salaris op vooruit, in januari komt daar nog 0,36 procent bovenop. Ook krijgen medewerkers in september een eenmalige uitkering van 650 euro.

Daarnaast gaat het minimumloon omhoog, naar 14 euro per uur. Dat is onder andere goed nieuws voor studenten die een bijbaan hebben via Campus Detachering. Ook zij vallen namelijk onder de cao Nederlandse Universiteiten.

Sneller in vaste dienst

Meest in het oog springende afspraak is misschien wel dat universiteiten toezeggen medewerkers sneller in vaste dienst te nemen. Ondersteunend en beheerspersoneel moet in principe na een jaar een vast contract krijgen. Voor universitair (hoofd)docenten en hoogleraren geldt dat ook, tenzij ze voor het eerst een contract bij de betreffende instelling krijgen. Dan is de termijn anderhalf jaar.

Deze regel geldt echter alleen voor wetenschappers die zowel onderwijs- als onderzoekstaken hebben. Medewerkers die alleen onderwijs geven krijgen in de nieuwe cao geen concreet uitzicht op een vaste baan.

Vidi

Ook wetenschappers die een Vidi-beurs binnen hebben gehaald komen in vaste dienst, hebben de onderhandelaars afgesproken. Daarmee volgt de VSNU geldverstrekker NWO, die de Vidi-subsidies verdeelt. NWO stelt sinds een aantal jaar al de eis dat Vidi-laureaten in ieder geval een tenure-track-aanstelling moeten krijgen. Een Vidi-beurs geeft jonge onderzoekers de kans om een eigen onderzoekslijn te beginnen.

De cao gaat met terugwerkende kracht in per 1 januari 2021, mits de achterbannen van de onderhandelaars ook akkoord gaan met de uitkomst. Dat zou voor komende augustus moeten gebeuren.