Nieuwe decaan Sociale Wetenschappen wil werkdruk aanpakken
Zijn expertise als hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie komt goed van pas nu hij is aangesteld als decaan van de sociale faculteit: Michiel Kompier weet alles van stress en werkdruk, zaken die de universiteit dit jaar moet aanpakken. ‘We willen met z’n allen te veel doen in te weinig tijd.’
Michiel Kompier en zijn onderzoeksgroep kunnen zich beroepen op een waslijst aan publicaties over werkdruk, toevallig het thema dat bovenaan de bestuurlijke agenda van de universiteit staat. Eind dit jaar moet elke universiteit in Nederland aangeven hoe ze de werkdruk gaat aanpakken, Kompier is in Nijmegen aanvoerder van de werkgroep die moet adviseren.
Het onderzoek van Kompier leert dat aangenaam werken rust op drie pijlers: je kennis kwijt kunnen en er waardering voor krijgen, goede samenwerking, én autonomie. Met die eerste twee zit het wel goed, met dat laatste veel minder, aldus de nieuwe decaan. ‘Mensen voelen zich met name in het geven van onderwijs te veel beknot. De verantwoordingsplicht is doorgeslagen, er zijn te veel eisen opgelegd.’ Slecht voor de autonomie, en het leidt tot werkstress.
Te veel verplichtingen
Wat volgens Kompier niet helpt, is met het vingertje wijzen naar Den Haag. Natuurlijk, extra geld en personeel helpen, maar eerst moet de hand in eigen boezem. Zijn advies: licht je eigen werkprocessen eens goed door en bekijk wat echt nodig is en wat kan worden geschrapt. ‘We hebben onszelf te veel verplichtingen opgelegd, niet alles wat we doen is per se noodzakelijk.’
Kompier noemt de toetsen, die vaak bestaan uit zowel een werkstuk, open vragen en meerkeuzevragen. ‘Twee van de drie kan ook prima. En is elke werkgroep of elk responsiecollege echt noodzakelijk? Met behoud van kwaliteit kunnen we veel dingen simpeler organiseren.’ Een ander voorbeeld is de verplichte docentevaluatie na elke cursus: dat papierwerk kan een onsje minder als een cursus al jaren staat en de docent zo’n cursus al jarenlang met succes draait.
‘We hebben onszelf te veel verplichtingen opgelegd’
Ook in zijn eigen faculteit is volgens Kompier een wereld te winnen door de vier onderwijsinstituten beter op elkaar af te stemmen. Elk heeft zijn eigen werklastmodel, elk bedenkt slimme organisatorische oplossingen waar de ander vaak geen weet van heeft. En soms buitelen de vernieuwingen te snel over elkaar heen, zegt Kompier, waarbij je je vaker mag afvragen of ze wel betaalbaar zijn. ‘Soms is het beter even op de rem te gaan staan.’
De kwestie Vonk
Kompier wordt eerste man van een faculteit die deze weken alle schijnwerpers op zich weet gericht door een vermeende faux pas van Roos Vonk. De hoogleraar psychologie waagde zich in een opinie in NRC aan een vergelijking tussen de vleesindustrie en de Holocaust, reden voor het bestuur van de universiteit haar op het matje te roepen. De decaan waagt zich niet aan een oordeel over deze kwestie. ‘Ik ben niet bij de gesprekken geweest.’
Wel vindt de decaan dat het naar buiten treden met een opinie in naam van het hoogleraarschap eenzelfde zorgvuldigheid verdient als een wetenschappelijke publicatie. Niet alleen door je te baseren op controleerbare en gedocumenteerde kennis in je vakgebied, ook door vooraf een collega bij je publicatie te betrekken. ‘Elke opiniebijdrage in een landelijke krant zou een peer review moeten krijgen van een nabije collega, dat goede beginsel in onze publicaties komt ook je publieke bijdrages ten goede.’
Joost schreef op 21 september 2017 om 09:07
“‘Een ander voorbeeld is de verplichte docentevaluatie na elke cursus: dat papierwerk kan een onsje minder als een cursus al jaren staat en de docent zo’n cursus al jarenlang met succes draait.'”
Na een paar jaar medezeggenschap wil ik me hier toch wel even fel tegen uitspreken. Juist voor docenten die een cursus al jaren draaien is het cruciaal dat ze elk jaar even een moment nemen om kritisch te kijken. Het is te makkelijk om te zeggen dat het al 10 jaar prima gaat, en er dus niets veranderd hoeft te worden; de randvoorwaarden veranderen, studenten(populaties) veranderen, en er worden fouten gemaakt waar van kan worden geleerd.
Als het schrijven van een krap A4’tje docentenevaluatie echt een significant deel van de werkdruk van een docent is, weet ik niet wat de betreffende docent de rest van ’t vak doet. Zeker als ‘een vak prima loopt’ zou er niets verrassends uit de evaluatie moeten komen, en kan de docent ’t prima met een paar zinnen af.
Pia schreef op 21 september 2017 om 14:30
Ik ben het helemaal eens met bovenstaande reactie. Zonder evaluatie geen waarborging en verbetering van de kwaliteit van onderwijs!
Bovendien: “verplichte docentevaluatie na elke cursus: dat papierwerk kan een onsje minder” –> cursussen worden standaard nog maar om de drie jaar geevalueerd, tenzij het gaat om een nieuwe cursus.
JH schreef op 26 september 2017 om 11:05
Jammer dat de nieuwe decaan precies twee zaken noemt die voor studenten (en docenten) juist zo belangrijk zijn: betrouwbare toetsing door middel van variatie in toetsvorm en cursusevaluaties. Toetsing stuurt het leren van studenten en is daarmee juist een van de belangrijkste zaken in het bereiken van kwaliteit van onderwijs.
Ligt de werkdruk geheel aan het onderwijs of zijn er nog andere zaken die docenten werkdruk opleveren, bijvoorbeeld onderzoek en de daarbij komende publicatieplicht?