Nieuwe dokter in de maak
Er komt een nieuwe dokter aan. Een die vanaf de eerste dag van de opleiding luistert naar patiënten. En, nog beter: die voortvarend aan de slag gaat met zaken die er voor de patiënt toe doen. Dat is even wennen.
Je zal maar geneeskunde gaan studeren volgend jaar. Precies op het tijdstip dat de medici het roer helemaal omgooien. Nu hopt een arts in spe nog van blok naar blok: de ene maand fysiologie, de andere maand celbiologie of biochemie. Alles volgens het schema in de studiegids. Ze krijgen zo een uitgebreide ‘natuurwetenschappelijke basis’, zoals dat heet, om helemaal aan het eind van de studie die kennis toe te passen op het object dat al die tijd voor hen verborgen is gehouden: de patiënt.
Binnenkort is dat verleden tijd. Vanaf september 2015 zullen de Nijmeegse studenten geneeskunde én biomedische wetenschappen beginnen waar ze voorheen eindigden. Uitgangspunt wordt het persoonlijke verhaal van de patiënt. Eerstejaars bezoeken patiënten straks in het ziekenhuis of thuis en vergezellen ze op de fiets naar de fysiotherapeut of de verloskundige. Zo leren ze de belevingswereld van de patiënt kennen en ontdekken ze hoe hij of zij de ziekte ervaart. “We willen onze studenten onderdompelen in de praktijksituatie”, zegt Jur Koksma, universitair docent en lid van het kernteam dat de vernieuwing aanstuurt.
Omslag
Die aandacht voor het reilen en zeilen van de patiënt komt niet uit de lucht vallen. Er is een omslag gaande, zegt Koksma. “De vorige eeuw was de eeuw van de dokter, dit wordt de eeuw van de patiënt.” Het Nijmeegse academische ziekenhuis, het Radboudumc, probeert de patiënt steeds meer als partner te zien in het behandelproces. En de ene patiënt is de andere niet, ervaren artsen ook in de praktijk, zelfs al hebben ze hetzelfde ziektebeeld. Waar de een wel baat heeft bij een operatie, ziet de ander er geen heil in. Daarbij werken sommige behandelingen bij de ene zieke prima, terwijl ze bij de andere juist helemaal niet aanslaan. Hier spelen persoonlijke omstandigheden een rol, waar je als arts alleen achterkomt door met je patiënt van gedachten te wisselen.
En dat doen die dokters momenteel dus niet. Althans niet tijdens de opleiding. “We krijgen wel een vak ‘communiceren met patiënten’”, zegt derdejaars geneeskunde Jessica Oudenampsen, bestuurslid van SOOS (Studenten Organisatie voor Onderwijs en Studie). “Maar dat is alleen theorie. We leren wel hoe het moet, maar we doen het niet.” Terwijl Oudenampsen ook wel inziet dat goed kunnen praten en vooral goed kunnen luisteren in de ziekenhuiswereld belangrijker is dan ooit. “Patiënten zoeken voordat ze naar het ziekenhuis komen heel veel zelf op internet op. Ze komen bij wijze van spreken al met een diagnose naar het ziekenhuis. Daar moet je als dokter wel mee om weten te gaan.”
Ontdekkingsreis
Of die dokter in spe met zoveel praktijk dan geen hbo’er wordt, vragen critici zich af. Welnee, reageert Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie en betrokken bij het nieuwe curriculum. “Wetenschap is natuurlijk ook gewoon wat er om ons heen gebeurt, het opdoen van problemen. Bij natuurkunde probeer je ook de puzzel achter bepaalde verschijnselen te begrijpen, zo willen we dat ook bij geneeskunde gaan doen. Waar studenten nu nog veel in boeken en op internet geconfronteerd worden met problemen van bijvoorbeeld iemand met Alzheimer, kunnen ze komend collegejaar zelf die ontdekkingsreis aangaan.”
Zelf betekent hier ook echt zelf. Want de studie verandert niet alleen van focus; studenten krijgen daarnaast ook veel meer regie over hun eigen onderwijstraject. Ze werken met leercontracten, waarin hun eigen leerbehoeftes en doelen staan, afgezet tegen wat de opleiding van hen verwacht. In jargon heet het self directed learning. Ook dat overdragen van de regie is hard nodig, want dat de opleiding nu te schools is vinden veel docenten, weet Koksma. “Studenten zijn volwassenen, waarom stoppen we ze in zo’n schools systeem?”, verwoordt hij het gevoel.
Stel, je wilt niets liever dan de mantelzorg rondom dementie verbeteren, dan kun je daar als student straks gewoon mee aan de slag. Coaches, vaak docenten, gaan je daarbij adviseren. “Misschien wil je voor je dementieproject graag een module doen over hersenen, dan kan het bijvoorbeeld zijn dat je samen met je coach tot de conclusie komt dat het handiger is om eerst een module celbiologie te gaan volgen.”
Straks dus geen schema meer in de studiegids om klakkeloos te volgen, maar een aanbod van modules om uit te kiezen. Vanuit de gedachte dat de informatie beter beklijft als je leert in een context. “Want je kunt wel alle aminozuren uit je hoofd leren, maar als er geen toepassing is, ben je ze ook weer gelijk vergeten.”
Operatiekamers
Geef studenten meer verantwoordelijkheid, daar groeien ze door, zegt Maroeska Rovers, hoogleraar Evidence-Based Surgery. “Dat zie je bij de stages. Daar leren ze écht iets van, zo ervaren ze dat zelf ook.” Rovers probeert studenten nu al zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid te geven in het onderwijs. Zo begeleidt ze als docent een project waarbij studenten patiënten volgen, vanaf de verpleegafdeling naar de operatiekamer. “Ik probeer ze door de ogen van de patiënt te laten kijken, erachter te laten komen hoe een patiënt een bezoek aan de OK beleeft.” En dat heeft al verbeterplannen opgeleverd, zoals een aanbeveling voor meer kleurgebruik op de operatiekamers, bijvoorbeeld in de vorm van gekleurd licht of platen aan de muur, om patiënten meer op hun gemak te stellen.
Rovers: “Alleen heb ik ze nu een opdracht gegeven en je zou liever zien dat studenten dat project zelf hadden verzonnen. In het nieuwe curriculum gaan we dat ook van ze vragen, dat ze zelf een project bedenken en uitvoeren.”
De hamvraag is natuurlijk: kunnen ze dat eigenlijk wel? “Onze huidige studenten niet”, zegt Rovers ronduit. En voor veel van haar collega’s is het inderdaad een bron van zorg, beaamt ze. “Het idee om studenten van meet af aan verantwoordelijkheid te geven wordt breed gedragen, maar de zorg is inderdaad: kunnen ze dat wel?”
Training
Rovers heeft er alle vertrouwen in. Ze verwacht dat de nieuwe studenten beter zijn voorbereid op die verantwoordelijkheid. Zeker als de opleidingen eerstejaars gaan selecteren die graag de uitdaging aangaan. “En we hebben in onze blauwdruk voorgesteld om eerstejaars vroeg in het curriculum een training te geven die ze voorbereidt op het denken in projecten. Daarnaast hebben we natuurlijk de coaches. Studenten moeten straks in een andere modus komen dan de studenten nu. Ik denk ook dat we ze meer kunnen motiveren door ze als toekomstige collega te benaderen. Dat betekent dat we in plaats van “Jij moet nog heel veel leren” een student aanspreken met: ‘Hallo, collega, jij wordt vanaf vandaag elke dag een stuk verantwoordelijker’.”
In de bestuurskamer van studentenorganisatie SOOS, in de medische faculteit tegenover het ziekenhuis, vertelt Jessica Oudenampsen dat ze eigenlijk wel blij is dat ze de dans ontspringt. “Ik denk niet dat ik het type student ben dat zich hierin thuis gaat voelen. Ik vind dat schoolse wel fijn, vind het helemaal niet erg om bij de hand te worden genomen. Ik ben het ook gewend natuurlijk.”
Tegelijk ziet ze wel in dat het nieuwe type arts, met al zijn initiatief en praktijkervaring, waardevol kan zijn. “Zij hebben bijvoorbeeld al een anamnese gedaan bij een patiënt voor ze aan de coschappen beginnen. Wij niet. Gelukkig studeer ik eerder af, haha. Met een beetje mazzel heb ik al een baan als zij van de universiteit komen.” / Martine Zuidweg
Dit artikel staat ook in Vox 3 (nu in de bakken). In Vox 3 meer over een eerste experiment met de nieuwe manier van werken, plus meer over de bijdrage van studenten aan de ontwikkeling van het nieuwe curriculum.
Jur Koksma schreef op 24 november 2014 om 16:40
meer informatie over het nieuwe Geneeskunde/BMW curriculum op: http://www.smarthealth.nl/trendition/2014/09/25/medische-curricula-umc-arts-opleiding/