Nieuwe minorstelsel Letteren te beperkend? Studenten vinden van wel, de faculteit zegt van niet
De faculteit Letteren heeft sinds dit jaar een nieuw minorenstelsel. Dat wordt niet door iedereen even goed ontvangen. Het stelsel is 'extreem ingewikkeld', en het zou het bovendien onmogelijk maken vakken buiten de faculteit te volgen, zeggen verschillende studenten. Klopt dat idee?
Een zelfbenoemde ‘student Duits’ reageerde vorige maand onder een Vox-artikel over een nieuwe – geheel in de Duitse taal gesproken – filosofieminor: ‘Wat een mooi initiatief! Jammer alleen dat de Faculteit der Letteren de mogelijkheid om deze minor te kunnen volgen vakkundig de nek om heeft gedraaid.’
Studenten aan de Letterenfaculteit die dit jaar hun derde studiejaar zijn ingegaan, hebben te maken met een compleet nieuw minorstelsel. De minor is maar liefst veertig studiepunten waard.
Een student kiest daarbij voor een thematische minor, een buitenlandminor of een educatieve minor. Het is die thematische minor die voor problemen lijkt te zorgen. Iemand kiest het thema Beleid, Organisatie en Communicatie, bijvoorbeeld, of Cultureel Erfgoed en Publiek. Studenten volgen vervolgens twintig punten aan verplichte vakken binnen het thema: een themacursus, een vak ‘wetenschap en de samenleving’ én een denktank. De andere twintig studiepunten zijn nog wel vrij in te vullen.
Door het nieuwe stelsel zou het een stuk moeilijker zijn om in die keuzeruimte minorvakken búiten de letterenfaculteit te kiezen, meent onze ‘student Duits’. Hij is niet alleen, en letterenstudenten lopen tegen meer problemen aan, zo blijkt. Waarom?
Thema’s
Freek Beijer (21) studeert Geschiedenis én Politicologie. Zijn minorruimte bij politicologie vult hij op met geschiedenisvakken. Dat scheelt hem, omdat hij twee studies doet, veel extra tijd. ‘Dus ik hoopte dat ik mijn minor bij geschiedenis met politicologievakken zou kunnen opvullen’, zegt Beijer. ‘Maar sinds dit jaar is de minor bij Letteren anders ingericht. En mijn studieadviseur zei me dat ik van de veertig studiepunten die de minor waard is, maar tien punten aan vakken bij politicologie mag doen.’
De oude minor aan de Letterenfaculteit bestond uit dertig studiepunten. Officieel mochten vijftien daarvan compleet vrij worden ingevuld met vakken binnen of buiten de faculteit, als de examencommissie toestemming gaf voor de gemaakte combinatie.
‘Ik vind die thema’s echt helemaal niks’
Voor de andere vijftien punten koos een student uit vakken binnen een aantal pakketten. ‘Al is de examencommissie ook weleens wat coulanter geweest wanneer het bijvoorbeeld om een premaster gaat’, zegt Christa van Mourik, beleidsmedewerker onderwijs bij de Letterenfaculteit. ‘Dan kan een student soms alle dertig punten vrij invullen.’
Examencommissie
Is het voor een student sinds dit jaar daadwerkelijk moeilijker om vakken buiten de faculteit te volgen? Nee, zeggen Van Mourik en Ward Kelder, programmadirecteur bij Letteren, eensgezind. Want de andere twintig punten mogen nog steeds zelf worden ingevuld. Studenten kunnen kiezen voor een interdisciplinair vakkenpakket. Dat bestaat uit een aantal vastgelegde interfacultaire vakken bínnen het eerder genoemde thema.
Optie twee is een disciplinair pakket, waarbij de student vakken volgt bij één andere opleiding. En dat mag óók bij een andere faculteit. Verschillende vakken uit verschillende opleidingen combineren mag volgens de minorgids niet.* Voor een buitenfacultair moet een student wel goedkeuring krijgen van de examencommissie.
Dat bezoekje aan de examencommissie is helemaal niet nieuw, zegt Van Mourik. ‘Bij de vrije minoren in het oude stelsel moest je óók langs de examencommissie. Er zijn in die zin dus helemaal niet meer drempels opgeworpen om buitenfacultaire minoren te volgen.’
‘Een aantal studenten léést gewoon niet’
Geschiedenisstudent Beijer, die niet de volle twintig studiepunten van zijn vrije ruimte met vakken buiten de faculteit mocht volgen, is dus blijkbaar verkeerd ingelicht door zijn studieadviseur. Dat heeft volgens Van Mourik wellicht te maken met de nieuwigheid van het stelsel. De gang naar de examencommissie nodigt sowieso niet bepaald uit, vindt geschiedenisstudent Beijer. Het schrikt zelfs af. Dat vindt ook Camiel Hendriks (22), die zowel Communicatie- en Informatiewetenschappen als Filosofie studeert. ‘Op deze manier zijn er waarschijnlijk een hoop mensen die denken: “laat maar zitten”’, zegt hij. ‘En je moet er maar vanuit gaan dat het allemaal lukt. Dadelijk wijzen ze je nog af.’
Ingewikkeld
Het idee dat het nu lastiger zou zijn buitenfacultaire minoren te kiezen, komt misschien ook omdat het stelsel nieuw is, denkt Van Mourik. ‘Studenten zijn van tevoren via mails en een minormarkt ingelicht over de nieuwe situatie’, zegt ze. ‘Maar zij zullen zelf hun weg moeten vinden.’ Dat vindt Kelder ook: ‘Een aantal studenten léést gewoon niet. En dan doen ze vervolgens gewoon maar wat.’
Lezen of niet, student Hendriks vindt het minorensysteem ‘extreem ingewikkeld’. Hij kreeg wel vrijstelling voor de helft van de minor, omdat ook hij twee bachelors doet. Maar dat dit een optie was, ontdekte hij naar eigen zeggen vrij laat, juist vanwege de complexiteit.
‘De faculteit zit financieel niet in de beste situatie’
‘En die andere twintig punten moet ik nog steeds invullen met die denktank, en themacursus en loopbaanorienatie.’ De thema’s vindt hij ‘helemaal niks’. ‘Ik denk dat het nut van een minor ook is om eens wat anders te proberen. Maar al die thema’s vallen binnen een bubbel van Letteren, cultuurwetenschappen, geschiedenis. Ze zijn heel safe, je komt nooit buiten je eigen comfortzone. Met meer vrijheid had ik sowieso vakken bij psychologie, sociale wetenschappen of communicatiewetenschappen gevolgd. Het probleem is dat de faculteit echt alles wil inkaderen.’
Daar komt nog eens bij, zegt Beijer, dat die themavakken door letterendocenten worden gegeven. ‘Mijn themavak Beleid, Communicatie en Organisatie werd gegeven door een geschiedenisdocent die niet bijzonder veel wist van management. En je merkte dat het niet lekker liep.’
Binding met de arbeidsmarkt
De reden om het nieuwe minorenstelsel zo vorm te geven? Studenten vroegen hier al behoorlijk lang zelf om, zeggen Kelder en Van Mourik. ‘Pak de Nationale Studentenenquête er eens bij’, zegt Kelder. De Letterenfaculteit scoorde al jaren slecht als het ging om de vraag hoe goed studenten werden voorbereid op de arbeidsmarkt.
‘Ze maakten soms zelfs een vergelijking met het hbo’, zegt Kelder. ‘En daar worden onze opleidingen op “afgestraft”’, vult Van Mourik aan. Ook in enquêtes onder alumni komt het punt dat letterenstudies meer voorbereiding op en binding met de arbeidsmarkt mogen hebben, vaak terug.
‘We zeggen niet: “ga vooral lekker bij de buren winkelen”‘
Dat probleem probeert de faculteit met de thematische minoren te ondervangen. Deze zijn namelijk gebaseerd op thema’s van de Nationale Wetenschapsagenda, en dus maatschappelijk relevant, beargumenteert Kelder. In de verplichte ‘denktank’ doen studenten een casus bij een bedrijf of organisatie die te maken heeft met hun thema, en bij het vak wetenschap en de samenleving – dat overigens al deels bestond voor de nieuwe minor – kijken zij naar de maatschappelijke relevantie van hun opleiding.
Daarnaast, zegt Kelder, zit de Letterenfaculteit ‘financieel niet in de beste situatie’. Studenten die buiten de deur winkelen, kosten de faculteit geld. Vandaar dat de eigen pakketten beter zijn geprofileerd en de ‘eigen’ letterendocenten de themavakken doceren.
De themapakketten zijn op die manier een financieel voordeel voor de faculteit. ‘Ze zetten onze eigen opleidingen beter in de etalage’, aldus Kelder. ‘Vakken bij Spaans en Griekse en Latijnse Taal en Cultuur werden voorheen zo’n tien tot twintig studenten bijgezeten, vertelt hij. ‘Die worden nu door wel zestig tot tachtig studenten bezocht.’
59 euro per studiepunt
Dat is het bedrag dat de faculteit waar een student is ingeschreven, betaalt aan de faculteit waar hij/zij een vak volgt. Dat geldt voor alle faculteiten. Daarom kosten studenten die vakken buiten hun faculteit volgen, de faculteit geld.
Stel: een student die Geschiedenis studeert, volgt het vak Inleiding Politicologie (ter waarde van 6 studiepunten). De Letterenfaculteit betaalt dan 6 x 59 euro = 354 euro aan de Faculteit der Managementwetenschappen.
Evaluatie
‘We staat nog open voor opmerkingen over wat in de voorlichting over het stelsel explicieter benoemd kan worden’, zegt beleidsmedewerker Van Mourik. Omdat het vaste gedeelte van de minor niet onder een bepaalde opleiding valt, is er een ‘kwaliteitszorgoverleg minoren’ opgericht, dat in feite het werk doet van een opleidingscommissie en de minorcursussen evalueert.
Vakken volgen buiten de letterenfaculteit mag dan niet moeilijker zijn dan voorheen, maar het wordt – net als voorheen – niet actief aangemoedigd, aldus Van Mourik. ‘We zeggen niet: “ga vooral lekker bij de buren winkelen”. We bieden standaard pakketten aan, en als je iets anders wil moet je langs de examencommissie. Misschien kan de communicatie daarover beter en uitvoeriger. Maar studenten die het écht willen, die komen er wel.’
*Naar aanleiding van dit stuk heeft beleidsmedewerker Van Mourik die regel genuanceerd in de minorgids. ‘Wil een student vakken van twee opleidingen volgen met disciplinaire samenhang, Kunstgeschiedenis en ACW bijvoorbeeld, zijn er namelijk wel dingen mogelijk’, zegt ze.
Wim schreef op 1 februari 2021 om 12:52
Het probleem is vooral dat de communicatie zeer slecht is verlopen, studieadviseurs zijn niet op de hoogte van de gang van zaken en de minorgids is op veel gebieden ook onduidelijk of op twee manieren op te vatten. Veel zaken zijn pas laat gecommuniceerd naar studenten, en leveren dan problemen op omdat een reactie van de examencommissie dan ook nog 6 weken op zich laat wachten.
Iris schreef op 1 februari 2021 om 14:20
Dat de problemen met de minor worden weggezet als een kwestie van ‘niet lezen’ vind ik opmerkelijk, het feit dat ongeïnformeerde studieadviseurs worden gezien als een schoonheidsfoutje ronduit problematisch. Ook voor studenten die alle voorlichtingen hebben bijgewoond bleef een groot deel onduidelijk, en het is vreemd dat de studieadviseur (hét aanspreekpunt voor vragen over de planning van je studieprogramma) in veel gevallen daarbij geen of ontoereikend advies kon bieden. Waar moeten studenten anders naartoe voor vragen? Jammer om te lezen dat de faculteit dit enkel lijkt te wijten aan een veronderstelde ongeïnteresseerdheid van de student, in plaats van ook de hand in eigen boezem te steken.
Student Geschiedenis schreef op 1 februari 2021 om 15:10
Het nieuwe systeem laat mijns inziens legt de (belabberde) kwaliteit van de studieadviseur volgens mij goed bloot. Een studieadviseur is er om te helpen bij je studieplanning, dat vraagt van de studieadviseur dat zij de regels kent en weet wat de geitenpaadjes zijn binnen die regels. Een goede studieadviseur zou in het belang van de student altijd wel een geitepaadje kunnen bedenken, een minder goede studieadviseur verkoopt ‘nee’ en laat de student het zelf uitzoeken. Dat de studieadviseur van Geschiedenis dat niet kan is voor mij niets nieuws. Studenten kunnen zich beter wenden tot een medestudent die wél weet wat kan binnen de regels.
Wat betreft dat studenten hier ‘zelf’ om hebben gevraagd, daar is wel het één en ander op af te dingen. Ja uit de NSE blijkt wellicht dat er weinig met loopbaanoriëntatie en stages wordt gedaan, maar dat komt door de vraagstelling. Dit jaar heeft de NSE het ook over ‘lessen’ en ‘leraren’. De NSE is totaal ongeschikt, het heeft haar focus volledig op het HBO en stelt vragen die niet gustig zijn voor een academische studie, zeker academische studies zoals die worden gegeven op de Faculteit der Letteren. Natuurlijk is er op een academische studie minder aandacht voor praktijk en stage, het is een studie, geen beroepsopleiding. Een studie moet prikkelen om dieper in te gaan op een onderwerp, niet omdat het per se nuttig is voor de latere loopbaan, maar omdat het de student interesseert. Daarom is vrije keuze natuurlijk ook zo belangrijk binnen het programma van een academische studie.
Kortom zelf denk ik dat de studieadviseur beter moet ondersteunen bij het uitleggen en omgaan van de regels, er is veel mogelijk, je moet het alleen even snappen. Daarbij ben ik verder van mening dat de universiteit moet stoppen met de NSE, daar het HBO-gehalte in de vraagstelling veel te hoog is en bijzonder ongeschikt is voor een academisch georiënteerde instelling zoals de universiteit. Studenten vul die NSE ook vooral niet in want dat stort de universiteit alleen maar verder in de teloorgang tot het een HBO+ wordt.
Jan Hein Furnée schreef op 1 februari 2021 om 20:27
Beste ‘student geschiedenis’,
Je persoonlijke aanval op onze studieadviseur treft me onaangenaam en diep. Mag ik je eraan herinneren dat Vox-web een openbaar forum is, geen hoekje in de kroeg om met vrienden in besloten kring stoom af te blazen? Het siert je dat je de unieke waarde en kwaliteit van universitair onderwijs verdedigt. Maar daar hoort ook een verantwoordelijkheid bij: je open en oprecht kunnen verplaatsen in anderen, het juiste en meest constructieve medium weten te kiezen om uitdrukking te geven aan je kritiek. En: als je het dan toch zo graag persoonlijk wil maken, durf dan te staan voor je mening en onderteken niet zo stuitend laf anoniem.
Met vriendelijke groet
Jan Hein Furnée (opleiding Geschiedenis)
Student Toekomst schreef op 3 februari 2021 om 23:20
Ben het volledig met de heer Furnée eens
Herman van de Berg schreef op 2 februari 2021 om 10:53
Ik blijf het belachelijk vinden dat er niet gedacht wordt vanuit het belang van student en wetenschap maar vooral gekeken wordt naar de boekhouding van de faculteit. Ik snap dat de faculteit der letteren ervoor moet zorgen dat er niet al te veel geld wegvloeit, maar hier zou het CvB dan met een oplossing moeten komen. Het is immers een broekzak-vestzak constructie: de universiteit als geheel gaat er niet op achteruit als studenten bij een andere faculteit onderwijs volgen en voor de ontwikkeling van de student en de wetenschap als geheel is het alleen maar bevorderlijk als interdisciplinariteit gestimuleerd wordt.
Letterenstudent schreef op 2 februari 2021 om 12:09
“Dat vindt Kelder ook: ‘Een aantal studenten léést gewoon niet. En dan doen ze vervolgens gewoon maar wat.’” Een vrij opmerkelijke uitspraak van de heer Kelder. Er zitten, zo blijkt uit de opmerkingen van studenten, gewoon enkele hagen en ogen aan het systeem. Het lijkt mij namelijk niet dat je alle problemen van studenten maar weg kunt wuiven onder de noemer “men kan niet lezen”. Zeggen dat studenten het gewoonweg niet begrijpen lijkt mij niet de manier om dichter bij elkaar te komen op dit gebied. Het toont evenmin inlevingsvermogen in de student. Is er al eens met de FSR hierover gepraat? Kan er niet gezocht worden naar wat oplossingen die bijdragen aan het begrip bij studenten?
Verder vind ik de opmerking van de heer van den Berg hierboven een interessante: het zou inderdaad voor het financiële plaatje niet moeten uitmaken waar een Letterenstudent zijn/haar vakken volgt. Het geld gaat (zo lijkt mij) immers alleen maar rond binnen de universiteit. Bovendien vind ik het raar dat de heer Kelder zegt dat de FdL ‘financieel niet in de beste situatie’ zit, dan vraag ik mij af wat er dan aan de hand is. Waarom wordt er vanuit centraal niet veel meer financiële steun aan de FdL gegeven als zij in een niet zo goede situatie zitten? Als ik dan zie dat er bijvoorbeeld wel een duur gebouw voor Sociaal wordt gebouwd en er tevens bakken met geld naar FNWI gaan, vind ik het uiterst opmerkelijk dat er geen geld is voor de Letteren (natuurlijk leveren de anderen meer op, maar dat zou m.i. nooit een reden moeten zijn om een faculteit noodlijdend te laten zijn). Financiële ondersteuning vanuit centraal zou hierbij toch een veel betere oplossing zijn dan het opstellen van een systeem dat (mogelijk) niet in het belang van de student is?
Student TW schreef op 2 februari 2021 om 13:17
De problemen zitten hem deels in het stelsel, maar 99% is de communicatie. De communicatie is gewoon bagger. Het is een jaar lang onduidelijk geweest of je nou wel of niet het disciplinaire pakket van je eigen major mocht volgen. Verschillende pagina’s op de informatiewebsites spraken zichzelf tegen. Geloof me, ik heb de teksten gelezen, wat Ward Kelder ook zegt. Er zijn vast studenten die maar wat doen (kom op zeg, die zijn er altijd!), maar de studenten die actief op zoek gaan naar opties buiten de gebaande paden lezen de informatie. In groepsapps zijn screenshots langsgekomen met gemarkeerde tekst die andere tekst weer tegensprak. Wat hier ook echt niet bij helpt is dat de studieadviseur niet op tijd en onvoldoende werd geïnformeerd, terwijl er zelfs een tijd lang zorgen zijn geweest over of het kiezen van bepaalde tweedejaars keuzevakken je zouden uitsluiten van een minor waarbinnen dat vak in het interdisciplinaire pakket zit. Ik deel de mening van de student geschiedenis dat de kwaliteit van het studieadvies nog flink kan verbeteren. Toch kan ik het in ieder geval onze studieadviseur (en vast geldt hetzelfde voor die van geschiedenis) niet kwalijk nemen dat de geitenpaadjes niet aangedragen worden, want om de mogelijkheden binnen de richtlijnen te kunnen vinden moeten de richtlijnen a) bekend en b) niet-ambigu zijn. Zo lang het nog niet eens duidelijk is wat de ‘gebaande paden’ moeten worden, lijken de geitenpaadjes me moeilijk te vinden. En al helemaal niet te bevestigen, want als je als student een paadje gevonden denkt te hebben, en de studieadviseur geeft aan dat je gelijk hebt, maar 2 weken later veranderen de richtlijnen weer en blijkt het niet te kunnen heeft de studieadviseur een groot probleem. Kwaliteit van het advies ondermaats, misschien, maar dat probleem ligt een niveau hoger dan de studieadviseur.
En dan nog even, de gang naar de examencommissie is me bekend, maar logistiek is dit soms niet eens mogelijk. We snappen allemaal dat vanwege de coronacrisis de roosters later online kwamen, maar er zaten geen 6 weken tussen de publicatie van de roosters en de start van het studiejaar. En zoals zo mooi op de website staat, het kiezen van een vakkenpakket is alleen mogelijk als er geen rooster-overlap is. Deze onzekerheid is juist voor studenten die alles op alles willen zetten om dit jaar hun bachelor te halen een drempel om voor de vakken te kiezen die ze echt willen. Óf, ze volgen de vakken die ze echt willen extracurriculair. Ook een optie, maar het lijkt me toch niet wenselijk dat studenten zoeken naar ‘makkelijke’ vakken in hun minorkeuzeruimte om ruimte te maken voor de vakken die ze er eigenlijk in hadden willen stoppen.
En kunnen we het dan nog heel even hebben over de belabberde kwaliteit van de themacursussen, reflectiecursussen, en de start van de denktank? Voor de thema- en reflectiecursussen ontbrak de structuur, samenhang en balans, en waren de opdrachten niet afgestemd op de studielast van maar 5 EC. Zelfs de docenten snapten de studiehandleiding niet bij de eerste bijeenkomst. Bij de start van de denktank is voor meerdere studenten de brightspace-survey naar de voorkeuren niet doorgekomen, waardoor ze nu bij hun tweede keus zitten ‘want ze hadden hun voorkeur maar moeten doorgeven’. Leuk, voor een vak waar 280 uur voor staat.
Dit project is veel te overhaast, veel te snel ingevoerd. En dat terwijl er goede, unieke, oude minoren voor in de prullenbak zijn gegooid. Ik kan me voorstellen dat dit stelsel, als het goed uitgewerkt zou zijn, een kwaliteitsverhoging zou kunnen zijn. Maar op de manier waarop het nu vorm heeft gekregen, is het een duidelijke verlaging van de kwaliteit.
Alumnus schreef op 2 februari 2021 om 22:05
Het wordt eens tijd dat die bureaucratieberg met op elke hoogtemeter een andere financiële constructie wordt gesaneerd, het is te gek voor woorden dat het de ene faculteit binnen dezelfde universiteit geld kost als een student bij een andere faculteit een minor wil volgen. Departementen binnen letteren worden om de zoveel jaar overhoop gegooid om maar rond te komen en het lijkt alsof er geen enkele euro van buiten de FDL naar binnen stroomt. Zo langzamerhand wordt de begroting van een studievereniging als CognAC of JFV groter dan die van een volledige studie zoals klassieke talen. Het nieuwe minorenstelsel komt over als een soort wurggreep om de studenten binnen de faculteit te houden. Zo schijnt dat bij duitse taal en cultuur (zoals ik het heb begrepen ook bij andere studies) in het eerste semester één vak van de eigen opleiding gevolgd dient worden, waardoor het voor de student al direct onmogelijk wordt gemaakt om de horizon te verbreden op een andere faculteit of universiteit zonder extra studielast en/of problematiek met overlap. Normaal gesproken werken minoren namelijk gewoon met 15 à 30 punten.
Student nieuwe stelsel schreef op 6 februari 2021 om 13:10
Het is helemaal niet meer mogelijk om een externe minor te volgen. Profileringsminor is namelijk verplicht. 2×5 studiepunten in het eerste semester, 1×10 in het tweede semester (denktank), en 20 punten aan keuzevakken. Naast 2×5 aan majoronderwijs in het eerste semester en 1×10 aan scriptie in het tweede. De keuzeruimte is dus netjes ingeroosterd over het jaar, terwijl zelfs de voorgestelde vakkenpakketten ongelijkmatig geroosterd zijn in de b2 waar ze vandaan komen… Je zou dus technisch een 15 ec minor in je keuzeruimte kunnen opnemen, als je zin hebt in een blok van 25 studiepunten.
Gerard Hofdorpe schreef op 3 februari 2021 om 23:08
Ik denk dat het belangrijk is om dit dilemma vanuit verschillende dimensies te bekijken
Letterenstudent schreef op 7 februari 2021 om 09:59
Interessante reactie Gerard, verlicht ons….?