Wat hebben Communicatiewetenschap en Kunstmatige intelligentie gemeen? Heel veel, zegt Tibor Bosse (39), per 1 februari hoogleraar bij Communicatiewetenschap. Bosse gaat kijken hoe smartphones, games en andere nieuwe media het gedrag van mensen beïnvloeden. En passant leren studenten communicatiewetenschap straks ook hoe je programmeert.

De Nijmeegse communicatiewetenschap heeft met de komst van Tibor Bosse als hoogleraar Communication Science and Artificial Intelligence een nieuwe koers uitgezet. Zijn voorganger was specialist op het gebied van nieuws en journalistiek. Journalistiek blijft als specialisatie bestaan, maar met Bosse, opgeleid als informaticus, doet de kunstmatige intelligentie een flinke duit in de communicatiezak. ‘Bosse kan een brug slaan tussen ons vak en kunstmatige intelligentie’, zegt Moniek Buijzen, afdelingshoofd en ook hoogleraar bij communicatiewetenschap.

Apps

De communicatiewetenschap bestudeert de wisselwerking tussen media en menselijk gedrag en nieuwe, digitale media met games en virtual reality nemen – met hun geavanceerde techniek – daarbij een steeds grotere plek in. Maar de meeste Nederlandse communicatiewetenschappers hebben geen kaas gegeten van de techniek die erachter zit. ‘Terwijl’, zegt Buijzen, ‘onze studenten na hun afstuderen wel worden betrokken bij de ontwikkeling van apps, van websites en games. Het zou dus goed zijn als ze al tijdens de studie kennismaken met de techniek waar nieuwe media gebruik van maken.’

‘Na afstuderen worden studenten betrokken bij de ontwikkeling van apps, websites en games’

Er is nu nog geen leerstoel in Nederland die beide vakgebieden combineert. Maar op conferenties over communicatiewetenschap is de combinatie een doodnormale zaak, weet Bosse. ‘Daar heeft de interactie met techniek een vaste plek in de communicatiewetenschap.’

De Nijmeegse opleiding wil voor studenten ook een specialisatie maken over het gebruik van computertechnieken in games, apps en robots. Precies waar Bosse al jaren mee bezig is. ‘Alleen zat ik tot nu toe meer op de techniek an sich en niet zozeer op wat die techniek doet bij mensen.’

Virtuele personages

In Nijmegen kijkt Bosse straks juist wel hoe je met nieuwe media mensen kunt beïnvloeden. En hoe je de techniek dan zo inzet dat het gedrag ook daadwerkelijk verandert. Als onderzoeker aan de Vrije Universiteit heeft hij daar al ervaring mee opgedaan. Onlangs werkte hij mee aan een project om nieuwe media in te zetten bij een sociale vaardigheidstraining van werknemers in het openbaar vervoer.

‘Om medewerkers van bus en tram voor te bereiden op agressieve klanten krijgen ze een speciale cursus. Tot voor kort met rollenspellen en acteurs. Maar dat is tijdrovend en kostbaar. Wij hebben een computerspel ontwikkeld waarbij de acteurs zijn vervangen door virtuele personages.’ Die virtuele personages moeten dan wel levensecht zijn om de training effectief te maken. ‘Dat is nog niet zo gemakkelijk. Je moet natuurlijk zorgen dat zo’n gesprek tussen medewerker en virtueel personage vloeiend verloopt.’

Bosse gaat in Nijmegen ook samenwerken met de opleiding Kunstmatige Intelligentie. ‘Ik sta al ingeroosterd om er een vak te geven.’