Nieuwe voorzitter CAOS: ‘Er is veel goede wil om met het verleden in het reine te komen’
Een verwaarloosde organisatie waarin het leiderschap tekortschoot. Zo omschreef Berenschot de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies vorig jaar na onderzoek, waarop het faculteitsbestuur excuses aanbood aan de afdeling. Onder het voorzitterschap van Sara Kinsbergen pakken de medewerkers de draad weer op.
Op het eerste gezicht was Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies (CAOS) de afgelopen vijftien jaar een afdeling als alle andere. ‘Het onderwijs liep goed, we hadden mooie onderzoeksprogramma’s’, vertelt Sara Kinsbergen, hoogleraar op het gebied van de rol van burgers in duurzame ontwikkeling en sinds vorig jaar voorzitter van de afdeling.
Toch ging er, onder de radar, lange tijd van alles mis in en rond de afdeling die uit een kleine dertig medewerkers bestaat. Dat was zowel binnen als buiten de afdeling bekend. ‘Het was hier geen kommer en kwel, maar mensen vroegen zich wel af wat er hier aan de hand was’, erkent Kinsbergen.
Al voor 2017 maakten medewerkers bij het faculteitsbestuur melding over gebrekkig leiderschap en verstoorde verhoudingen tussen collega’s. Die brachten geen soelaas, want er werd niet op ingegrepen. Pas in 2022, kort na de start van Evelyn Kroesbergen als decaan, besloot het faculteitsbestuur uit te laten zoeken wat er precies aan de hand was.
Dat kwam allemaal aan het licht toen De Gelderlander in september vorig jaar de hand wist te leggen op het rapport van onderzoeksbureau Berenschot. In een artikel werd de Radboud Universiteit een “giftige, onveilige werkplek voor veel vrouwen” genoemd. De krant gaf daarvan meerdere voorbeelden, waaronder de situatie bij CAOS.
Geen transparantie
‘Voor alle duidelijkheid’, zegt Kinsbergen, die een half jaar na de publicatie in de krant meer openheid wil geven. ‘Het ging bij ons niet om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook draaide het onderzoek niet om het gedrag van één medewerker.’
Waar het dan wel om ging? ‘Leiderschap en omgangsvormen. Hoe spreek je iemand aan op gedrag, op een manier waarbij die persoon zich comfortabel voelt?’ Daarnaast waren de besluitvormingsprocessen niet transparant, bijvoorbeeld over wie er een promotie kreeg. ‘Het gevolg was dat mensen daar in de gang met elkaar over praatten, in een omgeving waar niet iedereen zich evengoed gezien voelde.’
‘In 2008 begon ik met mijn promotietraject, maar mijn eerste functioneringsgesprek had ik pas in 2016’
De uit Vlaanderen afkomstige Kinsbergen kent de afdeling CAOS als geen ander. Ze begon er als student en beklom daarna de academische ladder. Sinds vorig jaar is ze hoogleraar. Zelf voelde ze zich nooit slachtoffer van een sociaal onveilig klimaat, zegt ze. Wel zag ze dingen mislopen. ‘In 2008 begon ik bijvoorbeeld met mijn promotietraject, maar mijn eerste functioneringsgesprek had ik pas in 2016.’
‘Maar als je net als ik vanaf jonge leeftijd ergens werkt, dan weet je ook niet beter’, vervolgt Kinsbergen. ‘Dan krijg je aangeleerd dat dit is hoe de dingen gaan en hoe je met elkaar omgaat.’ Kinsbergen werkte overigens ook lange tijd bij het Radboud Centrum voor Sociale Wetenschappen. ‘Daar zag ik hoe het er buiten de muren van CAOS aan toeging en dat het ook anders kon.’
Verandermanager
De situatie bij CAOS hield lang aan, ook na de meldingen in 2017. Kinsbergen: ‘Het faculteitsbestuur greep niet adequaat in.’ Tot 2022, toen de kort daarvoor aangestelde decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen Evelyn Kroesbergen adviesbureau Berenschot de opdracht gaf om uit te zoeken wat er aan de hand was bij CAOS. De onderzoekers spraken met bijna alle medewerkers van de afdeling. Het faculteitsbestuur wilde onder andere weten hoe het kwam dat de samenwerking binnen de afdeling zo stroef liep.
In de zomer van vorig jaar presenteerde het bestuur de resultaten. Doordat de meldingen vanuit de groep niet adequaat werden opgepakt door het faculteitsbestuur, typeerde Berenschot CAOS als “een verwaarloosde organisatie”. Het huidige bestuur maakte daarvoor excuses. ‘Dat was veelzeggend’, zegt Kinsbergen. ‘En het was fijn om erkenning te krijgen voor wat er hier is gebeurd.’
Een van de maatregelen was dat er een ‘verandertraject’ werd gestart onder begeleiding van een externe ‘verandermanager’. ‘Er is veel goede wil om met het verleden in het reine te komen, en om te bouwen aan de toekomst’, zegt Kinsbergen. Volgens de hoogleraar zijn er snel veranderingen in gang gezet, bijvoorbeeld om te werken aan transparante besluitvormingsprocessen. Opleidingsdirecteur Edwin de Jong en voorzitter Kinsbergen werden aangesteld om de afdeling te gaan leiden.
Volgens Kinsbergen kreeg het broze vertrouwen binnen de afdeling een knauw toen bleek dat het vertrouwelijke Berenschot-rapport naar De Gelderlander was gelekt. Pijnlijk, vindt ook Kinsbergen, maar ze zegt daar overheen te zijn gestapt. ‘Ik respecteer dat iemand de behoefte voelde om het rapport naar de krant te sturen.’
Voor de afdeling als geheel was dat wel een startpunt van een ‘ongelooflijk complexe periode’. ‘We hebben veel aan damage control moeten doen, veel gesprekken moeten voeren. Ik heb daarin gezegd dat ik hoopte dat we ondanks alles toch in verbinding en in gesprek konden blijven met elkaar.’
Ander soort leider
Volgens Kinsbergen is het verleden van CAOS exemplarisch voor hoe mensen binnen de academische wereld op leiderschapsposities terechtkomen en voor hoe mensen met elkaar omgaan binnen de universiteit. ‘Je kunt een briljante onderzoeker zijn, maar dat maakt je nog niet de beste leidinggevende. Een universiteit is een omgeving met sterke hiërarchische verschillen en afhankelijkheidsposities, waar het moeilijk is om promoties te krijgen.’
Als op meerdere plekken het leiderschap tekortschiet, er sprake is van sterke afhankelijkheid en veel leiders op elkaar lijken, dan creëer je volgens Kinsbergen een omgeving waarin sociale veiligheid in het gedrang kan komen. En waar het moeilijk is om elkaar daarop aan te spreken.
‘Dit is de start van een cultuurverandering waarin iedereen weer prettig kan samenwerken en leren’
Zelf hoopt de afdelingsvoorzitter een ander soort leider te zijn. ‘Ik wil niet de indruk wekken dat ik het allemaal beter weet, maar ik ben in ieder geval niet alleen om mijn wetenschappelijke merites aan het hoofd van deze afdeling komen te staan. Het faculteitsbestuur heeft mij voor deze rol gevraagd omdat ik een verbinder kan zijn.’
Samen met collega De Jong wil Kinsbergen ervoor zorgen dat medewerkers intrinsiek gemotiveerd blijven om naar de universiteit te komen. ‘Iemand die goed is in het geven van onderwijs, mag daar meer tijd aan besteden. Wie goed is in valorisatie, kan daar extra op inzetten. Daarnaast willen we zo transparant mogelijk zijn over de veranderingen die we in gang zetten.’
Aankomende zomer moet het officiële verandertraject binnen CAOS worden afgesloten. ‘Dan hebben we onder andere vastgesteld hoe we met elkaar willen omgaan’, zegt Kinsbergen. Daarnaast moet er duidelijk zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. ‘Wie neemt beslissingen, en wie wordt daarbij betrokken? Dit is de start van een cultuurverandering waarin iedereen weer prettig kan samenwerken en leren.’