Nieuwe voorzitter raad van toezicht: ‘We blijven op de achtergrond, maar vervullen een belangrijke taak’
Het werk van de raad van toezicht van de Radboud Universiteit mag gerust wat zichtbaarder worden, vindt de nieuwe voorzitter Mario van Vliet. Zorgen om de vele personele wisselingen binnen het toezichtsorgaan heeft hij niet. ‘De selectie van nieuwe leden is nu eenmaal gebonden aan procedures.’
Sinds begin mei is Mario van Vliet de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht van de Radboud Universiteit. De voormalige partner en bestuurslid van Deloitte (zie kader) ziet het als zijn belangrijkste taak de universiteit te ondersteunen in haar maatschappelijke functie, zegt hij in een videogesprek.
Van Vliet zat al in de raad van toezicht toen Merel van Vroonhoven bekendmaakte wegens persoonlijke redenen te stoppen, na twee van de beoogde vier jaar van haar voorzitterschap. Ook daarvoor kende de raad veel wisselingen. ‘We zijn een jonge raad van toezicht’, zegt Van Vliet daarover. In 2021 kregen universiteit en umc ieder een eigen toezichtsorgaan.
De nieuwe voorzitter wil graag inzichtelijk maken wat een raad van toezicht doet. ‘Veel medewerkers weten dat niet’, zegt hij. ‘Dat is op zich niet erg: een raad van toezicht moet een beetje onzichtbaar zijn.’ Maar, zo stelt hij, het is goed om mensen gerust te stellen dat er een orgaan is dat waakt over de universiteit. ‘We blijven op de achtergrond, maar vervullen wel een belangrijke taak.’
Wat is dan die taak?
‘Wij hebben drie hoofdtaken: toezicht houden op de universiteit, werkgever zijn van het college van bestuur en het college bijstaan met advies. Volgens mij moet een toezichthouder als een critical friend optreden: kritisch waar het moet, maar tegelijk ook bijstaan met raad en daad.’
Jullie hebben dus korte lijntjes met het college van bestuur?
‘Tussen de voorzitters van de raad van toezicht en het college van bestuur is een heel korte lijn. Andere leden interageren met elkaar via commissies en de gezamenlijke vergaderingen.’
Wie is Mario van Vliet?
Enkele weken geleden ging Mario van Vliet met pensioen bij Deloitte, waar hij werkte als partner en lid van de raad van bestuur. Hij was verantwoordelijk voor global consulting. Van Vliet is ook voorzitter van de raad van toezicht van JINC, een organisatie die zich inzet voor kansengelijkheid bij kinderen. Daarnaast is hij hoogleraar Information & Technology aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Tussen 2003 en 2011 was hij hoogleraar aan de Radboud Universiteit.
Is dat anders dan vroeger, toen er nog een stichtingsbestuur was?
‘Ik was niet betrokken bij de oude situatie. Ik durf wel te beweren dat wij zeer betrokken zijn. Let wel: er is een dunne lijn tussen onze verantwoordelijkheden en die van het college. We moeten ervoor zorgen dat we binnen onze bevoegdheden opereren en niet op de stoel van de bestuurder gaan zitten.’
Hoe staat de Radboud Universiteit ervoor?
‘Heel goed. Op het gebied van onderzoek presteren we beter dan gemiddeld voor een universiteit van onze omvang. Ook op kwaliteit van onderwijs scoren we goed. Een van onze taken is om te toetsen of het college conform de strategie A significant impact handelt. Ook daar vind ik dat de universiteit mooie stappen zet.’
Er wordt wel eens gezegd dat Nijmegen zich niet genoeg profileert, omdat we niet in de Randstad liggen.
‘We halen over de jaren heen verhoudingsgewijs meer Veni-, Vici- en Vidi-beurzen binnen dan andere universiteiten. We presenteren ons goed aan de buitenwereld, zonder onszelf op de borst te kloppen.’
‘Er is veel animo om toe te treden tot de raad van toezicht’
Uw voorvanger, Merel van Vroonhoven, is onlangs onverwacht gestopt als voorzitter.
‘Zij heeft zich teruggetrokken wegens persoonlijke redenen, met name vanwege de werk-privébalans. Ze kon onvoldoende tijd en aandacht besteden aan deze belangrijke functie.’
Betekent het dat er op dit moment opnieuw een vacature is voor de raad van toezicht?
‘Als gevolg van het vertrek van Merel van Vroonhoven is er op dit moment inderdaad één vacature. Voor de selectie zijn we gebonden aan procedures waarbij het college en de medezeggenschap betrokken zijn. Dat zijn zorgvuldige maar soms ook langdurige processen.’
Is het lastig goede kandidaten te vinden? Het mandaat van Paul Morshuis is bijvoorbeeld meer dan één keer verlengd.
‘Nee. We hebben veel alumni op prachtige posities in de maatschappij. Er is veel animo om toe te treden tot de raad van toezicht. Dat Paul Morshuis heeft moeten verlengen, heeft te maken met de procedures die doorlopen moeten worden. Het kost soms wel wat tijd.’
De werving van kandidaten voor de raad van toezicht gebeurt vaak door een headhunterkantoor zoals het Amsterdamse Vanderkruijs. Waarom?
‘Om goede kandidaten te kunnen vinden, is de professionele ondersteuning van een extern bureau gewenst. Ik wil niet zeggen dat het altijd via een extern bureau moet gaan, maar ik kan me voorstellen dat we daarmee doorgaan. Het begeleiden van zo’n proces moet zorgvuldig gebeuren.’
Wat is de taak van zo’n extern bureau?
‘Het bureau zoekt kandidaten, die vervolgens worden voorgelegd aan de benoemingsadviescommissie. Daarna volgt een voordracht en neemt de raad van toezicht een besluit.’
‘We zijn een jonge raad van toezicht en hebben op dit moment één vacature. Ik maak me daar niet zo’n zorgen over’
Jonathan Soeharno verliet de raad van toezicht al twee maanden na zijn aanstelling, ook om persoonlijke redenen. Is daar inmiddels meer over bekend?
‘Ik zat toen nog niet in de raad van toezicht, dus ik kan daar niet meer over zeggen.’
Is het niet lastig dat leden van de raad van toezicht hun zittingstermijn niet uitdienen, gezien de tijd die in de werving van nieuwe leden gaat zitten?
‘We zijn een jonge raad van toezicht en we hebben op dit moment één vacature. Ik maak me daar niet zo’n zorgen over.’
Hoelang wilt u voorzitter blijven?
‘Mijn zittingstermijn is tot 2025 en kan met een tweede termijn verlengd worden. Het is aan de raad of men mij als voorzitter wil handhaven. Ik vind het een fantastische rol. Als het mij gegeven is om een tweede termijn vol te maken, dan zou ik dat zeker ambiëren.’
Van Stichtingsbestuur naar raad van toezicht
Tot het najaar van 2020 was de Radboud Universiteit formeel een katholieke universiteit. Dat betekende onder andere dat de Nederlandse bisschoppen de leden van de toenmalige toezichthouder van de universiteit en het Radboudumc, de Stichting Katholieke Universiteit, mochten benoemen. Omdat de bisschoppen benoemingen tegenhielden van leden die volgens hen niet katholiek genoeg waren, ontstond er een conflict. Dat liep zo hoog op dat de bisschoppen de Radboud Universiteit het predicaat ‘katholiek’ afnamen. Daar kwamen ze later op terug, maar leden van de raad van toezicht benoemen mogen ze niet meer. Sinds januari 2021 hebben de Radboud Universiteit en het Radboudumc daarom allebei een eigen raad van toezicht.