Nijmeegse Gwendolyn gaat studentenstem vertegenwoordigen in politiek Den Haag
Vijf bestuursjaren in vier verenigingen en dat op diverse niveaus van de Radboud Universiteit: in de krimpende wereld van de studentbestuurders lijkt Gwendolyn Hermans een van de laatsten der Mohikanen. ‘Gelukkig vind ik vergaderen heel leuk.’
Als assessor van de Faculteit der Sociale Wetenschappen kreeg Gwendolyn Hermans (24) wel eens te horen dat de echte grote beslissingen in Den Haag worden genomen. ‘Dat gebeurde bijvoorbeeld wanneer we voorstelden om alle eerstejaarsstudenten verplicht een workshop over sociale veiligheid te laten volgen,’ zegt de 24-jarige psychologiestudente. ‘Om dat te verwezenlijken, moet je eigenlijk met de minister rond de tafel.’
Dat leek Hermans wel wat, dus kandideerde ze voor het bestuur van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Met succes: volgend academisch jaar is ze als secretaris verantwoordelijk voor de interne zaken van de vereniging. ‘Het ISO vertegenwoordigt de studenten in politiek Den Haag’, legt Hermans uit. ‘Wij moeten ervoor zorgen dat er echt naar ons wordt geluisterd.’
Ervaring heeft Hermans te over: aan de Radboud Universiteit was ze in vier verenigingen actief als studentbestuurder. ‘Toen ik met de studie Psychologie in Nijmegen startte, nam ik een kijkje op de website van studievereniging SPiN. Het leek me vet om verantwoordelijk te zijn voor alle activiteiten. In het tweede jaar van mijn studie werd ik meteen secretaris.’
Burn-out
Het coronavirus maakt een abrupt einde aan Hermans’ eerste bestuursjaar: van de ene op de andere dag gaat het studentenleven op slot. ‘Ik besloot er daarom een bestuursjaar bij te doen’, zegt ze. ‘Dus werd ik penningmeester bij het SOFv, de koepelorganisatie van Nijmeegse studieverenigingen.’
‘In drie dagen tijd organiseerden we een diner voor tachtig studenten in De Waagh’
Een nieuwe opleving van het coronavirus trekt ook op Hermans’ tweede bestuursjaar een wissel. Het tot in de puntjes voorbereide gala moet een week van tevoren worden afgelast. ‘Dat was rot,’ zegt ze. ‘In de plaats daarvan organiseerden we in drie dagen tijd een diner voor tachtig studenten in De Waagh. Dat gaf wel een kick. Later heb ik ook een keer een barbecue voor 200 personen op poten gezet.’
Toch laat de coronacrisis ook zijn sporen na bij Hermans. Ze krijgt depressieve klachten en komt in een burn-out terecht. Om uit het dal te klimmen, besluit ze opnieuw aan de slag te gaan als studentbestuurder. Ditmaal als commissaris formele aangelegenheden en vice-voorzitter van N.K.S.W. Kompanio, de Nijmeegse Koepelvereniging der Sociale Wetenschappen. ‘Daar konden we als studenten onderwerpen als internationalisering ter sprake brengen bij bestuurders.’
Hermans heeft de smaak nu helemaal te pakken: een jaar later wordt ze assessor van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. In die hoedanigheid houdt ze zich vooral bezig met studentencommunicatie. En met vergaderen – zo’n twintig à dertig uur per week. ‘Gelukkig vind ik vergaderen heel leuk’, zegt ze. ‘Zeker als er naar jouw mening wordt gevraagd, en er vervolgens naar jouw inbreng wordt geluisterd.’ In hetzelfde jaar leidt Hermans als bestuursvoorzitter de opheffing van studentenpartij asap in goede banen.
Bestuursjaar aanpraten
De ontbinding van asap in 2022 is een teken aan de wand: studentenpartijen en studieverenigingen hebben al jaren moeite om voldoende bestuurders te werven. De meeste studenten lijken bovendien niet wakker te liggen van de medezeggenschap: met 14 procent bereikt de opkomst voor de studentenverkiezingen vorig jaar een absoluut dieptepunt. ‘Dat is beschamend laag, maar we zijn niet de enige universiteit die hiermee worstelt’, zegt Hermans. ‘Dat is deels te verklaren door corona, waardoor studenten minder betrokken zijn bij de universiteit.’
Een deel van de oplossing ligt volgens Hermans in een hoger loon voor medezeggenschapsleden. ‘Op dit moment kunnen veel studenten zich niet veroorloven om bij de USR te gaan, want door het vele werk houden ze geen tijd over voor een andere studentenbaan.’
Zelf heeft ze al verschillende vrienden een bestuursjaar aangepraat. Welke argumenten ze daarvoor gebruikt? ‘Dat je tijdens zo’n jaar erg veel leert, zoals activiteiten organiseren, prioriteiten stellen en hoofdzaken en bijzaken van elkaar scheiden. Door mijn ADHD waren de eerste jaren van de studie niet de makkelijkste, maar door te besturen heb ik leren omgaan met deadlines en ben ik uiteindelijk ook een betere student geworden. Inmiddels heb ik mijn bachelor bijna afgerond.’
‘De druk om nominaal af te studeren omdat je anders een godsvermogen moet afbetalen, is eraf’
Door de terugkeer van de basisbeurs merkt Hermans langzaamaan een kentering in het actieve studentenleven. ‘Nu studeren eindelijk iets minder duur is geworden, vinden studenten het opnieuw wat minder erg om een jaartje uit te lopen als studentbestuurder.’
Volgens Hermans is de terugkeer van de basisbeurs ook een goede zaak voor het studentenwelzijn: ‘De druk om nominaal af te studeren omdat je anders een godsvermogen moet afbetalen is eraf, waardoor, verwacht ik, minder studenten in een burn-out of depressie zullen belanden. Mensen voelen meer vrijheid om op hun eigen tempo door de universiteit te komen.’
In het college van bestuur
Voor haar inzet als studentbestuurder ontving Hermans afgelopen september, bij de Opening van het Academisch Jaar, de studentenonderscheiding. Met veel plezier denkt de psychologiestudent terug aan de uitreiking op het podium in de Vereeniging, waarbij haar ouders trots in de zaal zaten. ‘Het was een mooie erkenning voor alles wat ik voor andere studenten heb gedaan.’
Haar werk als secretaris bij het ISO, in een kantoortje in Utrecht, ziet Hermans als een tussenjaar. Daarna zal ze zich wellicht inschrijven voor de premaster en de master business administration.
Besturen, aldus Hermans, wil ze sowieso de rest van haar leven blijven doen. ‘Al is het maar bij de sportvereniging van mijn kinderen.’ Op korte termijn ziet ze een baan als beleidsmedewerker bij het ministerie van OCW wel zitten. Maar haar grote droom is om uiteindelijk zelf in een college van bestuur van een hogeschool of van een universiteit terecht te komen. ‘Het liefst natuurlijk in dat van de Radboud Universiteit, want hier liggen mijn roots.’
H. de Waele schreef op 22 april 2024 om 15:24
“‘De druk om nominaal af te studeren omdat je anders een godsvermogen moet afbetalen is eraf, waardoor, verwacht ik, minder studenten in een burn-out of depressie zullen belanden.’” Dit soort rare verhalen blijft maar komen van de zogenaamde “pechgeneratie”. Gemiddeld EUR 300 x 12 x 4 = amper EUR 15.000. Geen kleingeld natuurlijk, maar is dit “een godsvermogen”? Alsjeblieft zeg. Zie ook de terechte kritiek op de hypocrisie achter de terugkeer van de basisbeurs op https://www.nrc.nl/nieuws/2021/10/01/meer-of-minder-schuld-a4059670
Eerstegeneratiestudent schreef op 22 april 2024 om 18:43
Dit heeft denk ik veel te maken met perspectief (welvarende vs. geen welvarende ouders). Als jij uit een gezin komt waar er altijd spanning is vanwege weinig geld, is 15.000€ wel degelijk een flinke extra drempel.
En misschien nog wel meer met eerste generatie studenten vs. mensen die uit een “gestudeerde” familie komen. ‘Is het de investering wel waard?’ vs. ‘gewoon doen, kijk maar naar’… pa, oom, tante
H. de Waele schreef op 28 april 2024 om 23:39
Op het gemiddeld salaris van een academicus is dat bedrag echt peanuts, en binnen niet al te lang terugbetaald. Hoger opgeleiden praten beter niet zo gemakkelijk over hun vermeende “pech”; alsof hun voorgangers, en jongeren met een andere opleiding, het makkelijker zouden hebben op de huizenmarkt e.d. – hun “ongeluk” liever een beetje in perspectief blijven zien. En verder: wat Floor zegt.