Nijmeegse historici onderzoeken pijnlijke onteigeningen van Joodse panden

20 dec 2021

Noord-Hollandse gemeenten hebben de Radboud Universiteit gevraagd onderzoek te doen naar de onteigening van Joodse panden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Oorspronkelijke eigenaars moesten na terugkeer uit een concentratiekamp of van een onderduikadres nog openstaande rekeningen voldoen.

In 2020 wekte het KRO-NCRV-programma Pointer met de uitzending De ‘verdwenen’ Joodse huizen aandacht voor de onteigening van Joods vastgoed tijdens – en het rechtsherstel na de Tweede Wereldoorlog. Tientallen gemeenten stelden daarop een onderzoek in naar het eigen verleden. Een klein aantal gemeenten heeft zelf panden aangekocht tijdens de oorlog. In andere steden ontstonden na de oorlog pijnlijke situaties, wanneer Joodse overlevenden of hun nabestaanden bij thuiskomst nog openstaande rekeningen gepresenteerd kregen.

‘Door het Pointer-onderzoek realiseren veel gemeenten zich dat er een stukje onverwerkt oorlogsverleden is waar ze nog iets mee moeten,’ zegt universitair docent Marieke Oprel, die verbonden is aan het onderzoek naar onteigend Joods vastgoed. ‘Richting de nabestaanden en met het oog op het algemeen historisch besef is het belangrijk dat de gemeente openheid geeft over haar doen en laten tijdens en na de oorlog.’ Vanaf januari reconstrueren de onderzoekers het beleid van negen Noord-Hollandse gemeenten.

Rekening van de oorlogsjaren

Kenmerkend aan de onderzoeksmethode van het Radboud-team is de systematische methode. De onderzoekers reconstrueren aan de hand van gemeenteraadnotulen het beleid ten aanzien van Joodse burgers en hun vermogen. Ook wordt met een weloverwogen steekproef in kaart gebracht of een gemeente panden heeft aangekocht, wat er na de oorlog is gebeurd met onteigend vastgoed en of er sprake was van naheffingen.

Er komen soms schrijnende verhalen naar boven, vertelt Oprel. ‘Bijvoorbeeld van kinderen die als enige van het gezin de oorlog hebben overleefd en bij terugkeer, soms nog maar amper meerderjarig, achterstallige rekeningen van de oorlogsjaren moesten voldoen.’

Marieke Oprel. Foto: RU

Zoiets kon gebeuren omdat de onteigeningen door de bezetter na de oorlog nietig verklaard werden. De oorspronkelijke Joodse bewoner was dan juridisch gezien ook in de oorlogsjaren eigenaar geweest en moest de bijbehorende belasting betalen. ‘Maar dat voelt niet goed, als je weet dat zo iemand al die tijd in een concentratiekamp zat of was ondergedoken’, zegt hoogleraar Politieke Geschiedenis en projectleider Wim van Meurs.

Geen moreel oordeel

Toch proberen de onderzoekers geen morele oordelen te vellen. ‘We maken geen ranking van welke gemeente er het slechtst vanaf komt, wie het meeste vastgoed heeft onteigend of het strengst was met het innen van openstaande rekeningen’, benadrukt Oprel. ‘Het is belangrijk om in gedachten te houden dat het gaat over de tijd van wederopbouw, herstel van de bestuurlijke orde en in sommige steden schaarste aan woningen. We zijn het er wel over eens dat de afhandeling van rekeningen of onteigende panden kil en formalistisch was, maar dat neemt niet weg dat dit soms jurdisch gezien wel op een correcte manier werd gedaan.’

Wim van Meurs

Vergelijkingen zijn gevaarlijk, vindt ook Van Meurs. ‘Sommige burgemeesters probeerden de Joodse bevolking te beschermen, maar zij werden vaak snel vervangen door een NSB’er. Juist in die gemeenten zijn Joodse burgers sneller gedeporteerd en zijn hun bezittingen onteigend. Achteraf kunnen we vanuit onze bureaustoel wel oordelen, maar in die tijd wist je niet wat de gevolgen waren als je je als bestuurder meer of minder collaborerend opstelde.’

Onteigening

De onteigening van Joods vermogen was gebaseerd op ‘Verordnungen’ die in de eerste oorlogsjaren door de Duitse bezetter zijn uitgevaardigd. Joodse burgers werden verplicht hun bezit te laten registreren. Voor het onroerend goed werden beheerders aangesteld, onder meer grotere organisaties die de opdracht hadden om deze panden te verkopen.

‘Er waren notarissen en makelaars die veel hebben verdiend aan dit soort transacties’

Met het vrijgekomen kapitaal werd onder andere een deel van kamp Westerbork gefinancierd. Daarnaast kwam veel vermogen in handen van particulieren. ‘De nieuwe eigenaar van het Joodse vastgoed kon de bakker op de hoek zijn, maar ook een NSB-familie of een Duitser’, vertelt Van Meurs. ‘Er waren notarissen en makelaars die veel hebben verdiend aan dit soort transacties.’

Als de oorspronkelijke eigenaar na de oorlog terugkeerde, werd de onteigening meestal ongedaan gemaakt, maar niet altijd. Van Meurs: ‘Als de nieuwe eigenaar ging procederen en vertragen, dan had de Joodse terugkeerder vaak slechtere kaarten. Tenzij je de juiste connecties had, dan kreeg je je vermogen eerder terug dan wanneer je bij het loket moest beginnen.’

Papierwerk

Waar de gemeenteraadsnotulen eenvoudig te raadplegen zijn, is de reconstructie van de eigendomsgeschiedenis en openstaande rekeningen een ingewikkelde archiefklus. Daarvoor analyseren de onderzoekers ook dossiers uit het archief van het Nederlands Beheersinstituut (NBI) en de Raad voor het Rechtsherstel in het Nationaal Archief in Den Haag. Oprel en haar collega’s Mirjam Vriend en Laura de Jong bekijken of gemeenten rekeningen inden of juist kwijtscholden. ‘Het zijn enorme hoeveelheden papierwerk’, zegt Oprel. ‘Soms staan cruciale besluiten op strookjes, want het was de tijd van papierschaarste.’

Daarbij stuitte Oprel op schrijnende voorbeelden. Zoals dat van een man die in 1945 het huis van een vermoord familielid wilde erven. Hij moest op zoek naar een certificaat van overlijden, om aan te tonen dat zijn ouders daadwerkelijk omgekomen waren. Een papieren bewijsstuk was er echter niet voor mensen die bij aankomst in vernietigingskampen als Sobibor direct waren vermoord. Vier jaar lang werden brieven over en weer gestuurd tussen de gemeente, beheerder en erfgenaam. ‘Pas wanneer er een heel klein briefje opduikt van het Rode Kruis waarop bevestigd wordt dat de oorspronkelijke eigenaar is omgekomen in Sobibor, kan de zaak eindelijk worden afgehandeld.’

Lessen uit het verleden

Hoewel je in het archief niet kunt vinden hoe ambtenaren dachten over de gang van zaken, kun je uit de bewaarde stukken wel hun worsteling afleiden, zo stellen de onderzoekers. In een van de onderzochte gemeenten verlangden de Duitsers aan het begin van de oorlog een lijst van Joodse panden. ‘De gemeente zei toen dat het erg ingewikkeld was’, zegt projectleider Van Meurs. ‘Terwijl: onze onderzoekers zagen dat de gemeente zo’n lijst makkelijk had kunnen aanleveren, maar dat dus niet wilde. Dat kun je interpreteren als een kleine daad van verzet.’

‘In de relatie tussen de overheid en burgers worden mensen gemakkelijk tot nummertjes gereduceerd’

Hoewel de academici niet willen oordelen, denken ze dat er uit deze geschiedenis wel lessen te trekken vallen. ‘In de relatie tussen de overheid en burgers worden mensen gemakkelijk tot nummertjes gereduceerd’, aldus Oprel. ‘Het is interessant om te kijken hoe de overheid in deze periode van transitie probeerde orde in de chaos te scheppen. Dat juist door het trekken van rechte lijnen veel mensen zijn uitgesloten van fatsoenlijke rechtsbescherming geeft te denken voor overheidsbeleid vandaag de dag.’

1 reactie

  1. Evelien Wekker schreef op 3 januari 2022 om 12:26

    “Geen moreel oordeel
    Toch proberen de onderzoekers geen morele oordelen ….We zijn het er wel over eens dat de afhandeling van rekeningen of onteigende panden kil en formalistisch was, maar dat neemt niet weg dat dit soms jurdisch gezien wel op een correcte manier werd gedaan.”
    Wat moet er nog meer in de geschiedenis gebeuren voordat duidelijk wordt – wetenschapper of niet- dat er wél morele oordelen geveld móeten worden? Zijn er ook geen morele oordelen over het feit dat de slavenhouders betaald werden voor iedere slaaf die ze “vrij” lieten en die toch nog 10 jaar voor hun vrijheid moesten werken?
    Ook dat was, juridisch goed ingekaderd. Doen we dat ook slechts af met kil en formalistisch?

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!