Minder studenten zullen in Nijmegen op kamers gaan, een Nijmeegse kamer is goedkoop en duur tegelijk en Turkse studenten gaan zelden op kamers; de interessantste cijfers uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2016 op een rijtje.

1. De studentenstad Nijmegen loopt leeg

Nou ja, een beetje. Het rapport bevestigt wat we eigenlijk al weten. Steeds meer nieuwe studenten kiezen er door de invoering van het leenstelsel voor om nog even thuis te wonen – ook in Nijmegen. Of beter: juist in Nijmegen. De nieuwe monitor probeert te voorspellen hoeveel studenten er in 2023-2024 in de studentensteden wonen. De daling van de primaire doelgroep (de groep studenten die woont in de stad waar de studie wordt gevolgd) is alleen in traditionele universiteitssteden als Groningen, Maastricht en Utrecht groter dan in Nijmegen. Volgens het rapport daalt het aantal universiteitsstudenten op kamers in Nijmegen binnen zeven jaar met 740. En dat is zeer zorgelijk, zei studentenhuisvester SSH& drie weken geleden, naar aanleiding van een voorpublicatie van de monitor.

2. Nijmeegse kamers zijn duur, en toch goedkoop

Vorig jaar schreef Vox na het verschijnen van de monitor dat je als student aan de universiteit alleen in Wageningen en Enschede goedkoper woont dan in Nijmegen. Dat ging over de gemiddelde kamerprijs. Dit jaar becijfert de monitor de gemiddelde prijs per vierkante meter. Dan komt Nijmegen, met ruim twee tientjes per vierkante meter, er minder rooskleurig vanaf: alleen Amsterdam en Delft zijn (veel) duurder. De verklaring: grotere, zelfstandige wooneenheden zijn per vierkante meter stukken goedkoper dan de kleinere, gedeelde eenheden. En juist die laatste zijn er in Nijmegen veel, terwijl aan de zelfstandige eenheden juist een tekort is.

3. Turkse, Marokkaanse en Surinaamse studenten gaan niet op kamers

Het onderzoek licht ook jaarlijks wat landelijke cijfers toe die niet per stad worden uitgesplitst. Nieuw (en interessant): er is voor het eerst gekeken naar de bereidwilligheid om op kamers te gaan onder allochtone studenten. Van de studenten met één of beide ouders uit Turkije, Marokko of Suriname woont slechts 38 procent op kamers. Onder autotochte studenten (op hbo en wo) is dat 56 procent. Het aandeel uitwonende studenten van Antilliaanse komaf is met 78 procent juist opvallend hoog. Dat zou komen omdat relatief veel Antillianen juist voor hun studie naar Nederland verhuizen.