Prisca Fockens (18) uit Utrecht en de Duitse Laura Kraft uit Schermbeck (19) gaan psychologie studeren. Ze verheugen zich op een leven dat totaal anders is dan ze zijn gewend.

Waarom psychologie?
Kraft: ‘Ik zie mezelf later wel werken bij de personeelsafdeling van een bedrijf. Ik ga me daarom specialiseren in arbeid- en organisatiepsychologie. Nee, ik ga niet de Engelstalige bachelor doen. Als ik in Nederland studeer, wil ik de Nederlandse cultuur en dus ook de Nederlandse taal leren kennen. Ik heb op de middelbare school Nederlands als bijvak gehad en in de zomer een extra cursus gedaan, daar moet het wel mee lukken.’
Fockens: ‘Dat je bij psychologie leert hoe de mens in elkaar zit, vind ik fascinerend. Er lijkt me niks vetter dan dat. Je bent de hele dag bezig met mensen om je heen, dus dat moet veel praktische kennis opleveren.’

Gaan jullie op kamers?
Kraft: ‘Ik woon hier al sinds juli. Mijn ouders hebben een huis gekocht in Nijmegen, daar woon ik nu. Ik zoek nog iemand om erbij te komen.’
Fockens: ‘Ik reis op een neer naar Utrecht. Dat is wel te doen voor de eerste paar maanden, maar ik zoek wel iets in Nijmegen. Ik heb al mijn hele leven in Utrecht gewoond. Ik heb het daar wel gezien.’

Waar verheug je je op?
Fockens: ‘Op een leven dat totaal anders is dan ik ben gewend. Ik was toe aan wat nieuws. Minder les, meer vrijheid om je uren zelf in te plannen.’
Kraft: ‘Ik vind het heel leuk om in een nieuw land te wonen. Ik verheug me erop veel nieuwe mensen te leren kennen, ook van andere culturen. Ik hoorde dat hier veertig culturen rondlopen, best wel veel dus.’

Waar zie je tegenop?
Kraft: ‘Ik ben een beetje bang dat mijn Nederlands toch niet goed genoeg is. Ik heb proefcolleges gevolgd en dat ging prima. Maar als meisjes onderling Nederlands praten, is het toch wel lastig te verstaan.’

Wie ga je missen?
Kraft: ‘Mijn ouders, mijn paarden en de hond. Ik kom uit een dorp van 12.000 inwoners. Daarbij vergeleken is Nijmegen een reuzenstad.’
Fockens: ‘Ik ben ook in het geval van heimwee binnen een uurtje thuis. Dus missen ga ik niemand.’