Liefhebbers van de wielersport kunnen opnieuw hun hart ophalen. De studentenwereldkampioenschappen wielrennen worden in 2020 georganiseerd in Nijmegen – net als in 2008.

Officieel is het sinds afgelopen vrijdag bekend dat Nijmegen het WK studentenwielrennen toegewezen heeft gekregen. Een verrassing was dat echter niet, geeft student Joost van Wijngaarden toe. ‘We waren de enige stad die een bid heeft uitgebracht. We wisten dat het wel goed zat.’

Van Wijngaarden is als voorzitter van de NSSR de trekker vanuit de studenten achter het binnenhalen van het WK. Met hulp van Nienke Vos (projectleider HAN) en Rob Cuppen (directeur Radboud Sportcentrum) schreef hij het bid. Daarvoor moest ‘een waslijst’ aan vragen worden beantwoord voor de internationale bond FISU. ‘Vragen over huisvesting en het parcours’, zegt de student, ‘maar ook zaken als weersomstandigheden en veiligheid.’ In oktober reisde Van Wijngaarden naar Lausanne om het bid te presenteren.

Het evenement omvat acht races in totaal: een wedstrijd en tijdrit voor de wielrenners op de weg, en een marathon en crosscountryrace voor de mountainbikers. Alle onderdelen kennen een mannen- en vrouwenrace.

Kosten-baten

Heel gek is het niet, volgens Van Wijngaarden, dat Nijmegen het enige bid indiende. ‘Het kost natuurlijk een hoop geld en moeite om een evenement als dit te organiseren. Daar zit niet elke stad op te wachten. Vaak volgt snel de vraag: wat levert het op?’

Daar is echter geen antwoord op te geven met een simpele kosten-batenanalyse, vindt Van Wijngaarden. ‘Het is een week lang feest. Nijmegen laat hiermee opnieuw zijn gezicht zien als studentensportstad. Daarnaast worden er ook side events georganiseerd om ouderen en kinderen aan het fietsen te krijgen. Dat levert vooral op de lange termijn iets op.’

‘Nu moet de tering naar de nering gezet worden’

Rob Cuppen, in 2008 ook al directeur van het sportcentrum, zag in dat jaar hoe veel studenten kunnen leren van het organiseren van een groot evenement, zoals dit WK. ‘Dat is niet in geld uit te drukken.’ Voor het sportcentrum is het belangrijk dat het evenement gedragen wordt door studenten: ‘Het moet van hen komen.’

De gemeente, universiteit en hogeschool hebben hun steun uitgesproken voor het evenement. Harde toezeggingen over financiële bijdragen zijn nog niet gedaan. Volgens Rob Cuppen moet nu de ‘tering naar de nering’ gezet worden door de organisatie. ‘Om rustig naar het evenement toe te werken, is het verstandig om de grote subsidies in een vroeg stadium vast te hebben liggen.’