Nijmegen kan andere verwoeste steden hoop geven
Vrijdag is het 75 jaar geleden dat de geallieerden het Nijmeegse stadscentrum bombardeerden. De stad zag eruit zoals Aleppo of Homs nu. Historicus Joost Rosendaal hoopt dat het Nijmegen van nu Syrische vluchtelingen hoop geeft.
Een bombardement blijft generaties lang in herinnering. Wringt zich als het ware in het DNA van de stadsbewoners. Zijn eigen moeder woonde aan de Ooysedijk, die fatale winter van 1944. Zij liep in de buurt van het Keizer Traianusplein toen vliegtuigen de stad bombardeerden. Fraaie stadspanden veranderden in puin, een kleine achthonderd inwoners, waaronder 234 kinderen, waren op slag dood.
Historicus Joost Rosendaal kreeg er jaren later aan de keukentafel ook het een en ander van mee. Zijn moeder vertelde over een vriendin waarvan na het bombardement niets meer werd teruggevonden en over een broer die gewond was geraakt. Voor Rosendaal was het een belangrijke reden om ‘ja’ te zeggen toen hem in 2005 werd gevraagd onderzoek te doen naar de grootste ramp in de geschiedenis van Nijmegen.
Doelwit
Rosendaals studie bracht aan het licht dat er géén sprake was van een vergissingsbombardement: de Amerikaanse vliegers zagen Nijmegen niet aan voor Kleef of Goch. De vliegers waren op weg naar de Duitse stad Gotha maar toen de missie werd afgeblazen kozen ze op de terugweg naar Engeland gelegenheidsdoelen. Het werden een spooremplacement bij Nijmegen, een gasfabriek in Arnhem en een fabriekswijk in Enschede.
Dat in Nijmegen ook het centrum van de stad eraan ging, was zeker niet de bedoeling, blijkt uit een verslaglegging van de vliegeniers. De bommen vielen te vroeg. De vliegers hadden maar weinig ervaring, bleek uit Rosendaals onderzoek. En er waren meer slordigheden: dat het om Nijmegen ging, was niet bij alle vliegers duidelijk. Ze hadden evenmin allemaal door dat Nijmegen in bezet, Nederlands gebied lag en dat voor het bombarderen daar speciale toestemming nodig was.
‘Het is van belang om de gebeurtenis een plek te geven’
Geen vergissingsbombardement dus, maar het was ook weer niet de bedoeling het stadscentrum te treffen. Zo’n 770 burgerdoden, voor niets. Zo voelt het tenminste nog altijd bij veel Nijmegenaren. Precies dat maakt de verwerking ook zo moeilijk, denkt Rosendaal.
‘Je hoort vaak dat die grote wond wel logisch is omdat er nu eenmaal zoveel doden zijn gevallen bij het bombardement en dan nog wel door onze vrienden, de Amerikanen. Maar dat kan de reden niet zijn: zeven maanden later startte operatie Market Garden en was Nijmegen frontstad. Daarbij vielen nóg meer doden, ruim duizend, vooral door de Duitsers. We hebben kennelijk meer moeite met burgerslachtoffers dan met militairen die sneuvelen. Bij militairen hebben we toch meer het idee dat ze er zelf voor kiezen, of dat het voor een goede zaak is en zin heeft.’
De Schommel
Rosendaal ziet het als zijn missie om betekenis te geven aan het bombardement. ‘Het is van belang om de gebeurtenis een plek te geven, te zoeken naar zingeving. Zodat het niet helemaal voor niets is geweest dat in Nijmegen aan het einde van de oorlog zoveel burgerdoden zijn gevallen.’
Die zin is voor een deel te vinden bij de steun die andere oorlogsslachtoffers voelen als ze over de Nijmeegse ervaring horen. ‘Een van de mensen die bij de jaarlijkse herdenking van het bombardement is betrokken, vertelde me dat ze met een groep Syrische vluchtelingen, vrouwen, langs het monument De Schommel was gelopen. Een foto van het verwoeste Nijmegen maakte grote indruk op de vrouwen. Zij zagen in die foto hun eigen stad, Aleppo of Homs. Tegelijk konden ze met hun eigen ogen zien hoe Nijmegen is hersteld. Zij zien een stad die herrezen is uit zijn as. Want zo is het natuurlijk wel. Als je nu, 75 jaar later, kijkt naar het stadscentrum zie je een mooie stad, de materiële verwondingen zijn geheeld.’
Nijmegen als symbool voor mensen die nu getroffen worden door oorlogsgeweld. Een mooi idee, vindt Rosendaal. ‘Tegelijk is het belangrijk om ons te realiseren dat onze bevoorrechte samenleving en de stad waarin we leven geen vanzelfsprekendheid is en dat het nog maar 75 jaar geleden is dat het nergens veilig was in Nijmegen.’
Donderdag 21 februari komt de brandgrens in de binnenstad nog eenmaal tot leven. Bij de herdenkingsplaatjes van de slachtoffers staan schrijvers, dichters, muziekgroepen en koren vanaf 20.00 uur een kwartier stil bij de dromen en verwachtingen die de slachtoffers 75 jaar geleden nog hadden. Verzamelen kan vanaf 19.00 uur in de kerk aan de Molenstraat. Gidsen nodigen bezoekers vanaf 19.30 uur uit om ook plaats te nemen op de brandgrens. Joost Rosendaal spreekt zondag in Lux over Nijmegen en Aleppo. Meer informatie over de herdenking (ook op vrijdag, zaterdag en zondag) vind je hier.
Take schreef op 22 februari 2019 om 18:33
Het plan van het doelbewuste bombardement op de binnenstad van Nijmegen was om de aanwezige SS’ers, NSB’ers en reeds uit Duitsland gevluchte familieleden van nazi’s te treffen die zich onder meer schuilhielden onder de Stevenskerk. Er liepen allerlei onderaardse gangen onder de oude binnenstad, zoals die ook onder het voormalige St. Radboudziekenhuis, de witte Villa Brakkenstein en het Nijmeegse Lebensbornhuis bestonden.
De Amerikanen die in WOII besloten tot het bombardement, waren geheel anderen dan de Amerikanen die in een latere fase steun hebben verleend aan Nijmegen. In de USA woonde immers ook een groep Republicans die het beleid van Wolff van harte omarmde. Dat is helaas tot de dag van vandaag het geval, zowel in de USA als in Nederland en Duitsland.