Nijmegen trekt fors minder eerstejaars

16 feb 2016

De Radboud Universiteit loopt behoorlijk in de pas met landelijke ontwikkelingen op het gebied van studentenaantallen. Toch zijn er ook verschillen: zo vinden minder eerstejaars hun weg naar de Radboud Universiteit.

intro3
Vooral de Nijmeegse masters winnen aan populariteit. Foto: Marjolein van Diejen

Dat blijkt uit een vergelijking van de aanmeldcijfers van de Radboud Universiteit met de definitieve landelijke aanmeldcijfers, die vorige week door universiteitenvereniging VSNU gepubliceerd zijn*. Zo is de Radboud Universiteit, net als alle Nederlandse universiteiten gezamenlijk, dit collegejaar gegroeid. Landelijk zijn er nu 1,8 procent meer academische studenten dan vorig collegejaar, terwijl aan de Nijmeegse universiteit 1,0 procent meer studenten zijn ingeschreven.

Die groei komt zowel landelijk als in Nijmegen grotendeels door de aanwas van studenten in de masterfase. In Nijmegen is die groei 4,6 procent, waarmee de daling van het aantal bachelorstudenten (0,6 procent in de min) wordt gecompenseerd. De Radboud Universiteit presteert met het binnenhalen van bachelorstudenten slechter dan het landelijke gemiddelde (0,2 procent in de plus). Met het aantrekken van masterstudenten presteert zij niet veel anders dan de gemiddelde groei van 5 procent.

Interessant is de instroom van de eerstejaarsbachelorstudenten, omdat dit de eerste lichting eerstejaars is die geen basisbeurs meer ontvangt. In Nijmegen zijn 8,4 procent minder eerstejaars aan een studie begonnen. Landelijk ligt het dalingspercentage op 0,9. Als mogelijke oorzaak voor dat grote verschil noemt het Nijmeegse college van bestuur de afname van de groep scholieren in de regio rond Nijmegen die een vwo-diploma haalt. Juist deze jongeren maken in Nijmegen een relatief groot deel uit van de eerstejaarsbachelorstudenten.

Faculteiten
De verdeling van de studenten over de Nijmeegse faculteiten laat zich moeilijk vergelijken met de landelijke cijfers. De VSNU gebruikt namelijk een indeling in zogenaamde sectoren, waarin bijvoorbeeld economie een aparte sector is, terwijl de economische studies in Nijmegen maar een deel vormen van de hele managementfaculteit.

Toch zijn er vergelijkingen te trekken. Het aantal eerstejaars dat landelijk een bacheloropleiding in de sector Taal en Cultuur begon is gedaald met 9,2 procent. Bij de Nijmeegse letterenfaculteit is die daling in de instroom maar liefst 34 procent: van 532 nieuwe studenten in 2014 naar 349 in 2015. Engelstalige bachelors moeten de daling vanaf volgend jaar afremmen.

De andere faculteiten die minder eerstejaars trekken zijn sociale wetenschappen (min 7 procent), managementwetenschappen (min 5), medisch (min 3) en filosofie, theologie en religiewetenschappen (min 2 procent). De bètafaculteit en de rechtenfaculteit hebben dit jaar hun instroom van eerstejaars zien groeien, met respectievelijk 1 en 2 procent.

Toch gegroeid
Ondanks het negatieve saldo in het aantrekken van eerstejaars zijn alle Nijmeegse faculteiten als geheel, op uitzondering van de letterenfaculteit, gegroeid of even groot gebleven. Ook de Docenten Academie kromp, zoals te zien is in het figuur hieronder. De kleinere aanwas wordt dus gecompenseerd door groeiende masters en, mogelijk, meer ouderejaarsstudenten in de bachelor. / Mathijs Noij

Studentenaantallen per faculteit
Create your own infographics

* Zowel de nationale cijfers, beschikbaar gesteld door universiteitenvereniging VNSU, als de Nijmeegse cijfers die Vox opvroeg bij de Radboud Universiteit, zijn afkomstig uit het 1 cijfer HO-bestand

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!