‘Nomade’ leidt nieuwe onderzoeksgroep Donders
Wetenschappelijk nomade Marius Peelen (38) kreeg vorig jaar een beurs van twee miljoen euro. Sinds een week werkt hij aan de Radboud Universiteit om leiding te geven aan de door hem opgezette onderzoeksgroep Visual Cognitive Neuroscience van het Donders Instituut. ‘Het kan zich meten met instituten van Princeton en Harvard.’
Voordat neurowetenschapper Marius Peelen (38) bij de Radboud Universiteit terecht kwam, reisde hij als een wetenschappelijke nomade de wereld over. Na zijn studie cognitieve psychologie in Amsterdam trok hij in 2003 richting Wales, om vervolgens te werken aan de universiteiten van Genève, Princeton, Harvard en Trento. Afgelopen jaar kreeg hij twee miljoen euro, de ERC Consolidator grant, voor onderzoek naar de mechanismen van besluitvorming. Bij het Donders Instituut is hij gestart met een nieuwe onderzoeksgroep.
Hoe vindt u het om weer in Nederland te zijn?
‘Voor het eerst in vijftien jaar woon ik weer in Nederland. Het is wel even wennen. Toen ik wegging dacht ik dat ik nooit meer terug zou komen. Toen voelde het alsof je hier meteen in een hokje werd geplaatst. Daarnaast vond ik Nederland een beetje saai. Nu ik drie jonge kinderen heb en wat meer van de wereld heb gezien, merk ik toch dat Nederland er bovenuit steekt. Alles is hier goed georganiseerd en de recht door zee-mentaliteit spreekt me erg aan. De eerlijkheid en directheid past goed bij mij. Dat was in Italië bijvoorbeeld wel anders. Daar verliepen dingen minder efficiënt en was vriendjespolitiek veel gebruikelijker.’ Grappend: ‘Op sommige universiteiten heeft tachtig procent dezelfde achternaam.’
Wat voor onderzoek gaat u hier doen?
‘Mijn onderzoeksgroep probeert antwoord te vinden op de centrale vraag: hoe kunnen de hersenen zo snel en gemakkelijk mogelijk selecteren wat belangrijk is? Ervaring en verwachting zijn hierbij sleutelbegrippen. Door ervaring in bepaalde situaties, weet je wat je moet registreren. Je kijkt bij het oversteken van de straat niet naar het dak van het huis naast de weg, maar links en rechts de straat in. Ook verwachtingen spelen een belangrijke rol bij selectieve waarneming. In de spits verwacht je een auto op een druk punt. Maar als je ’s nachts op het trottoir loopt, verwacht je minder verkeer. Je schrikt dan eerder van een passerend voertuig. Het impressionisme maakt dankbaar gebruik van deze hersenfunctie. Door verwachting en ervaring zie je waarschijnlijk dat het in bovenstaand plaatje gaat om een boot op zee, terwijl het eigenlijk maar klodders verf zijn. Wat er precies in de hersenen gebeurt bij deze selectieve waarnemingen, is nog niet bekend. Dat onderzoeken wij. Belangrijk, want als we weten waarom de hersenen de ene keer wel snel een voorwerp herkennen en de andere keer niet, kunnen we die kennis wellicht gebruiken om die functies te verbeteren. Daarnaast verwacht ik dat het nuttige kennis oplevert voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie.’
Hoe bevalt Nijmegen tot nu toe?
‘Ik heb in Arnhem op de middelbare school gezeten, maar moet eerlijk bekennen dat ik Nijmegen nog niet heel goed kende. Het is een fijne stad, ook met mijn gezin (Italiaanse vrouw en drie kinderen, red.). Je hebt het gevoel alsof je meedraait met de wereld, maar tegelijkertijd voelt het heel dorps en veilig. Ook over het Donders Instituut ben ik heel tevreden. Ze bieden goede ondersteuning, denken veel aan duurzaamheid en werken efficiënt. Daarnaast is het natuurlijk een vooraanstaande naam. Ik kreeg bijna honderd sollicitaties voor mijn onderzoeksgroep. Dat zegt iets over de status van het Donders. In mijn ogen kan het zich meten met gelijksoortige instituten van Princeton en Harvard.’