Ode aan gemartelde Robert Regout

23 sep 2015

Pater Robert Regout was eind jaren dertig razend populair onder studenten in het katholieke Nijmegen. De studentenmoderator en hoogleraar stierf in 1942 in concentratiekamp Dachau. Nu krijgt hij een herdenkingsplaquette.

Robert Regout, rechts op de foto, in 1938 tussen Nijmeegse studenten. Foto: Fotopersbureau Gelderland, KDC/KLiB, Nijmegen
Robert Regout, rechts op de foto, in 1938 tussen Nijmeegse studenten. Foto: Fotopersbureau Gelderland, KDC/KLiB, Nijmegen

Als gevangene nummer 26.750. Zo eindigt Robert Regout in 1942 in concentratiekamp Dachau. Twee jaar eerder was hij nog een populaire vertrouwenspersoon voor Nijmeegse studenten. Zijn functie van moderator was vergelijkbaar met die van studentenpastor nu. Met dat verschil dat in die tijd bijna alle studenten in Nijmegen katholiek waren en Regout dus een veel geziene gast was in het studentenleven. Een paar dagen voor zijn dood op 28 december 1942 schrijft hij: ‘Als Onze Lieve Heer het ‘offer’ van mijn leven vraagt, dan met grote vreugde voor geloof en vaderland en bijzonder voor studenten en professoren van de Nijmeegse universiteit.’

De liefde voor Nijmegen is wederzijds. Op zijn dood wordt dan ook geschokt gereageerd in de Waalstad. Pater Regout gaat de boeken in als een ‘bezieler van het studentenleven’. Om hem die naam eer aan te doen, krijgt hij binnenkort een herdenkingsplaquette in Dachau. Bijzonder hoogleraar van het Centrum voor Notarieel Recht Sebastiaan Roes gaat het kunstwerk eind september persoonlijk overhandigen. ‘Bij de voormalige barakken is nu een memorial site’, vertelt hij. ‘Daar hangen al kransen en plaquettes voor mensen die in Dachau zijn omgekomen. We hebben gevraagd of er nog plek was voor Regout.’

Archief weer thuis
Waarom krijgt de vriendelijke pater pas nu, 73 jaar na zijn dood, een gedenksteen? Dat is een lang verhaal. Het begint na de Tweede Wereldoorlog, als de Russen de archieven van de Gestapo in Berlijn bij wijze van oorlogsbuit naar Moskou verplaatsen. Tussen de papieren zit het dossier ‘Robert Regout’, maar daar kraait dan geen Russische haan naar. Pas als een Nederlandse onderzoeker aan het begin van de 21ste eeuw in de archieven duikt, stuit hij op het Nijmeegse materiaal.

Een deel komt na bemiddeling door ‘Den Haag’ naar het Katholiek Documentatie Centrum. De stukken die betrekking hebben op de jezuïeten, staat het centrum af aan de orde. Die krijgen een plek in het archief van de Nederlandse jezuïeten op het terrein van Huis Berchmanianum (Houtlaan, naast de universiteitscampus). ‘In 2002 waren de papieren weer terug in Nijmegen. Toen heeft een groep betrokkenen de Vriendenkring van Robert Regout opgericht’, aldus hoogleraar Roes.

Regout in de tuin van de pastorie aan de Molenstraatkerk, 1940. Foto: KDC/KliB)
Regout in de tuin van de pastorie aan de Molenstraatkerk, 1940. Foto: KDC/KliB)

Roes zat er toen nog niet bij, hij sloot in 2008 aan. De vrienden van het eerste uur verdiepten zich samen met toenmalig archivaris van de Nederlandse jezuïeten Marc Lindeijer in de brieven die Regout schreef vanuit Dachau en in zijn raadselachtige arrestatie al zo vroeg in de oorlog. Waarom moest de Gestapo hém hebben? De huidige archivaris Joep van Gennip: ‘Op 7 juni, een maand na de inval van de Duitsers in Nederland, schreef Regout in Studiën, het blad van de Jezuïeten, dat de bezetter behalve rechten ook plichten had.’ Misschien wilden de Duitsers een daad stellen door de pater, die ook bijzonder hoogleraar Volkenrecht was, direct op te pakken. Regout reisde het land door om burgemeesters, politie en andere autoriteiten advies te geven hoe om te gaan met de bezetter. Hij was in contact met universiteiten om te praten over de mogelijkheid van verzet. Op 29 juni 1940, de dag dat de Gestapo voor de deur van zijn kamer aan de Molenstraat stond, was hij onderweg. Eenmaal thuis meldde hij zich braaf bij de Duitsers. Dat had hij beter niet kunnen doen. ‘Hij is nooit meer vrijgekomen’, zegt archivaris Van Gennip.

Regout werd eerst naar de koepelgevangenis in Arnhem gebracht. Daar verbleef hij met een aantal collega-professoren die wel weer op vrije voeten kwamen. De Nijmeegse pater werd echter overgeplaatst naar Berlijn, evenals een groep priesters, geleerden en journalisten die verdacht werd van contacten met de Duitse jezuïet Friedrich Muckermann, die zich keerde tegen het nationaalsocialisme en al sinds 1934 in Nederland zat ondergedoken. Volgens de archivaris behoorde Regout niet tot het netwerk van deze Muckermann, maar het kan zijn dat de Duitsers dat niet geloofden. ‘Pater Regout bleef ondanks zijn gevangenschap altijd optimistisch’, vertelt Van Gennip. ‘Dat blijkt uit brieven van anderen die samen met hem in de cel hebben gezeten.’ In de bewaard gebleven correspondentie is te lezen dat de jonge pater ook in gevangenschap als praatpaal fungeerde voor lotgenoten. Opnieuw was hij een soort vertrouwenspersoon. Hij was een ‘zielzorger’, schreef een vrijgekomen celgenoot in een bedankbriefje.

Regout_senaat
Laatste foto die van Regout bekend is. In het corpsgebouw, 21 juni 1940. Foto: Fotopersbureau Gelderland, KDC/KLiB, Nijmegen

Vergeten martelaar
De Vriendenkring van Robert Regout zorgde er in 2002 voor dat een portret van de pater in de Molenstraatkerk kwam te hangen. Naast het portret van Titus Brandsma, de veel bekendere ‘martelaar’ uit Nijmegen. ‘Regout was min of meer vergeten’, vertelt Roes. ‘Hij heeft maar een paar jaar studentenmoderator kunnen zijn en nog veel korter hoogleraar. Hij stond aan het begin van zijn carrière.’ Omdat het archief was gekaapt door Rusland, bleef na zijn dood weinig van hem bewaard. Toen de paperassen eenmaal terug waren, begonnen de vrienden direct aan een biografie, die in 2004 verscheen.

Over Regouts periode in Dachau (juli 1941 – december 1942) staat onder meer in het boek dat hij vermoedelijk moest helpen bij de transporten in het kamp. ‘Een van de meest gevreesde taken’, meldt de biografie. ‘Een acht à negen meter lange wagen trekken en laden en lossen. De last – aardappelen, kolen, zout, machines en ook stervenden en lijken – kon oplopen tot 8.000 kilo; het bevel daarbij luidde: volle wagen en volle zakken vlug trekken en dragen; met lege wagen of lege zakken terug in draf. Stok of laars zorgden ervoor dat het ook gebeurde.’

Later werkte de hoogleraar Volkenrecht op de plantage van het kamp. Pas in april 1942 brak hij. Samen met honderden andere priesters en dominees werd hij uit de barak gedreven. Ze moesten naakt op de appelplaats blijven staan. Uit de biografie: ‘Het spel werd verschillende malen herhaald, verschillende dagen. Urenlang in strafmars over het plein en door de straten van het kamp, op hun houten sandalen, met kapotte voeten, zonder voldoende kleding, zwijgend of op commando S.S.-liederen zingend.’ Toen Regout op een dag een stervende Poolse priester van de grond tilde en vroeg of de man een bed in het ziekenblok kon krijgen, sloeg een kampbewaker de Pool met het hoofd tegen de muur. De Nijmeegse pater vroeg ‘Waarom doe je dat?’ en kreeg daarop zo’n ongenadige trap in zijn kruis dat hij zelf op de ziekenzaal belandde.

‘Hij is in december van dat jaar door uitputting gestorven’, vertelt archivaris Van Gennip. Het plan voor een Regout-plaquette was er al langer in Nijmegen, maar het geld was niet voorhanden. Duidelijkheid over wat het precies moest worden, ontbrak ook. Toen begin dit jaar de Nijmeegse kunstenaar Cor Litjens in de arm werd genomen, was de klus snel geklaard.

Hoogleraar Sebastiaan Roes rijdt in september met de auto naar Dachau, de twaalf kilo zware bronzen plaquette achterin. Daar zal hij toekijken hoe de herdenkingsplaat voor Robert Regout aan de muur wordt gehangen. ‘Low profile’, zegt hij. Misschien volgt er nog een ceremonie. Het belangrijkste is dat de Nijmeegse studentenvriend in Dachau een gezicht krijgt. / Annemarie Haverkamp


Plaquette RegoutPLAQUETTE ‘Met inzet van al zijn krachten het recht en de waarheid te helpen vestigen in deze wereld.’ Die tekst staat op de bronzen plaquette voor Robert Regout. Het is een zin die de jezuïet uitsprak tijdens zijn inaugurele rede in februari 1940. Eigenlijk is het een oproep, verklaart archivaris Joep van Gennip. ‘Een appel aan de mensheid om het recht te laten spreken.’ Regout was bijzonder hoogleraar Volkenrecht. Eerder was hij gepromoveerd op de vraag wanneer een oorlog gerechtvaardigd is. Hij baseerde zich op christelijke waarden. ‘De oproep van Regout is nog altijd actueel’, zegt Van Gennip. ‘Kijk naar Syrië, kijk naar andere plekken in de wereld waar gevochten wordt.’ Regout pleitte voor een Volkerenbond die het belang van vrede voorop zette en waar niet de belangen van individuele lidstaten overheersten.

De plaquette is in brons gemaakt door de Nijmeegse kunstenaar Cor Litjens. De beeltenis van Regout is gebaseerd op het portret dat van hem in de Molenstraatkerk hangt. ‘De zachtaardigheid straalt van zijn gezicht af’, aldus de kunstenaar. In het portret zit reliëf. Met een speciale techniek zorgde Litjens ervoor dat de hoogst gelegen delen donker zijn en de laagst gelegen licht. Meestal is het omgekeerd, maar zo kon de pater een wit boordje krijgen.


Dit artikel staat ook in de nieuwe Vox. Die kun je hier digitaal lezen en overal op de campus uit de bakken halen.

1 reactie

  1. Willem Paulissen schreef op 28 augustus 2019 om 13:32

    Volgeling van Jezus in de ware zin : dienen en niet gediend worden in geloof op een betere wereld.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!