Onderwijs bèta’s ‘te complex’ georganiseerd
Het Onderwijscentrum van de bèta’s functioneert niet goed. En dat ligt vooral aan de faculteit, zegt de decaan. ‘We hebben ons onderwijs te complex georganiseerd.’
Deze week presenteerde bureau Fundatis een evaluatierapport over het Onderwijscentrum FNWI. De conclusies zijn niet mals: het centrum functioneert niet goed. Docenten en studenten klagen over een weinig klantvriendelijke benadering. Het komt met regelmaat voor dat zaken als een aanmelding voor een master of het inroosteren van een bijvak moeizaam verlopen. Maar dat ligt niet alleen aan het Onderwijscentrum, stelt bètadecaan Stan Gielen. ‘Wij hebben ons onderwijs zo complex georganiseerd dat het onderwijscentrum het haast niet goed kán doen.’
De onderwijsorganisatie bij de bèta’s is nog niet goed ingespeeld op de grote aantallen studenten (2.800 dit studiejaar) die momenteel rondlopen op de faculteit, zegt Gielen. Zo biedt de faculteit een biologiestudent veertig keuzevakken aan. ‘Dat is in de praktijk lastig te realiseren. En als het dan niet lukt, dan wordt afgegeven op het Onderwijscentrum, in de trant van “jullie hebben niet goed geroosterd”.’
Couleur locale
Vier jaar geleden werd het Onderwijscentrum opgericht om zaken als het bindend studieadvies en de roostering centraal te regelen. Nu blijkt dat veel medewerkers nog te zeer zijn gehecht aan de oude manier van werken, in de onderwijsbureaus van de verschillende opleidingen. In de praktijk komt dat neer op een alles behalve standaard aanpak: ‘Per student dingen fixen’, zoals Fundatis het noemt. Maar met zoveel studenten is die aanpak niet meer realistisch, zegt Gielen.
De decaan onderschrijft de conclusies van Fundatis. ‘We hebben bij de oprichting van het Onderwijscentrum vooral aandacht besteed aan de organisatiestructuur en te weinig aan de inhoud, wat precies de taken van het centrum moeten zijn’, zegt hij. Hij vindt het tijd voor het maken van betere afspraken over wat de faculteit uniform gaat aanpakken. Zeker nu de studentenaantallen verder toenemen is dat onvermijdelijk. ‘Want dat betekent een noodzaak tot uniformering en dus beperking van de ‘couleur locale’.’
Gielen belooft nog voor kerst een plan van aanpak.