Onderwijsminister haalt herinneringen op in de Thomas van Aquinostraat
Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven was vanmiddag op werkbezoek. Net op tijd om nog een glimp op te vangen van de laatst overgebleven gebouwen in de Thomas van Aquinostraat, waar ze in de jaren tachtig zelf studeerde. 'Daar links heb ik me ingeschreven als lid van D66. Bijzonder hè?'
Een minister op werkbezoek heeft geen tijd voor koetjes en kalfjes. ‘We komen net van een driedaags bezoek aan Porto en moeten straks alweer in Den Haag zijn’, zegt haar woordvoerder terwijl hij in hoog tempo achter Ingrid van Engelshoven aan loopt door de luchtbrug tussen het Erasmusgebouw en de UniversiteitsBibliotheek (UB). Eerder heeft de minister met het college van bestuur gepraat over onder meer de aansluiting tussen universiteit en het voortgezet onderwijs in de regio en de werkdruk op de campus. Bij het glas met uitzicht op de hoofdzaal van de UB blijft de minister staan. Ze kijkt naar beneden. ‘Hier heb ik veel gezeten. Ik had er mijn vaste plek.’
Resten gebouwen
Onderwijsminister Van Engelshoven studeerde van 1984 tot 1989 aan de Radboud Universiteit. Ze deed beleids- en bestuurswetenschappen. Daardoor kwam ze veel in de Thomas van Aquinostraat, vertelt ze als ze is aangekomen bij de resten van een van de voormalige gebouwen aan die straat. ‘Ik vind het heel bijzonder dat ik de campus mag bezoeken nu de gebouwen er net nog staan.’ Ze komt weliswaar nog regelmatig in Nijmegen. ‘Maar dan loop je niet zo snel de campus op.’
‘Daar links’, de minister wijst in de richting van Thomas van Aquinostraat 1. ‘Daar heb ik me voor het eerst ingeschreven als lid van D66. Bijzonder hè? Het was na een lezing van Hans van Mierlo. Bij de ingang was er een mogelijkheid om je in te schrijven.’
Kratfietsen
Buiten bij het Spinozagebouw staan fietsen klaar voor de minister en haar gevolg. Rode Radboudfietsen met witte kratten voorop. ‘Jeetje’, zegt de minister terwijl ze opstapt, ‘dat zal wel even wennen zijn voor de buitenlandse studenten. Moeten ze meteen kratfietsen!’
In de stoet achter de minister fietsen Rosemarije Weterings, student taalwetenschap, en Nienke Wessel, student wiskunde & informatica. ‘Ik vond het echt superleuk toen ik werd gevraagd om met de minister mee te lopen’, zegt Weterings. Of ze nog iets tegen de minister heeft kunnen zeggen? Weterings lacht. ‘Heel even. Dat het een goede zaak is dat de Refter wordt verbouwd.’
Take Marifat schreef op 4 juli 2018 om 21:45
Opvallend veel Nederlanders die een prominente functie binnen het openbaar bestuur bekleden, hebben hun basis in Nijmegen liggen. Ze zijn in Nijmegen of omstreken – van Velp tot Venlo – geboren en getogen en/of ze hebben hun opleiding aan de HAN/KUN/RU voltooid.
In feite wordt Nederland momenteel bestuurd door Nijmegenaren, tot en met het parlement aan toe.
De stad Nijmegen is heilig verklaard. Kritiek uiten is ongeoorloofd, want je belandt pardoes in een cel. Overal zie je adelaars, zwartrode vlaggen, swastika’s, 88 en &, maar daarover moet je zwijgen, want voordat je het weet, ben je morsdood als persoon met (deels)allochtone genen.