Onderwijsvernieuwing (2): virtueel labwerk

22 mei 2018

Pen en papier maken plaats voor apps en 360-graden video’s: het onderwijs staat niet stil. Vox maakt een rondgang over de campus op zoek naar innovatieve onderwijstechnieken. Vandaag deel 2: practicum vanuit huis.

In tien jaar tijd verdubbelde het aantal scheikundestudenten, tot 160 eerstejaars dit collegejaar. Goed voor het vakgebied, maar met een praktisch mankement – labruimte is schaars, dus kostbaar. Eigenlijk moet iedere minuut er efficiënt besteed worden: in het laboratorium wil je geen tijd verspillen aan basale vragen en lange klassikale uitleg.

Dennis Löwik, universitair docent bio-organische scheikunde

Nog iets: tijdens practica worden die 160 studenten verdeeld over zestien werkgroepen. Liefst zou universitair docent Dennis Löwik iedereen zelf practicum geven over zijn vakgebied, de organische chemie, zodat ze allen hetzelfde leren. Maar zestien werkgroepen? Dat gaat natuurlijk niet, dus geeft hij zijn lessen uit aan assistenten.

Om die schaarse labruimte –‘Veel werk is flexibel, maar een zuurkast versleep je niet zo makkelijk’– en omdat hij liever zelf in de hand houdt wat zijn studenten leren over zijn vak, experimenteert Löwik, samen met practicumcoördinator Tom Bloemberg, sinds 2017 met LabBuddy. Die webapplicatie werd ontwikkeld door een Wagenings bedrijf en was oorspronkelijk bedoeld voor studenten levensmiddelentechologie, om hen voorafgaand aan hun labexperimenten vast kennis te laten maken met de stof.

LabBuddy 

Löwik: ‘LabBuddy loodst studenten virtueel alvast door het practicum heen. Zij kiezen zelf de stappen die nodig zijn om een practicum tot een goed einde te brengen – zoals het isoleren van een bepaald molecuul of een monster te bewerken tot een monster met andere eigenschappen.’

Ondertussen stelt LabBuddy de student vragen over de stof, zodat ze niet zomaar wat klikken, maar ook nadenken over waaróm ze iets doen. Filmpjes en foto’s verduidelijken het experiment en als zij een fout maken krijgen ze een melding. Tijdens het échte practicum reikt LabBuddy een stappenplan aan en QR-codes helpen de student in het lab de juiste materialen te vinden.

Tot nu toe werd LabBuddy gebruikt bij één practicum, voor tweedejaarsstudenten. Volgend studiejaar krijgen ook die 160 eerstejaar met het programma te maken: onlangs ontvingen Löwik en Bloemberg een Comeniusbeurs van vijftigduizend euro om LabBuddy verder te implementeren. Vooral het invoeren en testen van experimenten in LabBuddy kost tijd.

Reageerbuisje

De eerste feedback van studenten is voornamelijk positief, zegt Löwik. ‘Een student noemde het labwerk, door het stappenplan dat LabBuddy biedt, als het volgen van een kookboekrecept. Dat moeten we ondervangen. En nog een praktische kwestie: hoe moet het met minder gesegmenteerde experimenten, die niet zomaar in blokjes op te breken zijn?’

Maar Löwik is optimistisch. Waar hij en zijn collega’s eerder een halfuur kwijt waren aan klassikale uitleg, komen studenten nu voorbereid het lab in en beginnen direct met opbouwen. Triviale vragen, als “Welk reageerbuisje moet ik pakken?” vallen niet meer – zo blijft er tijd over om de diepte in te gaan.

Wel is die virtuele labsessie nadrukkelijk een toevoeging, géén substituut, benadrukt Löwik. ‘In het echt is het toch weer héél anders: water giet een student doorgaans anders in een buisje dan een geconcentreerd zwavelzuur.’

1 reactie

  1. Marian Noorderwerf schreef op 24 mei 2018 om 14:54

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!