Vox neemt een kijkje in het Baby & Child Research Center, waar directeur Sabine Hunnius kortgeleden tot hoogleraar benoemd werd. 'Ik ben geïnteresseerd naar de wijze waarop jonge kinderen de wereld om zich heen leren kennen en hoe zij begrijpen wat andere mensen denken, doen en voelen.’ 

Baby Luus (1) tilt een balletje, een rubberen krab en knuffel ‘Mooie Mol’ van de ene kant naar de andere kant van de tafel, daarbij aangemoedigd door moeder Kim. Na een tijdje is Luus het zat; eigenlijk is het veel leuker om spulletjes op de grond te gooien.

Op Luus’ rechterhand en -pols zitten twee reflecterende bolletjes. Die worden opgemerkt door de infraroodcamera’s die in de hele kamer hangen, legt Lisanne Schröer (23), RMA-student Cognitieve Neuroscience, uit. ‘We gebruiken motion tracking om de motorische vaardigheden van kinderen te meten.’

‘Wij willen begrijpen hoe in de babytijd de basis gelegd wordt voor de latere ontwikkeling’

Volgende week komt Luus nog een keer langs in het Nijmeegse Baby & Child Research Center. Dan krijgt ze een film waarop ándere mensen –sommigen boos, anderen blij – dingen verplaatsen. ‘We onderzoeken of de motorische vaardigheden van baby’s te relateren zijn aan de mate waarin zij emoties van anderen kunnen herkennen in vergelijkbare acties,’ zegt Schröer . ‘We denken dat er een correlatie is.’

Bepalende periode 

Schröer doet in het babylab thesisonderzoek naar het verband tussen emotieherkenning en motoriek. Haar onderzoeksgroep wordt aangevoerd door Sabine Hunnius, hoofd van het babylab en recentelijk benoemd tot hoogleraar Developmental Cognitive Neuroscience.

Hunnius: ‘Mijn onderzoeksgroep doet onderzoek naar de sociaal-cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. Ik ben geïnteresseerd naar de wijze waarop jonge kinderen de wereld om zich heen leren kennen en hoe zij begrijpen wat andere mensen denken, doen en voelen.’

Geen periode is zo bepalend voor onze ontwikkeling als onze babytijd, daarover is men het er in het vakgebied inmiddels eens. In het babylab probeert men grip te krijgen op die vroege periode. Welke leer- en ontwikkelingsprocessen vinden er bij baby’s plaats? ‘Wij willen begrijpen hoe in de babytijd de basis gelegd wordt voor de latere ontwikkeling van kinderen.’

Erkenning 

Hunnius ziet haar verse hoogleraarschap als een mooie erkenning van haar werk, maar eigenlijk van het hele onderzoekscentrum. ‘En we hebben net ook een andere hoogleraar gekregen, Caroline Rowling van het Max Planck Instituut, die het onderzoek naar taalverwerving komt versterken.’

Hunnius ziet bovendien de aanwas van jonge onderzoekers stijgen. ‘Ik denk dat dit heel mooie tijden zijn voor het babyonderzoek, en specifiek voor ons onderzoekscentrum. Samen doen we heel divers en productief babyonderzoek.’ Dat komt óók door de enthousiaste ouders in de regio, benadrukt ze.

Luus’ moeder Kim is zo’n enthousiaste ouder. Op de vraag waarom ze haar jonge dochter aanmeldde voor onderzoek in het babylab antwoordt ze: ‘Ik werk zelf in de zorg, ik weet hoe belangrijk wetenschappelijk onderzoek kan zijn.’