Wat moet een experimenteel onderzoeker zonder zijn lab? Omdat veel onderzoek dreigde stil te vallen zet de bètafaculteit weer – heel voorzichtig – de deuren van het Huygensgebouw op een kiertje.

Voor promovendus Wouter Lenferink viel bevrijdingsdag dit jaar een weekje later. Afgelopen maandag mocht hij, na twee maanden, eindelijk weer naar het laboratorium van microbiologie om zijn onderzoek met bacteriën voort te zetten. ‘Ja, zo voelde het’, zegt hij. ‘Als wetenschapper is er niks leuker dan spelen in het lab. Daar doe je het voor.’

Tien procent

Sinds deze week is het Huygensgebouw weer (zeer beperkt) open voor experimenteel onderzoekers. ‘Naarmate de lockdown aanhield, groeide het ongeduld, zegt Iwan Holleman, directeur bedrijfsvoering van de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. ‘Begrijpelijk, natuurlijk. Zeker voor promovendi is er sprake van tijdsdruk, veel onderzoek komt stil te staan. We hebben daarom gezocht naar een oplossing, binnen de ruimte die het RIVM ons geeft.’

En die oplossing is gevonden, al is het voor een bescheiden aantal personen dat weer naar de faculteit mag komen. ‘Per dag laten we tien procent van de onderzoekers toe’, zegt Holleman. ‘Dat komt neer op ruim honderd personen in totaal. Die plekken verdelen we onder de instituten.’

De faculteit is niet over een nacht ijs gegaan om de opening mogelijk te maken. ‘In de brede gangen werken we met eenrichtingsverkeer’, zegt Holleman. Met behulp van linten, pijlen en verkeersborden worden bezoekers de goede kant op gewezen. Zelfs een wc-bezoek is gereguleerd: in elke ruimte is maar één toilet in gebruik. Is die bezet, dan dient de volgende bezoeker op de gang te wachten, zodat er geen botsingen plaatsvinden in het voorportaal.

‘Ook hebben we bij de hoofdingang en bij de ingangen van de labs pompjes met desinfectiegel geplaatst’, gaat Holleman verder. ‘Overal hangen instructies en gedragsregels. Zo staat per ruimte bijvoorbeeld aangegeven hoeveel personen er mogen zijn.’

Zomervakantiegevoel

Van zijn afdeling was Lenferink een van de zes gelukkigen die op maandag als eerste naar het Huygensgebouw mocht. De afgelopen weken was hij af en toe ook al in het lab, maar dan alleen om de bacterieculturen waar de microbiologen mee werken te onderhouden. Nu mocht hij weer een hele dag ‘spelen in het lab’, al is het ook hard werken: ‘Je wilt de gegeven tijd natuurlijk zo efficiënt mogelijk benutten.’

Voor hem gaf het bezoek aan het Huygensgebouw een beetje ‘een zomervakantiegevoel’. ‘Dan zijn er ook wel mensen, maar kom je elkaar amper tegen, alsof je als enige aan het werk bent.’ Lenferink had dan ook het gevoel dat er nog wel meer mensen toegelaten zouden kunnen worden.

Wanneer dat zal gebeuren, kan Holleman nog niet zeggen. ‘Deze beperkte opening is ook om ervaring op te doen – hoe je een universiteitsgebouw weer kunt openen in het huidige tijdsgewricht. We komen vast nog dingen tegen, die beter kunnen. Uiteindelijk hopen we natuurlijk meer mensen te kunnen toelaten, maar dat zal afhangen van de ruimte die we van de universiteit krijgen.’

Op 6 mei kondigde het kabinet versoepelingen aan van de coronarichtlijnen. De Radboud Universiteit hoopt eind deze week een ‘routeboek’ te presenteren met daarin de gevolgen van die versoepelde richtlijnen voor de campus.