Ongelijk verdeeld: tweelingen in ontwikkelingslanden
Voor hun onderzoek naar ongelijkheid tussen meisjes en jongens in ontwikkelingslanden, brachten Jeroen Smits (Radboud Universiteit) en Christiaan Monden (University of Oxford) het voorkomen van tweelingen in kaart. Nieuwe informatie, die verkeerde aannames weerlegt en die nu is gepubliceerd in PLoS One.
Tweelingen zijn interessant voor wetenschappers omdat ze tegelijkertijd geboren worden, in dezelfde omstandigheden opgroeien en zich tóch vaak anders ontwikkelen. Voor onderzoek naar ongelijkheid tussen meisjes en jongens in ontwikkelingslanden, waar de Nijmeegse socioloog/econoom Jeroen Smits zich mee bezighoudt, zijn de levenslopen van tweelingen dan ook heel interessant. Zodoende stelde hij samen met socioloog Christiaan Monden een tweelingdatabase samen voor 76 ontwikkelingslanden. Want die ontbrak nog.
Veel tweelingen in Afrika, weinig in Azië
Uit de database blijkt dat in de onderzochte landen gemiddeld 13,6 tweelingen geboren worden per 1000 geboortes. In Centraal Afrika ligt dat getal hoger: meer dan 18 per 1000. In Azië en Latijns Amerika is het aantal tweelingen juist erg laag: vaak minder dan 8 per 1000 en bijna altijd minder dan 10 per 1000. Uitzondering vormen de Caribische eilanden, met name Haïti (14 per 1000) waar veel Afrikanen wonen.
Aannames weerlegd
Opvallend is dat de tweelingdatabase informatie bevat die bepaalde aannames weerlegt. Zo werd in de vakliteratuur vaak gesteld dat het aantal tweelingen in India vergelijkbaar zou zijn met Europese landen. (Vóór de introductie van vruchtbaarheids- behandelingen: 9 tot 16 tweelingen per 1000 geboorten.) In werkelijkheid worden in India net zo weinig tweelingen geboren als in de rest van Azië. Ook de mythe dat in Nigeria meer tweelingen worden geboren dan waar ook ter wereld, wordt weersproken. In verschillende landen in Centraal Afrika ligt het tweelinggemiddelde hoger; ’topscorer’ is Benin met 27,9 tweelingen op 1000 geboortes.
Mogelijke verklaring
Een verklaring voor de grote verschillen in tweelinggeboortes bieden de onderzoekers niet, daar ging het hen niet om. Waarschijnlijk speelt een erfelijke component een rol, net als verschillen in de leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen en het aantal kinderen dat ze krijgen. Oudere vrouwen krijgen meer tweelingen en bij een vierde of vijfde zwangerschap is de kans op een tweeling groter dan bij een eerste of tweede zwangerschap. De nieuwe tweelingdatabase biedt mogelijkheden tot verder onderzoek naar de oorzaken van de gevonden verschillen. / Anja van Kessel