Online onderwijs heeft ook voordelen: ‘Het is flexibel en toegankelijk’

29 okt 2020

De online colleges, groepsbijeenkomsten en mentorsessies drijven veel docenten en studenten tot wanhoop. Toch zitten er ook voordelen aan het feit dat het meeste onderwijs online moet plaatsvinden. 'We praten binnen de universiteit nu meer en bewuster over onderwijs dan ooit, dat vind ik erg goed.'

Frank Léoné, universitair docent bij Artificial Intelligence en het Dondersinstituut

‘Ik ben docent professionalisering bij het Teaching en Learning Center (TLC). Het is zeker mogelijk om met online of hybride onderwijs een vak dat al jaren wordt gegeven net zo goed of beter te maken. Natuurlijk is het in de praktijk door tijdsgebrek wel moeilijk om dat te bereiken. Maar in het recente verleden zaten we vaak toch erg vast in een systeem: per week een hoorcollege en een werkcollege en zo geef je een vak. Daar dachten we te vaak niet genoeg over na. Nu moet je een vak helemaal gaan ontwerpen, juist omdat het vanzelfsprekende sociale contact ontbreekt, en bewust nadenken over hoe studenten gemotiveerd blijven en hoe ze het overzicht houden. We praten binnen de universiteit nu meer en bewuster over onderwijs dan ooit, dat vind ik erg goed.

Hierbij ontstaan ook nieuwe mogelijkheden. We maken op dit moment heel veel goed materiaal dat we kunnen hergebruiken, door het opnemen van colleges en kennisclips. Ook gebruiken we meer online bronnen en video’s van elders. Daarnaast is het mogelijk om werkcolleges te organiseren in kleine groepen, waar studenten bij elkaar kunnen zitten en de docenten gemakkelijk online van groep naar groep kunnen hoppen, of voor alle werkgroepen tegelijk “college” kunnen geven. Dat zou je met fysiek onderwijs nooit kunnen, want dan moet je te veel lopen van zaal naar zaal.  Dit zijn dingen die we kunnen behouden als contactonderwijs weer wat gemakkelijker wordt.

Ik heb tot mijn spijt geen idee hoe studenten in een live fysiek college zouden zijn, nu ik ze alleen online heb ontmoet. Maar ik kan me goed voorstellen dat studenten digitaal iets gemakkelijker meepraten. In een standaardcollege is het best moeilijk om iets te zeggen. Ik heb een collega die al langer Slack, een app voor werkteams, gebruikt om studenten vragen te laten stellen tijdens college. De mogelijkheden waren er altijd al, maar die gebruikten we nog niet. Dat is wel een goede uitkomst van dit alles.’

Johannes Textor, universitair hoofddocent Data Science en RUMC

‘De software die we gebruiken werkt technisch beter dan verwacht. Ik had gedacht dat het verschil tussen fysiek en online lesgeven groter zou zijn. Ook al zie ik niet al mijn studenten, ik merk toch dat ze er zijn. Tijdens mijn colleges stel ik graag vragen aan studenten en waar ik normaal maar van een handjevol mensen antwoord krijg, krijg ik nu veel meer respons. Ik kan door middel van een poll vaak van wel 90 procent van de studenten een antwoord krijgen.

Bij Informatica, een van de opleidingen waar ik lesgeef, zijn studenten vaak al erg gewend om te communiceren via chat of online tools. Bijvoorbeeld omdat ze veel gamen, of andere dingen online doen. Ik kan natuurlijk niet beoordelen of studenten die normaal in college minder zouden zeggen dat nu ineens wel doen, omdat ik ze alleen nog online heb gezien. Maar ik kan het me wel goed voorstellen.

‘Ik had gedacht dat het verschil tussen fysiek en online lesgeven groter zou zijn’

Natuurlijk raak ik soms mensen kwijt tijdens een online college, maar tijdens een fysiek college kan ik mensen ook niet verplichten om te komen, al vind ik het natuurlijk prettig als mensen er zijn. Het online onderwijs heeft er ook niet voor gezorgd dat er meer mensen afhaken in de loop van de cursus. Studenten beginnen vaak aan meerdere vakken en kiezen dan met welke ze verder gaan. Meestal houd je de helft over en dat is nu ook zo. Het grootste nadeel vind ik eigenlijk dat ik studenten niet kan zien, dan praat ik tegen mezelf of een zwart scherm. Eerst vroeg ik of een paar studenten hun camera konden aanzetten, maar dan staan ze ook op de opname. Niet veel mensen willen dat. En dat begrijp ik ook, maar het is wel lastig om geen gezichten te zien.’

Jeanette Pots, coach eerstejaars studenten RUMC

‘Als coach mag ik gelukkig vaak fysiek onderwijs geven. Naast het begeleiden van Learning Communities en groepsbijeenkomsten voer ik ook individuele gesprekken met studenten. Ik ben de persoon waar ze terecht kunnen als ze vragen hebben of dingen niet lekker lopen. Zeker als ze een eind moeten reizen, doen we die gesprekken online. Als de student dan gewoon zijn camera aanzet en ik ook, is er niet zo heel veel verschil. Alles wordt gezegd wat normaal ook gezegd zou worden. Dit maakt het onderwijs flexibel en toegankelijk. Wat ook scheelt, is de kosten die je moet maken om iets te organiseren. Ik organiseer, samen met andere collega’s, ook symposia voor de studenten in de minor en vaak heb je dan te maken met hoge reiskosten voor sprekers. Je boekt dan geen mensen uit Amerika, bijvoorbeeld, dat kan online allemaal wel.

Een nadeel is het gebrek aan interactie. Je kunt niet goed aan non-verbale communicatie zien of de studenten betrokken zijn en het heeft niet mijn voorkeur om mensen voor het blok te zetten met een vraag. Alleen als ik een vraag aan de hele groep stel, krijg ik niet altijd antwoord. Het verschilt natuurlijk per soort onderwijs hoe erg dat is en ik denk dat het ook nog per docent verschilt hoe we ermee omgaan. Misschien kunnen we ons allemaal nog wat meer laten trainen in het geven van online onderwijs. Een voordeel vind ik dat we als docent worden gedwongen om na te denken over onze lessen en daar misschien ook iets in te veranderen. Je kunt niet de hele tijd achter je scherm zitten. Ik probeer vaker opdrachten te bedenken die ze op hun eigen tempo thuis kunnen maken en daarna online kunnen nabespreken. Ik probeer toch al ieder jaar opnieuw te kijken wat ik aanbied, ook op basis van evaluaties.

Natuurlijk krijg ik ook wel te horen welke dingen er niet goed gaan. Schermmoeheid en de afwezigheid van contact met andere studenten zijn problemen die ik veel terug hoor. Het is te hopen dat we de voordelen van online onderwijs in de toekomst weer kunnen gaan combineren met meer fysiek onderwijs.’

1 reactie

  1. Student schreef op 30 oktober 2020 om 14:59

    Once again for the people in the back:

    De vakken met betrokken, welwillende, actieve docenten met enigszins talent voor het vak van docent (ipv talent op hun vakgebied) zijn zowel goed in een fysieke vorm, als in een online vorm.

    De vakken die fysiek sowieso al problematisch waren qua kwaliteit van opbouw/docent/lesmateriaal blijven dat ook online. Dat is niet de schuld van online

    Het grootste probleem wat er is zit in hybride lessen. Docenten die weglopen van de computer waardoor de microfoon wegvalt, bijdragen van studenten in de zaal die helemaal niet opgepikt worden, notities op het bord die de camera niet oppikt, docenten die 20 minuten aan een stuk de chat negeren. Dit laatste kan opgelost worden door een ‘designated reader’ in de zaal die de virtual classroom/zoom open heeft en de docent kan helpen. Bij die andere technische problemen moet er meer technische ondersteuning zijn. Betere stream-faciliteiten in de zalen, of juist de keuze dat de werkcolleges digitaal gaan waardoor iedereen op een gelijk speelveld zit en er discussies tussen studenten kunnen plaatsvinden. Bijkomend voordeel, overleggen met z’n vieren in een breakout room is een stuk beter verstaanbaar dan met z’n vieren op 1,5 meter van elkaar in een rumoerige zaal.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!