‘Ons huidige economische systeem staat duurzaamheid in de weg’
We moeten af van het idee dat economische groei leidend is, vindt hoogleraar Ingrid Visseren-Hamakers. Want dat staat een duurzame samenleving in de weg. Volgende week ontvangt ze vijfhonderd internationale collega's in Nijmegen voor een congres over een noodzakelijke fundamentele maatschappijverandering. Wie is Visseren-Hamakers, die in juni toetrad tot de Eerste Kamer?
Ze was de eerste senator ooit die bij haar beëdiging bedankte voor een bos bloemen. In plaats daarvan ontving ze een ecologische kamerplant – gekweekt zonder pesticiden. Die plant staat nu bij haar thuis op haar bureau en gaat nog jaren mee.
Natuurlijk was PVV-baas Geert Wilders er als de kippen bij om Ingrid Visseren-Hamakers in De Telegraaf af te schilderen als ‘sneu’. En ook op Twitter werd ze beschimpt. Maar zelf is ze achteraf dankbaar voor de commotie die volgde op haar actie. ‘Ik werd uitgenodigd door de bloemensector om in gesprek te gaan over de manier waarop bloemen worden geteeld’, zegt ze. ‘Dat is precies wat ik wil, dingen losmaken.’
Dierenwelzijn
Visseren-Hamakers trad in juni voor de Partij voor de Dieren toe tot de Eerste Kamer. Die functie combineert ze met haar baan als hoogleraar Environmental Governance and Politics aan de Radboud Universiteit. Als auteur was ze in 2019 betrokken bij het rapport van het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES). In dat rapport waarschuwen wetenschappers voor het uitsterven van één miljoen planten- en diersoorten wereldwijd.
In zowel de politieke als de academische arena wil ze bijdragen aan een fundamentele maatschappijverandering die leidt tot een duurzaam economisch systeem. En, vertelt ze tijdens een boswandeling door Heumensoord, werken aan een wereld waarin natuur, mens en dier gelijkwaardig zijn. Al sinds ze zich kan heugen, heeft ze een bovengemiddeld grote belangstelling voor het welzijn van dieren.
Wat was uw eerste huisdier?
‘Nijntje. Inmiddels weten we dat je konijnen niet in hun eentje in een hok moet houden, maar die kennis was er toen nog niet. Na Nijntje 1 volgden Nijntje 2, 3 en 4. Mijn vader werkte bij de luchtmacht, daardoor hebben we op veel verschillende plekken gewoond. Ik herinner me dat we gingen verhuizen naar München. Met mijn ouders en mijn zus, de kanariepiet, het konijn en de hond, allemaal in een Opel Kadettje. Dat is een hele fijne herinnering. Nu heb ik alleen nog een hond, Greta. Ze is niet vernoemd naar Greta Thunberg, al denkt iedereen dat. Maar onze Greta was eerder. We hebben haar uit het asiel gehaald toen we in Amerika woonden, een Hollandse herder.’
U kwam in 2019 terug naar Nederland om hoogleraar in Nijmegen te worden?
‘Ja. Ik zag de vacature en vond het een mooie baan. Ik was op dat moment associate professor en woonde met mijn man in de Verenigde Staten. Die buitenlandervaring was een bucketlist-dingetje van me. Ik had als tiener met mijn ouders in Alabama gewoond en wilde als volwassene nog eens een periode in de VS verblijven. Na ruim vier jaar vonden we het tijd om weer naar Nederland te gaan.’
U studeerde bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit, hoe kwam u uit bij milieu- en maatschappijwetenschappen?
‘Toen ik in de jaren negentig studeerde, was het begrip milieu nog niet erg ingeburgerd. Bedrijfskunde was een brede studie waar je nog alle kanten mee op kon. Ik wist alleen dat ik later iets goeds wilde gaan doen, maar niet wat dan precies. Pas later kwam ik erachter dat er zoiets als milieu- en maatschappijwetenschappen bestond en toen ben ik die vakken er meteen bij gaan volgen. In Utrecht ben ik gepromoveerd. Het vakgebied heeft me nooit meer losgelaten.’
Takkenwijf
Ze werkte een paar jaar als beleidsmedewerker bij de provincie Zuid-Holland, maar voelde zich beter thuis bij Greenpeace, haar volgende werkgever. Hier was ze campagneleider ‘bossen’, wat haar de bijnaam Takkenwijf opleverde. Die geuzennaam koestert ze nog altijd, vertelt ze lachend als we onder de bomen door wandelen. Het zegt iets over haar activistische inborst én respect voor de natuur. Bij Greenpeace bemoeide ze zich met illegale houtkap en de rol van Nederland bij de internationale handel in hout. ‘Die agenderende rol van Greenpeace is keihard nodig om het trage debat over een duurzame economie vooruit te duwen’, zegt ze.
Hoe komen we volgens u tot zo’n duurzaam economisch systeem?
‘Om te beginnen moeten we af van het denken in sectoren, dat is al veel te lang gebeurd. We moeten de maatschappij zien als één geheel. De keuzes die je maakt in je economisch beleid, beïnvloeden duurzaamheidsvraagstukken en vice versa. Als je bijvoorbeeld op grote schaal soja blijft importeren om de vee … ik vermijd het woord ‘veestapel’, want dat vind ik echt een vreselijk oneerbiedig woord … om de grote aantallen dieren die we in de veehouderij houden, te voeden, zodat we die vervolgens weer als dierlijke producten kunnen exporteren, dan kun je spreken van een economisch systeem dat onhoudbaar is. Want we verzuipen in Nederland letterlijk en figuurlijk in de stront.’
‘We moeten ons economisch systeem zo aanpassen dat het weer in dienst staat van ons welzijn, in plaats van andersom. Hoe kan het dat we economische groei belangrijker vinden dan de gezondheid van de Nederlanders? Kijk naar Tata Steel, een bedrijf waar omwonenden ziek van worden. Of neem PFAS, daar krijgen we allemaal via het drinkwater of ons voedsel te veel van binnen. Dat is toch onvoorstelbaar?’
‘Ten tweede moeten we herdefiniëren op welke waarden onze maatschappij is gebaseerd. In plaats van waarden als individualisme of consumentisme – beide voortkomend uit kortetermijndenken – moeten we overstappen naar liefdevolle waarden.’
Welke waarden zijn dat?
‘Onze relatie met de natuur, onze relatie met dieren, onze relatie met elkaar. Ecocentrische, compassievolle en eerlijke duurzame ontwikkeling. Dat zijn langetermijnwaarden op basis waarvan we keuzes op het gebied van ons economisch beleid kunnen maken. Decennialang hebben we gefocust op groei, groei, groei. Nu is het moment gekomen dat we inzien dat het anders moet. Dat niet alleen het bruto nationaal product wordt gebruikt als indicator voor hoe het gaat met Nederland, maar dat we welvaart breder gaan zien.’
Hoe komen we daar? Weinig mensen zullen tegen liefdevolle waarden zijn, totdat het betekent dat ze iets moeten inleveren.
‘Heel simpel. Door ervoor te zorgen dat een ecologisch geteelde wortel goedkoper is dan de gangbare wortel. Dan stappen mensen vanzelf over. Maar dat betekent dus dat je niet bij de burgers moet beginnen. Wat we echt fout hebben gedaan de afgelopen halve eeuw, is dat we veel te veel verantwoordelijkheid hebben neergelegd bij de individuele consument. Het bedrijfsleven kan dan blijven zeggen “ja, maar de klant wil niet meer betalen voor zijn boodschappen” en doorgaan met een achterhaalde manier van produceren. Maar de verandering zit juist aan de kant van het bedrijfsleven.’
‘Subsidies voor grootschalige landbouw en veeteelt moeten we stopzetten’
‘Ons huidige economische systeem staat duurzaamheid in de weg. Als politiek moeten we de duurzame markt ondersteunen. Keuzes maken. En sommige dingen gewoon ouderwets verbieden, zoals het gebruik van pesticiden. Subsidies voor grootschalige landbouw en veeteelt moeten we stopzetten, net als subsidies voor de fossiele industrie. Er zijn genoeg mensen die wél duurzaam willen ondernemen, maar die momenteel vastlopen op de wet- en regelgeving. Het zijn politieke keuzes waarmee we de veranderingen in gang kunnen zetten.’
Liefdevolle samenleving
Zo komen we weer uit bij de Eerste Kamer. Als wetenschapper is Visseren-Hamakers op de hoogte van de nieuwste wetenschappelijke inzichten op haar vakgebied, als politicus is het haar missie die kennis in te zetten om ook anderen te overtuigen. En ze is hoopvol, want er komen nieuwe verkiezingen aan en dat ziet ze als een kans.
Twaalf jaar Rutte heeft er volgens haar toe geleid dat een boel problemen zijn blijven liggen. Denk aan de gedupeerden van de aardbevingen in Groningen, de slachtoffers van de toeslagenaffaire, de boeren die niet weten waar ze aan toe zijn, iedereen die betrokken is bij het stikstofdossier. De onvrede in de samenleving groeide en mensen werden boos. Terecht, vindt de politicus. Die woede leidde ertoe dat burgers uit protest massaal gingen stemmen op een partij als de BBB. Verschillende zittende politici hebben inmiddels aangekondigd dat ze Den Haag zullen verlaten. Ook dat is positief, vindt Visseren-Hamakers, want een deel van hen betreft de volksvertegenwoordigers op wie de burgers boos waren. Een nieuwe garde treedt aan, en het is aan die nieuwe garde om het anders te doen, problemen wél aan te pakken.
‘Hopelijk verandert de dynamiek van de proteststem daarmee ook. In onze campagne zullen wij als Partij voor de Dieren in elk geval laten zien dat je als burger echt een keuze hebt. Nu is het moment om te kiezen voor een liefdevolle samenleving.’
Opnieuw: daar zullen weinig mensen op tegen zijn. Liefde spreekt iedereen aan.
‘Noem me naïef, maar dat denk ik dus écht. Ook in het politieke debat probeer ik mensen aan te spreken op hun empathie. Stel, hier voor ons op het bospad valt een kind van zijn stepje, dan kan ik me niet voorstellen dat er mensen zijn die níét naar hem toe rennen om hem overeind te helpen. Ik geloof in de goedheid van mensen, maar we hebben een systeem gecreëerd waarin die empathie geen ruimte meer krijgt. Dat kan echt anders. In mijn maidenspeech voor de Eerste Kamer heb ik bewust de term “liefdevolle samenleving” geïntroduceerd omdat dat nu eenmaal is wat ik bedoel. Dat is de essentie.’
‘Het is daarbij wel belangrijk dat we mensen bewustmaken van hoe dingen nu gebeuren en hoe het anders kan. Mensen willen niet het gevoel hebben dat dingen worden afgepakt, zoals het worstje op de barbecue… Maar als we laten zien dat het dier waarvan die worst gemaakt wordt, een individu is, en als we het dierenleed zichtbaar maken dat daarmee gepaard gaat, dan wil niemand die worst toch meer? Dat is een gevolg van de waardenverandering die je als persoon doormaakt. Je wílt geen vlees meer eten. We moeten vertellen hoe ons voedsel gemaakt wordt. Welke Nederlander weet dat een koe elk jaar een kalfje op de wereld moet zetten om melk te kunnen produceren? Wie weet wat er vervolgens met dat kalfje gebeurt?’
Congres
Eind oktober organiseert Visseren-Hamakers samen met haar collega’s een groot congres in Nijmegen: de 2023 Radboud Conference on Earth System Governance. Vijfhonderd wetenschappers uit de hele wereld zijn te gast. Thema van de conferentie is Bridging sciences and societies for sustainability transformations. Het doel is gezamenlijk de noodzakelijke fundamentele maatschappijverandering te bespreken en de nieuwste wetenschappelijke inzichten hierover te delen.
‘Er zou een partij moeten zijn die de vos vertegenwoordigt, omdat die ook op de campus woont’
Een week lang zal de universitaire catering alleen maar vegan voedsel serveren aan de congresgangers, vertelt de hoogleraar. Die keuze is heel bewust gemaakt, daarmee willen de organisatoren laten zien dat het kan. Nijmegen profileert zich al als duurzame universiteit en daar is Visseren-Hamakers trots op, maar graag zet ze een stap extra. Academici zijn er om een voorbeeld te stellen, vindt ze. Ze beschikken over de nieuwste kennis en zou het niet mooi zijn als een universiteitscampus ook vaker als een soort levend laboratorium werd gebruikt?
Ze zou bijvoorbeeld graag zien dat er in de universitaire medezeggenschap niet alleen mensen vertegenwoordigd zijn, maar ook dieren. Er zou een partij moeten zijn die de vos vertegenwoordigt, omdat die ook op de campus woont.
‘Juist een universiteit kan een kraamkamer zijn om te experimenteren met vernieuwende democratische processen. Wat gebeurt er als we dieren en planten een plek geven in onze organisatie? Wat voor andere keuzes maken we? Laten we het uitproberen en kijken waar we tegenaan lopen. Het hoeft niet in één keer goed te gaan, juist niet.’
Volgens haar is de tijd rijp voor de fundamentele transformatie van de maatschappij waar de Partij voor de Dieren voor staat. Op het menu van elk zichzelf respecterend restaurant prijken tegenwoordig vegan gerechten, de term degrowth kun je noemen op een podium zonder uitgejouwd te worden, en het activisme van Extinction Rebellion en Scientist Rebellion heeft serieuze vormen aangenomen.
Onlangs was er ruzie binnen de partij. Esther Ouwehand trad tijdelijk af, en kwam weer terug. Het partijbestuur vertrok uiteindelijk. Welke impact heeft dat gehad op de partij?
‘De afgelopen periode was een heftige tijd voor de Partij voor de Dieren. Ik had graag gezien dat we dit op een collegiale manier hadden opgelost. Maar het mooie is dat ons gezamenlijke doel, een mens-, dier-, en natuurvriendelijke samenleving, ons altijd verbindt. Dus we gaan na de aankomende verkiezingen samen reflecteren op wat er is gebeurd en verder bouwen aan onze beweging.’
Zou u niet méér kunnen bereiken door zich aan te sluiten bij GroenLinks? Die partij heeft – zeker na het samengaan met de PvdA – veel meer zetels.
‘Ik ben actief lid geweest van GroenLinks, maar toen bestond de PvdD nog niet. Het antwoord is nee. De Partij voor de Dieren is de enige partij die een liefdevolle maatschappij voor ogen heeft zoals ik die voor me zie en waarin onze omgang met dieren essentieel is. Een samenleving waarin het woord ‘slachtsnelheid’ – het woord viel onlangs nog in een overleg met de minister over slachterijen – gangbaar is, is wat mij betreft echt de weg kwijt. Ik kan geen politiek bedrijven zonder op te komen voor dieren.’
De PvdD is ook een klimaatpartij. Maar is het klimaat nog te redden? Deze zomer concludeerden wetenschappers dat de opwarming van de aarde in een ongekend tempo voortgaat en we al vlak bij de kritieke grens van 1,5 graad opwarming zitten.
‘We kunnen de ergste klimaatverandering nog voorkomen, maar we hebben in toenemende mate haast. We hebben zoveel tijd verloren aan gebrek aan daadkracht. Dus: aan de slag!’