Ontgroeien: economische ramp of ecologisch wondermiddel?
De economie groeit, maar de planeet raakt uitgeput. Steeds meer wetenschappers stellen dat economische stabilisatie of zelfs krimp de enige weg voorwaarts is. Andere experts vinden die gedachte radicaal en onverstandig.
Op elk dak zonnepanelen en iedereen een Tesla onder de kont, inclusief laadsnoermatje zodat de buurman niet struikelt. Voor de ene groep is het een droom, voor de andere een onhoudbaar toekomstbeeld. Het debat tussen groene groeiers en zogeheten ontgroeiers ontwikkelt zich tot een klassiek geschil. Ook op de Radboud Universiteit zijn beide kampen vertegenwoordigd.
De Franse Juliette Alenda-Demoutiez vond het idee van degrowth al interessant voor ze ooit van de term had gehoord. Ze is in Nijmegen universitair docent Economische Theorie en Beleid. ‘Ik concentreer me met mijn onderzoeken naar duurzaamheidstransformaties onder meer op ontgroeien’, vertelt ze. ‘Het kan een uitweg zijn uit de klimaatproblemen.’
‘Het kapitalistische systeem vervangen is niet makkelijk, maar kan wel’
Sociaal geograaf Karolien van Teijlingen zit net als Alenda-Demoutiez in het ontgroeikamp. Het liefst zou ze het roer radicaal omgooien. ‘We lopen tegen de planetaire grenzen aan, doordat de groei van de economie leidend is’, legt ze uit. ‘Kapitalisme is er al heel lang. Dat systeem vervangen is niet makkelijk, maar het kan wel. We moeten toe naar een economie die het welzijn van mens, klimaat en milieu bevordert. Economische groei is daarvoor geen must.’
Sinds de jaren zeventig is de economie hard gegroeid, maar de tevredenheid van Nederlanders is niet evenredig toegenomen, aldus Van Teijlingen. Dus kun je je afvragen wat dat heilige idee van groei, ingebakken in de westerse cultuur, ons precies brengt.
Groene dromen
Ontgroei-adepten wordt vaak verweten dat ze de feiten niet op orde hebben. Van Teijlingen probeert haar betoog juist te staven met cijfers, bijvoorbeeld als het aankomt op groene groei. ‘Ik heb zo vaak gehoord dat we allemaal elektrische auto’s moeten rijden en de Sahara vol moeten gooien met zonnepanelen. Dan duik ik in de statistieken en zie ik dat voor een elektrische auto acht keer meer koper wordt gebruikt dan voor een normale auto. Er zijn dus acht keer meer kopermijnen nodig dan voor het huidige fossiele rijden, met een verbrandingsmotor. Die mijnen komen niet in het bos naast de Radboud Universiteit, maar in de Amazone.’
Van Teijlingen bezocht voor onderzoek regelmatig koper- en goudmijnen en ging daarvoor naar Brazilië en Ecuador. ‘Ik ken inheemse leiders die vermoord zijn omdat ze tegen de komst van een mijn waren, en ik interviewde bewoners die van hun land zijn gejaagd. De elektrische auto staat voor ons in het Westen voor vrijheid en duurzaamheid, maar aan de andere kant van de wereld leidt de uitbreiding van het elektrische wagenpark tot onvrijheden en milieuschade.’
Haar collega Alenda-Demoutiez doet onderzoek naar de situatie in Afrikaanse mijnen. Daar worden lithium, kobalt en koper gewonnen: grondstoffen die nodig zijn voor het verwezenlijken van groene dromen. ‘Een van mijn belangrijkste onderzoeksgebieden is Congo. Daar zijn bos, mens en dier slachtoffer van de kobaltwinning. Het milieu staat er onder druk en de industrie floreert dankzij zware kinderarbeid.’
‘Degrowth leven is niet eenvoudig’
De drie Nijmeegse wetenschappers vinden elkaar in een duurzame levensvisie. Karolien van Teijlingen heeft geen rijbewijs, geen auto, koopt ‘heel weinig kleding’ en eet vegetarisch. Alenda-Demoutiez eet minder vlees, kiest vaak voor het openbaar vervoer of de fiets en probeert spullen te repareren voor ze iets nieuws koopt. André van Hoorn koopt amper vlees, sproeit zijn tuin niet meer, maakt ‘van energie besparen een sport’ en deelt een auto met zijn ex. ‘Als je rijker wil worden, moet je minder behoeftig zijn. Er zit best iets in om de menselijke natuur via zingeving en gemeenschapsgevoel te beteugelen.’
Vliegen doen de onderzoekers nog wel. ‘Mijn partner komt uit Ecuador’, zegt ontgroeier Van Teijlingen. ‘Ik vlieg er eens in de twee jaar naartoe en combineer het met werk. Als ik mezelf langs de CO2-meetlat leg, is het niet top: het is heel moeilijk om degrowth te zijn en ernaar te leven.’
Voor Van Hoorn staat er binnenkort een vlucht naar een conferentie in Stockholm op het programma (hij benadrukt dat deze niet door de universiteit wordt betaald). ‘Dat zou met de trein kunnen, maar met twee jonge kinderen duurt die reis te lang. In Stockholm becommentariëren we elkaars werk. Uitwisseling van kennis is gebaat bij fysieke nabijheid, dat gaat beter dan in een online meeting.’
Ook ontgroeier Juliette Alenda-Demoutiez vliegt voor haar werk. ‘Ik moet helaas nog steeds vliegen omdat mijn expertise participatief beleid rond klimaatverandering in Afrika is. Ik heb gekeken of je er met de trein en boot naartoe kan, maar dat is te duur. Met collega’s uit de hele wereld denk ik nu veel meer na over cocreatie en samenwerking, zodat er minder gevlogen hoeft te worden. Ik heb overigens ook nog een auto, omdat ik familie en vrienden in Frankrijk heb op zeer afgelegen plaatsen, waar nauwelijks openbaar vervoer komt.’
Een wereld waarin minder wordt geconsumeerd, juicht Van Teijlingen toe. Waarom zou iedereen een eigen auto moeten hebben? Een eigen boormachine? Een eigen grasmaaier? Wijkgenoten kunnen probleemloos een grasmaaier delen. ‘Ik maak zelf bijvoorbeeld gebruik van community supported agriculture [gemeenschapsboerderijen, red.]. Daar werkt het als volgt: als het de producenten twee uur kost om mijn voedsel te produceren, betaal ik hun wat ik zelf in twee uur verdien.’
Op de vraag of zo’n vorm van uitruil niet tot een communistisch systeem leidt, antwoordt Van Teijlingen dat ze daar niet per se tegen is. ‘Als je naar de statistieken kijkt, zie je dat Cuba een redelijk niveau van ontwikkeling heeft en een beperkte ecologische voetafdruk. Het land is niet democratisch, maar de gezondheidszorg en het onderwijs zijn behoorlijk goed, terwijl de uitstoot binnen de grenzen blijft. Onze kapitalistische economie zorgt voor vrijheden, zeggen voorstanders. Je kunt je afvragen wat die vrijheden waard zijn als de planeet daarvan de dupe wordt.’
Statische visie
Hoogleraar Economie André van Hoorn gelooft niet dat de planeet het slachtoffer wordt van meer, meer, meer. Hij is ervan overtuigd dat groei ook mogelijk is bínnen de grenzen van de aarde. Volgens hem is het wél realistisch dat iedereen op den duur elektrisch zal kunnen rijden. Als je de berekening van nu doortrekt, dan is er inderdaad te veel koper nodig, zoals Van Teijlingen beargumenteert. Maar, zo stelt Van Hoorn, dat is een statische visie. ‘Als koper echt een beperkende factor is, dan gaan we dingen uitvinden. Eerst liepen we, daarna zaten we op een paard en nu rijden we op een verbrandingsmotor. Steeds als we tegen grenzen aanlopen, verleggen we die. Ontgroeien neemt die prikkel weg.’
‘Ontgroeien zal ons armer maken’
Sterker nog: ontgroeien zal ons armer maken, denkt hij. En het remt de innovatie. Van Hoorn is fel gekant tegen het idee dat de economie niet meer mag groeien. ‘Ontwikkeling kost geld. Vroeger waren uitvindingen voorbehouden aan de rijke adel. Isaac Newton ontdekte de zwaartekracht omdat hij geld en daarmee tijd had voor onderzoek. En kijk naar onze gezondheidszorg. Die is hartstikke duur, onder meer omdat we in staat zijn tot fantastische operaties en het ontwikkelen van waanzinnige medicijnen.’
Alenda-Demoutiez hoort vaker dat, wanneer er door ontgroeien minder geld in het laatje komt, de gezondheidszorg hieronder kan lijden. Volgens haar concentreren medicijnen, machines, materiaal en kennis (en welvaart in het algemeen) zich vooral in rijke landen. ‘In het huidige systeem zijn het de rijke landen die daardoor vooral beslissen waarin wordt geïnvesteerd. Daardoor gaat er bijvoorbeeld relatief weinig geld naar een vaccin tegen malaria. Een belangrijk onderdeel van ontgroeien is dat rijkdom gelijker en democratischer verdeeld wordt. Programma’s rond welzijn en gezondheidszorg moeten worden gefinancierd zonder de noodzaak om de economie voortdurend te laten groeien.’
Cultuuromslag
Het woord ‘systeemverandering’ komt vaak terug in haar betoog. Dat behelst wat haar betreft veel meer dan alleen economische waarden. Ze vindt dat mensen zich meer zouden moeten richten op gemeenschappelijkheid dan op individualiteit, dat komt het mentale welzijn ten goede. Denk ook aan de infrastructuur, zegt ze. Heel concreet: de aanwezigheid van fietspaden in een land. ‘Systemen maken een duurzamer leven al dan niet mogelijk. In Nederland doe ik veel op de fiets, in Frankrijk is dat bijna onmogelijk – veel te gevaarlijk. We moeten ruimte maken voor gezonde of groene steden.’
Nieuwe Vox
Dit verhaal staat in de nieuwe Vox, die momenteel in de bakken op de campus ligt en waarin alles draait om geld. Na enkele ‘vette jaren’ moet de universiteit voor het eerst weer bezuinigen. En met de universiteit ook haar studenten, want de nieuwe, oude basisbeurs is na jaren aan inflatie maar een druppel op de gloeiende plaat.
Van Teijlingen spreekt van een cultuuromslag die nodig is om te kunnen ontgroeien. Ook zij haalt de fiets erbij. ‘We denken dat we de mensen de auto niet uit krijgen, maar proberen het niet. Een auto parkeer ik gratis voor mijn deur. Mijn bakfiets mag er niet staan, terwijl je daarin ook drie mensen vervoert. We dachten ook dat het onmogelijk was om naar de maan te vliegen, al is dat in termen van CO2 -uitstoot niet het beste voorbeeld’, zegt ze lachend.
De universiteit zou volgens haar het goede voorbeeld kunnen geven. ‘Qua huisvesting bijvoorbeeld, door gebouwen te recyclen. Ik zit zelf in het super-de-luxe Maria Montessorigebouw. Het idee is dat een groot, mooi en nieuw gebouw van nieuwe materialen gemaakt moet zijn. Daar kan je kritisch op zijn. En meer algemeen kun je je afvragen waar je je eigen studenten toe opleidt, wat voor idee van succes je hun meegeeft.’
Dit artikel werd geschreven door Daan Appels.