Ook de borrels van Phocas zijn straks aan de Spiegelwaal
Alsof het geduld van de roeiers van Phocas nog niet genoeg op de proef is gesteld, duurt het nog zeker een jaar voordat zij verhuizen naar de Spiegelwaal. Die vertraging doet niets af aan de groeiende populariteit van de vereniging. ‘We zijn het afgelopen jaar een verbindende factor geweest.’
Meerdere generaties Phocanen hebben hun studententijd doorgebracht met de gedachte dat hun vereniging binnen ‘een jaar of twee’ wel zou vertrekken uit botenhuis De Haemel op het Maas-Waalkanaal. Dat de verhuizing naar het Bastion, de grote ruimte onder de Waalbrug, opnieuw is uitgesteld, is dan ook een ‘frustrerend’, zegt huidig voorzitter Miriam Langhout. ‘Maar we hadden al snel door dat het tijdens ons bestuursjaar niet meer zou gebeuren. Daar hebben we ons bij neergelegd.’
‘Het bestuur krijgt in het Bastion veel meer aanspraak, mensen kunnen zo even binnenlopen’
Dat de verhuizing is uitgesteld heeft onder meer te maken met gemeentelijke vergunningen, waarvan een deel nog altijd niet rond is. Toch worden de verhuisplannen steeds concreter, vertelt Langhout. Het bestuur krijgt een steeds beter beeld van hoe het Bastion, dat gedeeld zal worden met andere watersportverenigingen, er vanbinnen uit zal komen te zien.
Gedeelde ruimte
Naast Phocas worden studentenverenigingen De Loefbijter (zeilen) en Aeolus (surfen) gehuisvest in het Bastion. Ook de Nijmeegse Reddingsbrigade en burgervereniging De Batavier (kanoën) krijgen een plek. Het Bastion, dat nu nog leegstaat, wacht een grondige verbouwing: zo zal er onder meer een verdieping in worden gebouwd.
‘Het wordt echt heel groot’, vertelt Langhout. ‘De bootsman krijgt een aparte werkplaats én lakstraat. Ook krijgen we een binnenbak: een soort zwembad met daarin vier banken en palen, zodat beginners kunnen oefenen, zonder dat ze meteen het water op hoeven.’
Alles op één plek
Maar het grootste voordeel van het nieuwe onderkomen, aldus Langhout, is dat de sociëteit er ook onderdak zal vinden. Nu zijn de kantoren nog in Villa van Schaeck gevestigd, vlakbij het Centraal Station. ‘Het bestuur krijgt in het Bastion veel meer aanspraak, mensen kunnen zo even binnenlopen. Na een training kunnen commissieleden daar dan ook vergaderen. Alles zit op één plek.’
Gevolg is dat het Bastion niet alleen zal dienen als botenhuis, maar als plek voor borrels en kleine feestjes. Om overlast voor omwonenden te voorkomen zet de gemeente daar nu wel vast een rem op: na 1 uur ’s nachts moet het stil zijn in en rond het Bastion. Wie tot later wil doorfeesten, zal zijn heil moeten vinden in de stad, of elders. Voor de grotere feesten hoopt Phocas af en toe nog terecht te kunnen in Villa van Schaeck.
Hoe gaat dat vallen bij de leden van Phocas, die niet alleen bekend staan als goede roeiers, maar ook als prima feestgangers? ‘Het zal een cultuurverandering vergen’, zegt Langhout. ‘Maar dat zie ik niet als iets negatiefs. De borrels moeten gewoon wat eerder beginnen. Dat is ook prettig voor onze wedstrijdroeiers, die geen alcohol drinken en vroeg naar bed moeten.’
Verbindende factor
Voor het zover is moet er eerst definitief worden afgerekend met de coronapandemie, die ook Phocas in haar greep hield. ‘Het afgelopen jaar was een rollercoaster’, kijkt Langhout terug. Ondanks, of misschien juist door corona, meldde een recordaantal nieuwe leden zich aan. ‘Maar hoe ga je die groep aan je binden in tijden van corona? Lange tijd mochten we niet eens met meerdere personen in de boten.’ Onder andere dankzij eenpersoonsboten met drijvers (‘zodat je minder snel omgaat’) konden veel leden toch het water op.
Volgens Langhout zijn veel van de leden die zich dit jaar hebben aangemeld bij Phocas ook lid gebleven. ‘Voor veel studenten was er op sociaal vlak verder niks.’ De leden van Phocas hadden tenminste nog hun trainingen en (online) sociale activiteiten. Ook namen Langhout en haar medebestuurders door het jaar heen persoonlijk contact op met nieuwe leden om te vragen hoe het met hen ging. ‘We zijn zo echt een verbindende factor geweest – misschien nog wel meer dan in normale tijden.’