Op kamers in een bejaardenflat
Wat tot voor kort een verzorgingshuis was, is sinds maandag officieel een studentencomplex. De flat aan de Vlietstraat ziet er keurig uit, al verraden het behang en de gordijnen wie de vorige bewoners waren. ‘Hoeveel mensen zouden hier zijn doodgegaan?’
Maandag kregen de bewoners van de 150 kamers in Leeuwenstein hun sleutels, maar dinsdag is daar nog weinig van te merken. In het voormalige verzorgingshuis wordt hard gewerkt, maar niet door studenten. Werkmannen zijn namens de SSHN nog met allerlei werkzaamheden bezig waar Vox-verslaggevers geen verstand van hebben. De begane grond is namelijk nog niet helemaal klaar, maar de zes verdiepingen daarboven wel.
Rolstoelschansje
Op de tweede etage zijn Timo Schigt (student scheikunde) en Theresa Wiesner (psychologie) als enige in hun net opgeleverde woning aan het klussen. ‘Ik denk dat de overige bewoners te druk zijn met hun tentamens’, zegt Schigt, die erg blij is met zijn nieuwe onderkomen. ‘Je kunt wel zien dat de vorige bewoners bejaard waren. Die gordijnen zien er natuurlijk niet uit, en dat behang kan ook niet meer. Gelukkig kan de vloer wel blijven liggen. Ik vind het wel grappig dat ik hier kan blijven wonen als ik ooit invalide word’, zegt Schigt, terwijl hij op het rolstoelschansje voor de drempel van de badkamer wijst. Ook op de gang zijn nog kenmerken van een verzorgingshuis te zien, zoals de leuningen die aan de muren hangen.
Een verdieping lager zijn ook Karl van Heyster (filosofie) en Madline Thijsen (psychologie) aan het werk. Zij hebben een tweekamerappartement – net als Schigt en Wiesner – en dus hebben ze een eigen badkamertje, keuken, slaap- en woonkamer. ‘We hadden het appartement voor gisteren nog niet gezien’, zegt Thijsen. ‘Dat was dus nog even spannend, maar we zijn er erg blij mee.’ Thijsen geeft toe dat ze wel een keer aan de vorige bewoners heeft gedacht. ‘Ik heb me afgevraagd hoeveel mensen hier eigenlijk zijn doodgegaan’, zegt ze, voordat ze lachend nog een kozijntje afplakt. / Tim van Ham