Op kamers in een volkswijk
Het Waterkwartier in Nijmegen-West is een echte volksbuurt. Hoe is het om daar als student te wonen?
Tim Methorst (19) studeert Natuurkunde aan de HAN, woont in de Waterstraat.
‘Ik woon al zo’n tweeënhalf jaar in het Waterkwartier. Dat de wijk voor velen een slechte naam heeft weet ik, maar ik begrijp niet waar dat vandaan komt. Ik merk niks van criminaliteit en de wijk is erg rustig. Laatst zag ik mijn straat wel in het nieuws voorbijkomen, vanwege een hardrijder die er honderd kilometer per uur reed. Ook liepen hier een paar maanden geleden politieagenten rond, nadat er geschoten was in de buurt. Dat klinkt heftig, maar zelf heb ik daar niks van gemerkt.’
‘Ik wil oppassen met vooroordelen, maar je ziet hier veel Tokkie-achtige mensen’
‘Met de mensen in de buurt spreek ik niet vaak. Dat zoek ik ook niet op, want ik heb het al druk genoeg. Ik wil oppassen met vooroordelen, maar je ziet hier veel Tokkie-achtige mensen, die in joggingbroek in hun voortuintje zitten. In de zomer zitten ze er de hele dag te roken en te praten. Dan vraag ik me af: hebben ze werk of leven ze van een uitkering? Sommige buurtbewoners vinden dat hier te veel studentenhuizen zijn. Ik kan me voorstellen dat je gek wordt van studentenhuizen waar studenten ‘s nachts dronken thuiskomen en hun fietsen overal laten rondslingeren.
Ons huis is rustig en we geven maar één keer per jaar een feest. Onze buren vinden ons huis prima, denk ik. Met een van hen, een oud vrouwtje, heb ik wat contact.’
‘Binnenkort ga ik voor mijn studie vier maanden naar Nepal om daar onderwijs te geven. Als ik terugkom, ga ik gewoon weer in het Waterkwartier wonen. Ik vind het hier prima.’
Eva Jongsma (25) studeerde Planologie (net afgestudeerd), woont aan de Voorstadslaan.
‘Afgelopen zomer ben ik naar het Waterkwartier verhuisd. Toen ik hier kwam wonen, vond ik de wijk vooral erg rustig. Eerst woonde ik in het centrum boven café TweeKeerBellen. Daar was altijd iets te doen, maar hier hoor je nooit iets. Vooralsnog vind ik het een heel fijne wijk. De ligging is prima: binnen vijf minuten ben ik in de stad of op het station. Wel is de universiteit een stukje fietsen en moet je die kant op nogal klimmen. De wijk ligt heel laag, maar daar is weinig aan te doen.’
‘Binnen vijf minuten ben ik in de stad of op het station’
‘Door mijn studie planologie kijk ik met een iets andere bril naar de buurt. Vervallen huizen worden afgewisseld met heel mooie huizen waarin jonge mensen wonen. Ik heb ook het gevoel dat buurtgenoten elkaar kennen. Wel is de wijk af en toe een zooitje. Er wonen flink wat asociale mensen die door de straten scheuren en hun rommel overal achterlaten. Dat zou je in Oost niet zo snel zien. Hoe dat komt? Misschien voelen de mensen die dat doen juist minder binding met de wijk. Dat het ze daardoor niet zo boeit wat er allemaal op straat ligt.’
‘De overlast valt ook allemaal wel mee. Voordat ik naar Nijmegen kwam, heb ik in Rotterdam-Zuid gewoond, in de wijk Feijenoord. Dat was een enorme probleemwijk, waar de criminaliteit op straat soms goed zichtbaar was. Toch heb ik daar twee jaar lang met plezier gewoond. Toen dacht ik: als ik daar goed kan wonen, moet het in het Waterkwartier ook lukken. Ik heb alleen niet zo’n fijne huisbaas, maar dat kan overal gebeuren.’