De intromarkt in Brakkenstein op maandagmiddag is een onwrikbaar begrip. Toch was-ie anders dan anders dit jaar: ruimer, logischer. Sportverenigingen zijn blij. De organisatie ook.

Groepen studenten in gesponsorde shirts met gratis ijskoffie in de ene hand, in de andere een stapel flyers en blaadjes. De halve universiteit in de rij voor een supermarktpakket. Tot zover niets nieuws onder de zon. Toch staan zij die al een tijdje meelopen – mentoren, verenigingsleden achter de kraampjes – en zij die al een héle tijd meelopen, zoals de Vox-redactie, even te kijken.

Tweede podium

De markt is meer thematisch opgebouwd: sport bij sport, cultuur bij cultuur. Er is een tweede podium. Maar hij is vooral twee keer zo groot – dit jaar is de markt over twee veldjes uitgesmeerd, terwijl er niet per se veel meer kramen zijn. Dat vertaalt zich in ruimte, met name voor de sportverenigingen een schot in de roos. Zo staat politicologiestudent Jules de Wit (23) met clubgenoten van judovereniging Fudoshin op een paar matjes, voor de gelegenheid neergelegd.

‘Vorig jaar stonden we hutjemutje’

‘Potentieel een hele verbetering,’ zegt Jules. ‘Ho!’ onderbreekt hij zichzelf, ‘niet met je schoenen erop,’ roept hij naar een nietsvermoedende introloper. ‘Sorry!’ antwoordt deze. ‘Dat kon vorig jaar bijvoorbeeld niet,’ zegt Jules. Toen stonden we zo hutjemutje – men moest wel over onze matten lopen, zo krap waren de paden.’

Nu kunnen ze er met gemak omheen. Ze kunnen ook de volleyballen ontwijken die door de lucht suizen, en de lacrossespeler die – stick nog in de hand – een vrouwelijke clubgenoot over zijn schouder gooit en wegsprint. Een oudere heer en dame lopen onverstoorbaar, nauwelijks opkijkend, de markt over. Zij laten zich niet wegjagen door een paar studenten, de hond moet toch uit.

Fietsen

HAN-alumnus Sjors Belger prijst Langenort aan, een vereniging in ‘historische vechtkunst’. Zijn zwaarden trekken veel bekijks. Ietwat uit het zicht geven zijn clubleden korte demonstraties, maar dat deert niet: ‘Metaal op metaal klinkt hard genoeg, men komt op het geluid af.’ Ja, er moet meer gelopen worden. Maar ach, eerstejaars weten niet beter – zo bewijst hekkensluiter SwapFiets, een bedrijf dat handelt in lease-fietsen. Het gaat er als een speer. ‘Ik denk dat we vandaag al bijna driehonderd fietsen kwijt zijn’, zegt een medewerker als de markt net een uurtje open is.

Op dat andere veld staan de gezelligheidsverenigingen traditioneel achteraan. Maarten Cornelissen (20), hoofd introductiecommissie bij roeivereniging Phocas en bachelorstudent Geografie, Planologie en Milieu, is tevreden. Phocas heeft twee plekjes gekregen. Hier, naast Ovum Novum en Carolus Magnus, en op het sportveld. ‘Wij richten ons op twee soorten publiek. Fanatieke sporters en mensen die meer met een feestje hebben. Nu spreken we ze beide aan. Op het ander veld hebben we een paar ergometers neergezet – daar was voorheen echt geen ruimte voor.’

‘Volgend jaar wil ik op beide velden een bar’

Een lofzang. Dionne Aldus, verantwoordelijk voor het centrale deel van de introductie, krijgt dezelfde signalen. ‘Volgens mij wordt de nieuwe opzet goed ontvangen. Zelf heb ik het ook naar mijn zin: de sfeer is erg prettig, het lekkere weer helpt zeker mee.’ Is de intromarkt nu dan volmaakt? ‘Volgend jaar wil ik op beide velden een bar. En er mogen toiletten bij. ’t Liefst – de infrastructuur in Brakkenstein is veranderd, dat schijnt nu te kunnen – spoeltoiletten in plaats van dixi’s.’