Over het Auschwitz van WOI
Het is een vaak gehoorde claim: oorlogstijd is over het algemeen goed geweest voor de geneeskunde. Dat is maar gedeeltelijk waar, zo betoogden experts gisterenavond tijdens een bijeenkomst over de geschiedenis van de militaire geneeskunde. ‘Artsen zorgden juist voor extra doden.’
Terwijl in de Aesculaaf, het café van de medische faculteit, een luidruchtig housefeest aan de gang is, komt twee deuren verder een generatie of drie ouder bij elkaar. De medisch-historische club D. de Moulin organiseert een mini-symposium over de geschiedenis van de militaire geneeskunde. Doorgaans wordt daar lovend over gesproken, en gaat het al snel over Florence Nightingale. Zo niet vanavond.
Spreker Toine Lamers verhaalt uitgebreid over ene René Folly, een Franse regimentsarts tijdens de Eerste Wereldoorlog. Lamers kocht op een veiling honderden oude brieven die Folly schreef aan zijn familie. Deze Folly had het hart op de goede plaats – echt waar – behalve als het over de Duitsers gaat. In Folly’s vocabulaire: de wilden of de moffen. ‘Het lijk van een vijand voelt altijd goed’, schreef hij na het zien van zijn eerste Duitse doden. Tot zover de Eed van Hippocrates.
Het past in het beeld dat historicus Leo van Bergen later schetst. ‘Artsen begroetten de oorlog’, zegt hij. ‘Dan konden ze experimenten uitvoeren die ze normaal gesproken alleen op konijnen en ratten uit mochten voeren. Soldaten zeiden namelijk toch geen nee. Ik heb beelden van Franse experimenten gezien die afschuwelijk waren. Ziekenhuizen leken soms wel het Auschwitz van de Eerste Wereldoorlog.’
XTC
De oorlog is in sommige gevallen heus wel goed geweest voor de geneeskunde. Maar, zo betoogt van Bergen, geneeskunde is vooral goed geweest voor de oorlog. ‘Artsen hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog vooral de taak om soldaten zo snel mogelijk terug naar het front te sturen. Dat lukte in 90 procent van de gevallen. Daarmee werden de gevechten alleen maar massaler. Artsen redden levens, maar zorgden zo ook voor meer slachtoffers.’
Na afloop van het symposium is het feest in de Aesculaaf overigens nog in volle gang. Het volume staat vol open en er klinken poëtische teksten: ‘XTC; one for me!’ Zo weet de oudere generatie ook meteen hoe de hedendaagse geneeskunde in vredestijd eruit ziet. / Tim van Ham