OPINIE – Er is te veel groepswerk aan de universiteit. Volgens Niels Passier, student biomedische wetenschappen, is samenwerken niet altijd het antwoord – en kan het in sommige gevallen het leren zelfs belemmeren. In dit opiniestuk pleit hij voor een betere balans tussen groeps- en individueel cursuswerk.
Heb je ooit een project gedaan waarbij de werklast perfect werd verdeeld onder alle groepsleden? Ik ook niet. Iedereen weet hoe het is om samen te werken met iemand die de kantjes er vanaf loopt. Uiteindelijk doet een deel van de groep het meeste werk, terwijl anderen net zo goed met de credits ervandoor gaan.
Groepswerk op de universiteit wordt vaak essentieel genoemd. De regelmaat waarin docenten groepsopdrachten geven, is dan ook overweldigend. Alleen al het eerste semester van mijn master heb ik acht cursussen gevolgd en acht groepsprojecten moeten afronden. Normaal volg ik twee cursussen per vier weken, wat betekent dat ik elke maand wel twee nieuwe groepsprojecten heb.
Voor mij overschaduwen deze eindeloze groepsprojecten de voordelen van individueel werk en laten ze maar weinig ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Ik wil een betere balans en een snelle zoektocht via Google leert dat ik niet de enige student ben die er zo instaat.
Individuele inspanning doet ertoe
De nadruk ligt bij groepswerk vaak meer op coördinatie dan op productiviteit. Het kost veel tijd om vergaderingen te plannen, taken te verdelen en verschillende werkstijlen op elkaar af te stemmen. Individueel werk heeft deze onhandigheden niet. Onderzoek van de University of Chicago toont aan dat kleine groepen meer cognitieve conflicten veroorzaken, wat leidt tot lagere productiviteit, minder samenwerking en een lagere kwaliteit van de eindproducten.
Voorstanders beweren dat groepswerk goed is voor onze communicatieve vaardigheden. Dat is misschien zo, maar de structuur van mijn studie zorgt ervoor dat ik voortdurend betrokken ben bij meerdere relatief kleine groepsprojecten. Deze aanpak leidt ertoe dat studenten minder tijd en moeite investeren in de projecten, wat de kwaliteit niet ten goede komt. In mijn ogen is de kwaliteit van opdrachten belangrijker dan de kwantiteit. Een paar goed gestructureerde groepsprojecten per jaar leren me de benodigde vaardigheden net zo goed als voortdurende samenwerking. Onderzoek van de Copenhagen Business School toont bovendien aan dat het overmatige gebruik van groepswerk kan leiden tot stress, burn-outs en frustraties bij studenten.
Bovendien ondermijnt het gebrek aan professionele begeleiding en feedback de individuele groei van studenten. Elke student aan de medische faculteit leert over het belang van feedback, maar in de praktijk merken we daar weinig van.
Het is ook belangrijk om op te merken dat voortdurend samenwerken ons er niet automatisch beter in maakt. We pakken vaak dezelfde taken op bij projecten, zonder onszelf uit te dagen. Als ik goed ben in het schrijven van de introductie en mijn partner goed is in het schrijven van de methoden, waarom zouden we dan een andere taakverdeling hanteren?
Individuele groei
Het overmatig gebruik van groepswerk laat dus minder ruimte voor de ontwikkeling van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Terwijl juist dit cruciale vaardigheden zijn voor de toekomst. In ‘de echte wereld’ komen studenten terecht in situaties die vereisen dat we initiatief nemen of zelfstandig werken. Groepswerk staat precies dat in de weg.
Geneeskundestudent schreef op 30 januari 2025 om 11:24
Mee eens! Zoals de auteur beschrijft: beter om een paar langdurige groepsprojecten op te zetten met daarbij aandacht voor samenwerking en persoonlijke groei, dan deze uitwas aan korte projecten waarbij men steeds in dezelfde rollen vervalt.