‘Overwaardering van beurzen NWO’

28 sep 2014

Onderzoeksorganisatie NWO verdeelt jaarlijks miljoenen euro’s over ’s lands meest talentvolle onderzoekers. Dat gebeurt naar eer en geweten, maar in de selectiemolen gaat veel talent verloren. Dit stelt Pleun van Arensbergen die deze week promoveerde op een onderzoek naar talentselectie bij NWO. Nu werkt ze in Nijmegen aan een Europees onderzoek naar vrouwen in de wetenschap.

Talentselectie riekt naar willekeur. / Foto: Leo Reynolds, Creative Commons
Talentselectie riekt naar willekeur. / Foto: Leo Reynolds, Creative Commons

Pleun van Arensbergen dook voor haar proefschrift in tientallen vertrouwelijke selectiedossiers van NWO, met name die voor de veni’s en vidi’s. Ze komt tot een opmerkelijke conclusie: de prijswinnaars (243 in 2013) zijn weliswaar aan te merken als talenten, maar de grote groep daaronder – die nu buiten de boot valt – bestaat ook uit talenten. De verschillen tussen winnaars en niet winnaars zijn zo klein, dat je van een willekeurige schifting kunt spreken, aldus Van Arensbergen.

Omdat de verschillende beoordelingscommissies van NWO bergen werk krijgen te verstouwen – in 2013 voor veni en vidi alleen al 1.535 aanvragen – laten de keurmeesters zich bij het maken van de eerste schifting vooral leiden door de cv’s, met name door de publicatielijsten en de buitenlandervaring. Op basis daarvan volgt de selectie voor de volgende ronde. Van Arensbergen: ‘Maar een publicatielijst zegt te weinig over het verschil in talent om het zware gewicht in de selectie te rechtvaardigen.’

Buiten de boot
In de gesprekken wordt het echt menens, en daarin geven volgens Van Arensbergen vier subjectieve factoren de doorslag: overtuigingskracht, communicatieve vaardigheden, doorzettingsvermogen en motivatie. Ook hier speelt het risico dat grote talenten – wellicht wel groter dan de uiteindelijke winnaars – buiten de boot vallen. Van Arensbergen noemt het niet handig dat veel voorzitters van de selectiecommissie meestemmen. Zij bepleit daarom een onafhankelijke moderator bij de gesprekken. ‘Die kan in de gaten houden of iedereen wel aan het woord komt, of alle onderwerpen aan bod komen en of men wel beoordeelt op vergelijkbare criteria.’

Wie alert is op de mogelijke scheefgroei van vrouwen in het selectieproces wordt door het proefschrift enigszins gerustgesteld. Uit haar onderzoek blijkt dat vrouwen slechts een paar procent achterlopen op mannen in hun kans op een beurs, al baart de samenstelling van de beoordelingscommissies zorgen: van de 27 die ze onder de loep nam, tellen er twee louter mannen en zijn er vijf met maar één vrouw. NWO belooft vanaf volgend jaar in elke commissie minstens 40 procent vrouwen, al is het de vraag wat dit helpt. Van Arensbergen ontdekte in de commissies met weinig tot geen vrouwen een vertekening naar twee kanten, zowel in het voordeel als in het nadeel van vrouwen.

Het zijn de universiteiten die het proefschrift ter harte moeten nemen. Die hechten volgens Van Arensbergen te veel waarde aan de beurzen, omdat ze een binnengehaalde prijs te zwaar laten meewegen bij de werving en promotie van wetenschappers. Niet doen, is haar aanbeveling: ‘Universiteiten zijn zelf goed genoeg in staat om talent te herkennen.’ Als universiteiten de NWO-beurzen met een wat grotere korrel zout nemen, vermindert bovendien de druk op de aanvragen. Het NWO-circus is volgens haar uit zijn voegen gebarsten, en daar is helemaal niemand bij gebaat. Maar om het circus dan maar op te doeken gaat haar te ver. ‘Enige vorm van competitie is goed, maar nu slaat het door. Iedereen richt zijn pijlen op de winnaars waarbij te veel gegadigden buiten de boot vallen.’/ Paul van den Broek 

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!