Sommige studenten krijgen geen stuiver van hun ouders, anderen wel duizend euro. Het gemiddelde? 212 euro. Dat blijkt uit een enquête die Vox afnam onder eerstejaars.

De eerstejaarsstudent die volgende week aan zijn studie begint, moet het doen zonder basisbeurs. Krijgt een uitwonende student mét basisbeurs maandelijks nog 286 euro, en een thuiswonende student 102 euro; de nieuwe generatie krijgt geen ‘gratis geld’ meer van de overheid. Lenen is het nieuwe devies.

Dat brengt ouders in een moeilijke positie: hoe meer geld zij maandelijks overmaken naar hun studerende kind, hoe minder hij of zij later hoeft af te betalen. Ouders worstelen daarom met de vraag hoeveel geld over te maken. Geld lenen kost geld, nietwaar? Dat merkt ook het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting), dat veel vragen ontvangt van ouders in dubio.

Afspraken
Toch hebben de meeste studenten al duidelijke afspraken gemaakt met hun ouders over de maandelijkse bijdrage. Uit een enquête van Vox, ingevuld door 215 eerstejaarsstudenten van de Radboud Universiteit die geen basisbeurs meer ontvangen, blijkt dat 85 procent weet hoeveel geld zij ongeveer krijgen van hun ouders.

Van die groep ligt de gemiddelde ouderbijdrage op 212 euro. Dit is inclusief het betalen van de zorgverzekering, studieboeken, collegegeld en andere uitgaven. De spreiding is echter groot. 23 procent van de nieuwe eerstejaars krijgt geen stuiver van zijn ouders, terwijl anderen alles betaald krijgen. Dat loopt op tot duizend euro of meer. Die laatste groep zal ook onder het nieuwe systeem kunnen studeren, zonder studieschuld.

Keukentafel
Voor ouders die het echt niet weten, adviseert het Nibud vooral niet krom te gaan liggen om het studerende kind te ondersteunen. Ja, beperk de studieschuld van uw kroost tot een minimum, maar doe dat vooral door samen aan de keukentafel te gaan zitten en een realistische inschatting te maken van kosten en uitgaven. Spreek op basis daarvan een bedrag af. Als u tenminste iets kunt missen, uiteraard. / Mathijs Noij