Na een regenachtige week schieten ze zo uit de grond: paddenstoelen. Het is de ultieme bevestiging van de herfst, want zompige vruchten houden van vocht. Ook in de omgeving van de campus zijn ze volop te vinden. Paddenstoelenkenner Peter Klok maakte samen met Vox een ronde door Park Brakkenstein.

Paddenstoelen zijn de vruchten van schimmels, legt Klok uit, terwijl hij speurend kleine mycena’s probeert te ontdekken tussen de natte bladeren. De beige kopjes zijn maar een minuscuul deel van een enorm ingenieus ondergronds netwerk van schimmels. ‘Het grootste organisme op aarde is een schimmel’, zegt Klok. Het gevaarte in Oregon (VS) is zo’n 9,6 vierkante kilometer groot.

Van de vijfduizend soorten paddenstoelen die in Nederland voorkomen, heeft Klok er zeker duizend gezien. Soms tijdens wandeltochten met zijn hond, maar ook op excursies met leden van de Nederlandse Mycologische Vereniging. ‘Mijn kennis heb ik van hen.’

Klok is geen onbekende op de Radboud Universiteit. Na zijn studie Wiskunde in Leiden, werd hij ICT-docent op de universiteit en gaf daarnaast cursussen in mycologie (paddenstoelenkunde red.). Ook hielp hij mee met natuurkundeonderzoek op CERN in Genève.

Stinkzwam

Terug naar de paddenstoelen. ‘Echt heel grote heb ik nog niet gezien dit jaar,’ zegt Klok. Op de vraag of dat iets met klimaatverandering te maken heeft, haalt hij zijn schouders op. ‘Het lastige aan schimmels is dat je ze niet kunt zien. In de jaren tachtig vond iemand een bijzondere stinkzwam. De paddenstoel was de jaren erna nergens meer te bekennen. Pas achttien jaar later verscheen hij opnieuw, in de buurt waar hij voor het eerst was gezien.’ Ze kunnen dus zomaar weer verschijnen, wil hij maar zeggen. Of er veel of weinig paddenstoelen tevoorschijn komen heeft vooral te maken met de omstandigheden van het moment. ‘Ze houden van een vochtige, niet te koude omgeving.’

Vochtig is het momenteel zonder twijfel, maar de kou begint toe te nemen. ‘Als je paddenstoelen wilt zoeken, moet je dat doen vóór de nachtvorst’, zegt Klok. Vorst overleven ze niet. In Park Brakkenstein zijn er momenteel genoeg te vinden. Kijk vooral ook eens dicht bij de grond, adviseert Klok, want de mycena’s zijn dan misschien klein, maar daardoor zeker niet minder mooi.