Parijs na de aanslag: hoe nu verder? (deel 2)
Het is oorlog, zeggen regeringsleiders Mark Rutte en François Hollande. Holle retoriek of gewoon de realiteit? Drie Nijmeegse wetenschapper reageren op de horror in Parijs. En hoe we daar met z’n allen mee om moeten gaan. Vandaag politiek analist Peter van der Heiden.
‘Polarisatie maakt ons land extra kwetsbaar voor aanslagen’
‘De mondelinge oorlogsverklaring van Mark Rutte aan Islamitische Staat zegt mij niet zoveel. Het is simpel gezegd een feitelijke beschrijving van de situatie. Nederland bombardeert IS in Irak al lang en dat is in bepaalde zin een oorlog. Een juridische oorlogsverklaring is de uitspraak van Rutte trouwens ook niet. Daar gaat de Tweede Kamer over, een minister-president kan niet in zijn eentje verklaren dat we in oorlog zijn. Volkenrechtelijk stelt het dan ook niets voor. Ik weet niet of de verklaring van Rutte heel handig is. Zie het als een judowedstrijd, als je wordt aangevallen dan spring je even terug – je danst mee. Met zulke oorlogstaal maken we van een judowedstrijd een bokswedstrijd. Je vecht terug en daarmee geef je brandstof aan het idee dat het een heilige oorlog is, want je gebruikt zelf die terminologie ook.’
‘Hoe de toekomst eruit ziet, is wat mij betreft een groot raadsel. Of Nederland zich zorgen moet maken? Ik moet het voorzichtig formuleren – maar ik denk dat we ons inderdaad in een zeer lastige positie bevinden. Onze samenleving is mede door Geert Wilders erg gepolariseerd als het gaat over de islam en islamitisch geweld, meer nog dan België en Frankrijk. Het zou kunnen dat Nederland om die reden een hoge symbolische waarde heeft als mogelijke locatie van een terroristische aanslag. De polarisatie zal na dit soort aanslagen nog groter worden en ik kan me voorstellen dat dat ons als land kwetsbaar maakt.’ / Tim van Ham