Peter praat politiek (2): Stemwijzer geen hulp voor zwevende kiezer
Politiek commentator en parlementair historicus Peter van der Heiden volgt de Nederlandse politiek op de voet. In aanloop naar de verkiezingen op 15 maart schrijft hij een serie op voxweb.nl. 'Voor het eerst ben ik een zwevende kiezer.'
Het is voor het eerst sinds mijn achttiende – althans, voor het eerst dat ik me kan herinneren – dat ik tot de grootste groep kiezers behoor die Nederland rijk is: het corps der zwevende kiezers. Decennialang (ik mag alweer een heel tijdje stemmen) wist ik ruim van te voren op wie ik zou stemmen. Het feit dat ik lid was van een politieke partij hielp wel een handje, want het was voor mij behoorlijk cognitief dissonant om niet te stemmen op de club waar ik contributie aan betaalde – al moet ik toegeven dat ik ooit een politiek slippertje heb gemaakt door op een aanpalende partij te stemmen. Maar nu, voor het eerst, weet ik het echt niet meer.
‘Er zijn overwegingen zat om de Stemwijzer met een flinke korrel zout te nemen’
Gelukkig hebben we voor mensen zoals ik tegenwoordig een hele berg aan hulpmiddelen. Waar je vroeger een bibliotheek aan verkiezingsprogramma’s moest doorploeteren of je moest verlaten op een schematisch overzicht van de paar conflictpunten in de dagbladen, hebben we nu de Stemwijzer. En die heb ik dus maar eens gedaan. Tot mijn stomme verbazing stuurde de stemwijzer mij een richting op die ik van mijn leven niet zou overwegen: DENK. Het enige dat die partij en ik gemeen hebben is onze afsplitsing van dezelfde moederpartij – maar daar houdt iedere overeenkomst dan ook volledig op. De uitslag zegt dan ook meer over de systematiek van deze tool dan over mijn eigen politieke voorkeur.
Te simpele Stemwijzer
Nu zitten er inderdaad wel wat haken en ogen aan een instrument als de Stemwijzer. Het eerste probleem zien we ook terug bij de referenda: de simplificatie van complexe problemen in ‘ja’ of ‘nee’ – bij de stemwijzer nog uitgebreid met ‘geen van beide’ en een weging van de gegeven antwoorden. Maar, te simpel blijft het. Een ander probleem is de selectie van de vragen. Misschien zijn voor mij de programmapunten die niet in de stemwijzer tot uitdrukking komen veel belangrijker dan de dertig – door de partijen zélf aangedragen! – vragen die wel worden voorgelegd.
Bovendien vind ik de verkiezingen het uitgelezen moment om partijen te beoordelen op hun gedrag van de afgelopen vier jaar – de zittende partijen hebben immers een geschiedenis die wat mij betreft moet meewegen in het antwoord op de vraag of ze in de komende regeerperiode mijn vertrouwen verdienen – maar daar doet de Stemwijzer niet aan. Nog een zwaarwegend punt dat niet in de Stemwijzer tot uitdrukking komt: de partijcultuur. Zou ik bijvoorbeeld overwegen mijn stem te geven aan een partij die doelbewust trollen inzet om de sociale media te manipuleren? Of aan een partij waarvan ik de standpunten misschien wel deels onderschrijf, maar wiens lijsttrekker ik absoluut niet zie zitten? Kortom, er zijn overwegingen zat om de Stemwijzer met een flinke korrel zout te nemen.
‘De inhoud van de Stemwijzer wordt gemanipuleerd door de politieke partijen’
Denk zelf na
Bijna vijf miljoen mensen hebben het hulpmiddel de vorige keer gebruikt, ruim een derde van het electoraat – waarmee zo’n instrument een flinke invloed kan hebben op de verkiezingsuitslag. Denk eens in wat er kan gebeuren als de inhoud wordt gemanipuleerd… maar dat gebeurt allang. Door de partijen zelf. Ik schreef hierboven al dat de partijen vragen mogen aandragen en inspraak hebben in de uiteindelijke inhoud van de Stemwijzer, maar ze mogen ook nog eens zelf de antwoorden leveren op die vragen. En er zit nog weleens wat ruimte tussen wat partijen – soms wat weggemoffeld – in hun verkiezingsprogram schrijven en de antwoorden die ze aan de Stemwijzer hebben geleverd.
Zo heeft bijvoorbeeld het CDA aan de Stemwijzer doorgegeven tegen vervroegde vrijlating van gevangenen te zijn, waarbij de christendemocraten ook nog eens de toelichting ‘Straf is straf. Vervroegd vrijlaten tast het vertrouwen van de samenleving aan’. Maar in het verkiezingsprogram staat dat gevangenen na 90 procent van de uitgezeten tijd naar huis mogen. En meer partijen (bijvoorbeeld PvdA en 50+) bedienen zich van de truc om in de Stemwijzer iets steviger stelling te nemen dan in het verkiezingsprogram. Want spierballen, die scoren bij de zwevende kiezer, die het volledige programma toch niet leest. Nuances scoren veel meer bij de eigen achterban, en die heeft de Stemwijzer niet nodig. Parallelle waarheden – of alternative truths?
Mij hielp de Stemwijzer geen ene fluit. Dat wordt toch weer zelf onderzoeken en nadenken, iets wat ik iedere andere zwevende kiezer overigens van harte kan aanbevelen. Zo eens in de vier jaar is dat toch niet te veel gevraagd.