Peter praat politiek (6): Zweven
Op 22 november mag Nederland weer naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Zo ook politiek commentator en universitair docent Peter van der Heiden. Wat valt hem op? In deze serie becommentarieert hij het politieke nieuws.
Zestig procent van de kiezers zweeft nog. Meer, rúím meer dan de helft van het electoraat heeft nog niet besloten welk vakje er over acht dagen roodgekleurd gaat worden – als het potlood überhaupt al ter hand genomen gaat worden, want hoe langer je zweeft, hoe groter de kans dat je helemaal niet gaat stemmen. En hoe groter de kans dat de keuze niet gefundeerd is op politieke kennis, maar op persoonlijkheidskenmerken van de lijsttrekker. Ik maak me er al meer dan een decennium druk om.
Het zweefprobleem zit zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde. Ik verwijt het deels de kiezer, die zich onvoldoende verdiept in wat de partijen te bieden hebben en iedere verkiezing opnieuw vanaf nul lijkt te gaan bedenken welk smaakje dit keer het lekkerst (of minst smerig) lijkt, maar vooral de politieke partijen. Alles lijkt op elkaar, het is een beetje meer of minder van hetzelfde, vrijwel geen enkele partij komt met een echt onderscheidend verhaal. En ik schrijf bewust het woord ‘verhaal’ – verkiezingsprogramma’s zijn al decennialang een stapeltje maatregelen met een nietje erdoor, waarbij de verschillen zich ver achter de komma bevinden en het zoeken is naar het eigene.
Het lijkt wel of partijen bang zijn om ideologische vergezichten voor te leggen, terwijl het mijn stellige overtuiging is dat dat de enige weg is naar enige electorale stabiliteit. Tussen maatregelen kun je makkelijk switchen, iedere keer weer, maar een ideologisch verhaal, daar word je een onderdeel van, daar raak je bij betrokken. Dat levert betrokken burgers op in plaats van te paaien stemvee.
En dus was het zondagavond in het debat weer hetzelfde: een beetje meer of minder klimaatmaatregelen, een onsje meer of minder migratie, één euro of twee euro bovenop het minimumloon. Maar niets over hoe de lijsttrekkers de samenleving over tien, twintig of, laten we eens gek doen, vijftig jaar voor zich zien. Zolang dat soort fundamentele keuzes niet bij verkiezingen wordt voorgelegd, blijft de Partij voor de Zwevende Kiezer de grootste. Ik denk dat ik die gewoon maar ga oprichten en meedoe aan de volgende verkiezingen. Dat kan weleens een monsteroverwinning worden. Ik verheug me nu al op het Torentje.