Na anderhalf jaar stilte klonk er zaterdagavond weer livemuziek in theater C. Vier jonge getalenteerde musici traden er op tijdens de Popronde – een reizend festival met Nijmegen als thuisbasis.

Felle lichten, harde muziek en gepassioneerde muzikanten. Bijna alles was zaterdagavond weer als vanouds tijdens de Popronde. Alleen de grotendeels lege tribune was een harde herinnering aan de pandemie. Slechts dertig van de 174 stoelen werden warm gehouden door het publiek.

De Popronde is een rondreizend festival dat veertig steden aandoet. Zaterdag was Nijmegen aan de beurt. Verspreid over verschillende locaties in de stad traden tientallen bands op. Dat de anderhalvemeterregel nog werd gehandhaafd leidde tot enige teleurstelling bij de muzikanten, al overheerste de blijdschap dat er weer live muziek te spelen was.

Die blijdschap werd gedeeld door de organisatie van de Popronde. ‘Het is heel cool dat we dit evenement aan het begin van het collegejaar kunnen organiseren op de campus’, zegt student en Cultuur op de Campus-bestuurslid Rose Snijders.

Unmute us

Voor de meeste muzikanten was zaterdagavond de eerste keer sinds het begin van de coronacrisis dat ze weer live muziek speelden. Zanger Neil Hollyn speelde zelfs voor het eerst zijn eigen muziek live. Zanger en multi-instrumentalist Melle was vooral blij dat hij weer met een band kon spelen – en dat ook nog voor een publiek.

Bijna letterlijk speelde Nicolaas het publiek omver met zijn versie van Take a walk on the wild side van Lou Reed. Het voelde als een ode aan het Unmute us-protest dat gelijktijdig bezig was op de Waalkade in Nijmegen. Nicolaas steunt de beweging die eist dat de evenementensector weer nieuw leven wordt ingeblazen. Zelf blies hij zaterdag Cultuurzaal C leven in.

Het sluitstuk van de avond was van Neil Hollyn, die het publiek trakteerde opt een gitaarsolo waar het plezier vanaf spatte. Het luide applaus van het dertigkoppige publiek liet er slotte geen twijfel over bestaan dat live optredens eindelijk weer teruggekeerd zijn op de campus.