Portier Frankie van de UB: ‘Mensen komen hier weleens huilend aan’

25 aug 2017

Portiers zijn de rots in de branding van alle verdwaalde of onzekere eerstejaars. Drie portretten van deze visitekaartjes van de universiteit. 'Frankie’s coffee corner, noem ik het hier wel eens', zegt het gezicht van de Universiteitsbibliotheek.

Frank de Kiefte (56), Universiteitsbibliotheek

‘Ik ben niet alleen portier maar ook sociaal werker. Mensen komen hier wel eens huilend aan. Dan moeten ze gewoon effe hun accu opladen bij Frankie. Een bakje koffie drinken. Frankie’s coffee corner, noem ik het hier wel eens. Alleen de neonletters missen nog.

‘Frankie’s coffee corner, noem ik het hier wel eens’

Hiervoor was ik dakdekker. Maar op een gegeven moment was het winter, ik had mot op ’t werk en wilde eens wat anders. Toen vroeg mijn zwager of ik niet voor portier wilde solliciteren. Ik dacht, wat hebben ze aan mij, ik heb alleen mijn zwemdiploma. Maar al snel kon ik een zomer invallen. Die tien weken werden zeven maanden en nu zit ik hier nog steeds. Al zestien jaar, inmiddels.
Toen ik hier in de UB begon was het heel anders. Als er twintig mensen in de leeszaal zaten was het veel. Niks mocht ook mee naar binnen, nog geen jas of flesje water. Ik was een soort UB-politie. Dat is niks voor mij. Nu is het gelukkig losser geworden. En drukker. Veel mensen die hier langslopen roepen even ‘Hé Frankie!’ en maken een praatje. Da’s leuk. En als er buiten een ongeluk gebeurt, dan ben ik er en regel ik desnoods het verkeer.’

René Galis. Foto: Erik van t Hullenaar.

René Galis (52), Collegezalencomplex en Thomas van Aquinostraat

‘Ik werk hier nu vijftien jaar. Wat ik zo fijn vind, is de zelfstandigheid. Je hebt veel eigen verantwoordelijkheid. Het Collegezalencomplex is inmiddels echt mijn gebouw geworden. Portier zijn gaat om een balans tussen gastheerschap, dienstbaarheid en autoriteit. Dat is mijn doel. Als je mensen met respect behandelt, dan komt dat ook zo terug. Bij mij is iedereen altijd welkom. Ik ben corrigerend, maar rechtvaardig. En er valt over alles te praten, hoor. Naast colleges zijn hier ook lezingen, films, symposia, bijscholingsavonden en open dagen. Soms krijgen we zelfs ministers over de vloer. Dat is een leuke afwisseling. Ik heb Dries van Agt nog geholpen met parkeren. Aan de eerstejaars zou ik willen zeggen: schroom vooral niet om langs te komen als je vragen hebt. Soms zijn studenten lang naar iets op zoek. Als we dan samen kijken, vinden we het negen van de tien keer toch.’

Christiaan Bartmans. Foto: Erik van t Hullenaar

Christiaan Bartmans (54), Huygensgebouw

‘De sfeer is heel gemoedelijk in het Huygens. Het is hier net een dorp, echt ‘ons kent ons’. Hiervoor werkte ik in de opvang van daklozen en jongeren. Daarvan heb ik wel een beetje mensenkennis meegenomen. Je ziet al snel welke karaktereigenschappen iemand heeft en hoe je bepaalde situaties aan moet pakken.

Van buitenaf lijkt het misschien alsof we alleen maar koffiedrinken en de weg wijzen, maar eigenlijk doen we veel meer. Het is snel schakelen tussen alle taken, zeker als het druk is. Wat vooral belangrijk is: hospitality. We moeten het visitekaartje zijn van de universiteit. Dan gaat het toch om uitstraling. Al heb je nog zo’n klotedag of verdriet van binnen, ik wil altijd blijven lachen tijdens mijn werk. En mensen zo goed mogelijk helpen, met wat dan ook.

Je bent een soort vaderfiguur, hier. Het is ook leuk om de studenten zo te zien groeien. Soms komen ze hier met hun studentenpasje van vier jaar geleden, en dan zie je hoe ze veranderd zijn. En laatst was er bijvoorbeeld een barbecue. Dan komen ze even vragen of wij ook een stukje vlees willen. Het is leuk als ze aan je denken, ook al hoeft dat niet. Want uiteindelijk heb je elkaar toch nodig.’

3 reacties

  1. Maaike schreef op 25 augustus 2017 om 12:01

    Eindelijk worden ze eens in het zonnetje gezet, onze portiers ! Keep up the good work jongens. Mede door jullie krijgt de ub een menselijk gezicht. Zo fijn dat jullie er zijn !

  2. Chris schreef op 26 augustus 2017 om 10:55

  3. Peter schreef op 31 augustus 2017 om 15:30

    Inderdaad goed dat ze eens in het zonnetje worden gezet. Want helaas worden portiers nog door sommigen ondergewaardeerd.
    Ze mogen nooit worden wegbezuinigd of ingeruild voor een beveiliger zonder enige kennis van de universiteit of zelfs van Nijmegen. Daarmee verdwijnt de uniformiteit op de Radboud Universiteit beetje bij beetje.
    Op het moment dat men weet wat ze allemaal doen, of wanneer de portier nodig is, beseft men dat ze onmisbaar zijn.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!