Postdoc is speelbal van begeleiders
Frustrerend: je hebt je bewezen als veelbelovend onderzoeker, maar blijft hangen in tijdelijke contracten. Uit onderzoek blijkt dat de carrièrekansen van postdocs sterk afhangen van de betrokkenheid van hun begeleiders. De Nijmeegse hersenonderzoeker Jan-Mathijs Schoffelen herkent - helaas - het probleem.
Met al twee Science-publicaties op zak haalde Jan-Mathijs Schoffelen in 2015 een prestigieuze Vidi-beurs binnen. Toch moest de hersenwetenschapper van het Donders Instituut genoegen nemen met een tijdelijke aanstelling. ‘Heel frustrerend’, vindt hij.
Schoffelen is niet de enige, laten organisatiewetenschappers Christine Teelken (Vrije Universiteit) en Inge van der Weijden (Universiteit Leiden) zien in een publicatie in het tijdschrift Employee Relations. Uit enquêtes die de onderzoekers hielden onder ruim tweehonderd postdocs bleek dat deze groep onzeker is over haar perspectieven, vanwege tijdelijke contracten en omdat er maar weinig vaste posities beschikbaar komen. Carrièrekansen hangen sterk af van de betrokkenheid van begeleiders, concluderen de onderzoekers. Voor Tweede Kamerlid Frank Futselaar van de SP is het onderzoek en de berichtgeving erover door ScienceGuide aanleiding voor het stellen van Kamervragen.
Gevecht
De onderzoeksresultaten stroken met de ervaring van Jan-Mathijs Schoffelen van het Donders. ‘Mijn leidinggevenden zeggen dat ze weinig voor me kunnen doen vanwege de organisatiestructuur. Ondertussen hebben ze wel flink wat in de melk te brokkelen bij de invulling van vacatures. Toch viste ik daar steeds achter het net als interne kandidaat, terwijl die posities intussen nog steeds niet ingevuld zijn!’
Hoe het ook kan, weet Johan Kwisthout, docent en onderzoeker bij Artificiële Intelligentie. ‘Ik had het geluk dat mijn begeleidster zich er hard voor maakte dat ik kon blijven toen mijn postdoc-contract afliep. Daar moest ze echt een gevecht voor leveren.’ Hij wil benadrukken dat er meer wegen naar Rome zijn. ‘Ik heb geen publicaties in hoge tijdschriften zoals Science en Nature, maar heb juist veel onderwijs gegeven.’ Lachend: ‘Ik heb eigenlijk alles gedaan wat je níet moet doen, maar toch kan je zo ook in vaste dienst komen.’
‘Ik heb eigenlijk alles gedaan wat je níet moet doen’
Hersenonderzoeker Schoffelen vreest dat hij zijn academische carrière alleen kan vervolgen als hij zichzelf kan blijven bedruipen, bijvoorbeeld door het binnenhengelen van persoonsgebonden subsidies. ‘Dan kan ik mijn eigen salaris betalen. Maar deze beurzen liggen nou niet echt voor het oprapen.’
Hij kreeg te horen dat hij ook op zoek kon gaan naar manieren om zichzelf in te verdienen. ‘Bijvoorbeeld door een commerciële spin-off in data-analyse voor EEG op te zetten.’ Maar zijn interesse ligt juist bij het wetenschappelijk onderzoek, niet bij het ‘verkopen’ ervan. ‘Dan moet ik een website maken, en doelgroeponderzoek doen. Maar eigenlijk wil ik gewoon met data en code pielen.’
Vaste aanstelling
Nick Mulder herkent de problematiek. Hij is lid van de ondernemingsraad namens Temporary Academic Personnel RU (TRAP), het netwerk voor tijdelijk personeel. TRAP inventariseerde vorig jaar de problemen die tijdelijk personeel (waaronder ook de Nijmeegse postdocs) ondervinden als gevolg van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ), en brachten deze onder de aandacht van het college van bestuur.
‘Een vaste aanstelling is gewoon een beleidskeuze’
Het college stelde daarop een gedragscode op over hoe om te gaan met de WWZ. ‘De situatie is daardoor iets verbeterd’, zegt Mulder. Zo hebben faculteiten nu de mogelijkheid om een soort geclausuleerd contract te geven. ‘Dat is in feite voor onbepaalde duur, zolang je externe financiering weet te verwerven.’
Maar eigenlijk hoeft het geen probleem te zijn om iemand in vaste dienst te nemen, vindt hij. ‘Het is gewoon een beleidskeuze. Als ze het willen kunnen ze het morgen regelen.’