De president van CERN als privégids
Vorig jaar won wiskundestudent Bob Driessen de essaywedstrijd die hoorde bij de Week van het Toeval. Als prijs mocht hij vorige week naar CERN voor een uitgebreide rondleiding, met als privégids-de-luxe Sijbrand de Jong, die naast hoogleraar in Nijmegen ook president van de CERN-Raad is.
Direct toen Driessen de prijsvraag tijdens de Week van de Toeval zag, besloot hij mee te doen. ‘Wanneer kun je anders een hele dag naar CERN? Hier kom je anders toch nooit?’ Hier is in dit geval op honderd meter diepte, in de CMS-detector van deeltjesversneller LHC – het vlaggenschip van CERN. Binnen in die enorme detector botsen normaal gesproken bundels van protonen met de snelheid van het licht tegen elkaar. Nu is het ‘winterstop’ en wordt het gevaarte onderhouden.
‘Het lijkt wel een kunstwerk’
Het hoogtepunt van de toer speelt zich dus af ver onder de grond. Eerder op de dag had CERN-medewerker Arjan Verweij, die alles weet van de magneten in het LHC, de bezoekers al uitgebreid voorbereid op wat er zo diep in de grond verstopt zit. Maar wie de detector – met een doorsnede van zo’n twintig meter – voor het eerst van dichtbij ziet, is hoe dan ook onder de indruk. Zo ook Driessen en zijn studiegenoot Chris van de Ven – die ook mee mocht. ‘Het lijkt wel een kunstwerk. Je kunt er naar blijven kijken. Het in onvoorstelbaar dat er mensen zijn die zo’n enorm apparaat aan de praat krijgen.’
Prijsvraag
Vorig jaar organiseerden de hoogleraren Klaas Landsman (wiskunde) en Ellen van Wolde (theologie) de Week van het Toeval. Onderdeel van die week was een prijsvraag voor medewerkers en studenten van de Radboud Universiteit: schrijf een essay over toeval. Bob Driessen kwam als winnaar uit de bus met dit verhaal en mocht dus naar CERN. Hij nam Chris van de Ven mee als introducé. De rest van het reisgezelschap bestond uit Landsman, Van Wolde en Daan Janssen (als winnaar van de tombola).
Controlroom
Tijdens de rondleiding laten (veelal Nederlandse) medewerkers van CERN tot in detail zien hoe de verschillende onderdelen van het Europese samenwerkingswonder werken – van de magneten in LHC tot de controlroom tot het rekencentrum waar de computerkracht staat. Tussendoor vertelt Sijbrand de Jong veel over de mores en geschiedenis van CERN.
Naast hoogleraar Experimentele natuurkunde in Nijmegen is De Jong ook de president van de CERN-Raad. Omdat hij er al sinds 1990 werkzaam is, weet hij precies hoe de hazen lopen in de Zwitserse grensplaats. Het levert aardige anekdotes op. Zo vertelt hij dat het enorme complex van CERN geen bar meer heeft. Die werd in de vorige eeuw gesloten na – jawel – een schietpartij. De barman had een affaire met een vrouw die getrouwd was met een medewerker van CERN. Dat kwam uit, en de bedrogen medewerker bleek een pistool thuis te hebben.
Hoog bezoek
Ook de ‘protocollaire werkkamer’ van De Jong, die voornamelijk gebruikt wordt voor het ontvangst van hoog bezoek, is de moeite waard. Het was jarenlang de kamer van Nobelprijswinnaar Wolfgang Pauli, die na zijn overlijden zo aardig was om zijn boeken te laten staan. Het geeft een aardige indruk van de interesses en inspiratiebronnen van de Oostenrijker. Driessen herhaalt: ‘Wanneer kom je nou op zulke plekken? Dat was me zonder die prijsvraag nooit gelukt.’
Peter schreef op 19 januari 2017 om 20:22
Mooi stuk zeg Bob Driessen!