Prikkelende suggesties voor het Europese Hof voor de Rechten van de mens
Het EHRM, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, kampt zestig jaar na oprichting met een legitimiteitscrisis. In veel Europese landen is er kritiek op het Hof: het bemoeit zich met te veel zaken, het is te politiek en het laat te weinig ruimte aan nationale overheden. Bovendien is het EHRM stevig overbelast door het grote aantal klachten over mensenrechtenschendingen. Het is dringend nodig om deze problemen aan te pakken. Daarbij moet het EHRM als Europees hoeder van de grondrechten behouden blijven: Europees toezicht op de staten is essentieel om bescherming van de rechten van de mens te waarborgen. Dat benadrukken tweeëndertig Nederlandse (rechts-)wetenschappers in het boek Amici Curiae. Adviezen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dit boek is een initiatief van Janneke Gerards en Ashley Terlouw, hoogleraren fundamentele rechten en rechtssociologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, verbonden aan het onderzoeksinstituut Staat en Recht.
Onvrede
Terlouw: ‘Discussies over de positie van het Hof worden niet altijd constructief gevoerd. Het is tijd voor een meer opbouwende benadering en er is behoefte aan slimme, verrassend ideeën en alternatieve oplossingen. Het boek geeft dat soort oplossingen, verwoord in korte essays.‘ Het boek is bedoeld om politici, journalisten, ambtenaren, wetenschappers en rechters te prikkelen en te inspireren tot vernieuwing. De timing is goed: dinsdag 13 maart debatteert de Eerste Kamer met de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken over de toekomst van het EHRM.
Te veel grondrechten?
Het ERHM – in 1950 opgericht als onderdeel van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens – was destijds bedoeld om verschrikkingen als die van de Tweede Wereldoorlog te voorkomen en Europa te behoeden voor tirannie en communisme. Janneke Gerards, hoogleraar fundamentele rechten: ‘In de loop van de tijd is die taak wel wat veranderd. De hoofdtaak van het Hof is nu eerst en vooral de individuele bescherming van mensenrechten in de landen van Europa.’
Volgens Gerards is er in Nederland veel waardering voor het werk van het Hof, maar wordt er ook met argusogen naar dit rechtscollege gekeken. Op zichzelf vindt ze dat niet vreemd. ‘Het domein van de grondrechten heeft zich de afgelopen decennia erg uitgebreid. Het recht op eigendom omvat tegenwoordig bijvoorbeeld niet alleen meer bescherming tegen willekeurige onteigening van je huis, maar ook intellectuele eigendom, sociale zekerheidsuitkeringen of goodwill. Het is best begrijpelijk als mensen vinden dat niet op al die belangen even zwaar Europees toezicht moet worden uitgeoefend. Maar dat is eerder een uitnodiging om een slimme methode te vinden om mensenrechten te onderscheiden van andere rechten, dan een reden om het EHRM dan maar af te schaffen of aan banden te leggen.’
Precies naar dat soort oplossingen gaan de auteurs van dit boek op zoek.
Meer of minder rechters
De oplossingen die de auteurs aandragen zijn divers en soms zelfs tegenstrijdig. Zo pleit de een voor meer rechters en de ander juist voor minder. Sommigen richten op de aanpak van zaken, de organisatie en werkwijze van het Hof. Zij bepleiten bijvoorbeeld voor ‘intelligente’ procedures, waarbij repetitieve zaken kunnen worden samengenomen en vergelijkbare zaken geclusterd, of een grotere terughoudendheid van het Hof in typisch constitutionele aangelegenheden zoals het kiesrecht. Anderen zijn meer gericht op wat er in de staten moet gebeuren: het zijn de staten waar de schendingen plaatsvinden, dus zij moeten worden bewogen tot oplossing van structurele problemen. Dat kan bijvoorbeeld door financiële prikkels in te stellen, door de nationale mensenrechteninstituten in te schakelen of door nationale rechters betere aanwijzingen te geven over hoe zij de mensenrechten moeten toepassen. ‘Als landen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens beter zouden naleven, dan zouden vergaande ingrepen immers niet nodig zijn, ‘ aldus de redacteuren.
Amici Curiae. Adviezen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Janneke Gerards en Ashley Terlouw (red.)
Met bijdragen van Maurice Adams, Evert Alkema, Hansko Broeksteeg, Antione Buyse, Geert Corstens, Roel Fernhout, Cees Flinterman, Janneke Gerards, Morag Goodwin, Aart Hendriks, Aalt Willem Heringa, Ernst Hirsch Ballin, Heleen Janssen, Piet Hein van Kempen, Martin Kuijer, Reindert Kuiper, Roel de Lange, Rick Lawson, Titia Loenen, Thomas Mertens, John Morijn, Barbara Oomen, Gerritjan van Oven, Eva Rieter, Dirk Sanderink, Roel Schutgens, Joost Sillen, Thomas Spijkerboer, Ashley Terlouw, Wilhelmina Thomassen, Frank Vlemminx, Tom Zwart.
Op 12 en 13 april is er een tweedaagse conferentie in Den Haag georganiseerd door de Onderzoeksschool Rechten voor de Mens over de toekomst van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Op 18-20 april vindt een Europese topconferentie plaats onder Brits voorzitterschap in Brighton.