Promotie op anderhalve meter toch feestelijker dan online
Sinds deze week vinden de eerste promoties weer fysiek in de Aula plaats. Maar de afstandsregels zorgen voor flinke beperkingen. Pijlen, verbodsborden en gemarkeerde stoelen moeten de ceremonies in goede banen leiden. Toch is het promovenda Elja Louer allemaal waard. ‘Dit was echt de kers op de taart.’
‘Die tafel moeten we een stukje opschuiven, dan kunnen de oppositieleden er beter door’. Het is donderdagochtend half tien en bovenaan de grote trap van de aula probeert pedel Nico Bouwman zoveel mogelijk ruimte te creëren rond de ingang van de Academiezaal. ‘De toga’s hangen we daarachter alvast klaar’, wijst hij naar een rek dat voor de Togakamer staat.
Nu bijeenkomsten van maximaal dertig mensen sinds 1 juni weer toegestaan zijn, kunnen promovendi hun proefschrift ook weer lijfelijk verdedigen. Sinds half maart vonden deze nog slechts online plaats, via Zoom. Dat is niet de droomceremonie – sommigen vergelijken de dag van hun promotie met een bruiloft – waar veel jonge onderzoekers naar uitkijken. ‘Het is een verschraling’, vindt Bouwman.
Vanmiddag om half één is de tweede fysieke verdediging sinds de ‘lockdown’, van moleculair wetenschapper Elja Louer. Die komt wel met flinke beperkingen, laat de pedel zien. De belangrijkste: hooguit dertig personen mogen aanwezig zijn. ‘Dat is inclusief de commissieleden, hè! Een promovendus kan dus maar negentien gasten uitnodigen.’ Bouwman rekent voor: ‘De begeleidingscommissie bestaat soms uit vier mensen: twee promotoren en twee co-promotoren. Dan is er de prorector natuurlijk, die voorzit. En verder hebben we in de corona (kring voor vragenstellers, red.) – een geweldig woord toch nu? – plaats voor maximaal vijf mensen.’
De promotoren en copromotoren zitten gewoon in de Academiezaal. Gasten mogen alleen op specifieke plekken plaatsnemen, legt Bouwman binnen uit, wijzend op witte markeringen bovenop sommige rugleuningen. ‘Dat zijn van die beschermdopjes voor onder stoelpoten. Die heb ik gisteren zelf gehaald bij de Wanco (de Nijmeegse doe-het-zelfzaak, red.).’
Stickers
Dertig mensen klinkt weinig, zeker in vergelijking met de soms wel meer dan honderd aanwezigen bij een promotie, maar het is nog een hele klus om dat kleine clubje in goede banen te leiden met de huidige anderhalvemeter-restricties, merkt Bouwman. ‘Gelukkig zijn we zijn gezegend met een ruim en open gebouw, het lijkt er wel voor gemaakt.’ Hij grinnikt. ‘Ja, inmiddels zijn we een beetje logistiek specialisten geworden.’
Overal in het Aulagebouw liggen op de vloer stickers met rode pijlen die de gewenste looprichting aangeven. De twee schuifdeuren van de entree zijn verdeeld in een ingang en een uitgang. Van de wc’s is de helft gesloten.
Al met al is het flink behelpen. ‘Toch ben ik blij dat het zo kan’, zegt promovenda Louer tien minuten voor aanvang van haar verdediging. Met haar proefschrift in de hand staat ze voor het antieke bankje met drie zitplekken bij de ingang van de Academiezaal, samen met haar twee begeleidende paranimfen. Ze kunnen er niet gezamenlijk op gaan zitten voor een foto – de onderlinge afstand is te klein. ‘Ik heb wel overwogen mijn verdediging te verzetten, maar de vraag is wanneer het dan wel zou kunnen met meer aanwezigen. Misschien zijn we dan een jaar verder. Dan zou ik me ook weer moeten inlezen in de nieuwste literatuur.’
Die redenering is niet gek, beaamt pedel Nico Bouwman, want zelfs als bijeenkomsten tot honderd mensen formeel weer mogelijk zijn – hopelijk vanaf volgende maand – is er in de Aula vanwege haar afmetingen maar plek voor maximaal 62 mensen. ‘Dat valt veel mensen tegen ja, als ik ze dat vertel.’
Louer was er vrij snel uit welke gasten ze zou uitnodigen. ‘Mijn familie en schoonfamilie en beste vriendinnetjes, toen zat ik aan het maximum.’ Ze heeft hen allemaal van tevoren aangemeld, een Aulamedewerker checkt bij de ingang vanachter plexiglas of iemand op de namenlijst staat. Andere vrienden en collega’s volgen haar promotie via een livestream vanuit de Academiezaal.
Aardig groot publiek
‘Jullie mogen naar binnen’, gebaart Bouwman om vijf voor half één naar Louer en haar twee paranimfen. ‘Veel succes!’ Prorector Piet Slootweg, emeritus-hoogleraar Pathologie, volgt een paar minuten later. De oppositieleden komen erachteraan – de onderlinge anderhalve meter afstand houden blijft daarbij natte-vingerwerk, zeker als de rij wat stokt vlak voor het plaatsnemen. ‘Weten de promotoren dat ze in het publiek moeten zitten?’ vraagt Bouwman voor de zekerheid nog even aan Slootweg.
De hoogleraar geeft Louer een denkbeeldige handdruk in de lucht
De proefschriftverdediging zelf verloopt bijna als vanouds. Omdat veel gasten gezinsleden zijn, clustert het publiek in groepjes bij elkaar, net als op de caféterrassen de afgelopen dagen. Zo verspreid door de zaal leek het toch nog best een aardig groot publiek, zal Louer achteraf zeggen
De fysieke promoties zullen voorlopig vaak ook nog een online-component hebben, vanwege de vragenstellers die vanwege de coronamaatregelen niet naar Nijmegen kunnen komen. In de regiekamer achter boven de Academiezaal zorgt mediatechnicus Martijn van Uden dat ook dit deel van de promotie soepel verloopt. Een van de oppositieleden vandaag, de Amsterdamse bijzonder hoogleraar Arthur Bergen, stelt zijn vraag bijvoorbeeld vanuit zijn eigen werkkamer via Zoom (net zoals feitelijk iedereen dit al deed bij de online promoties de afgelopen tijd). ‘Ik hoop dat de techniek ons niet in de steek laat’, zegt prorector Slootweg als hij Bergen het woord geeft.
Volgens Van Uden gaat het af en toe mis. ‘Soms hebben mensen moeite om bijvoorbeeld hun geluid zelf goed in te stellen. Vanuit hier kunnen we dan weinig doen, dat is lastig.’ Ook moet hij zorgen dat er video-overleg mogelijk is in de Alfrinkkamer, waar de commissie zich terugtrekt om te besluiten of iemand de doctorsbul verdiend heeft. ‘Die ruimtes zijn daar oorspronkelijk nooit op ingericht.’
Alcoholvrije champagne
Vandaag werkt alles in ieder geval soepel. Ook Louer kwijt zich goed van haar taak en krijgt tegen twee uur ’s middags de bul overhandigd. Niet op het verhoginkje voor de corona, maar over de banken heen reikend. ‘Op corona-afstand’, verklaart promotor Peter Deen het wat ongemakkelijk ogende moment, terwijl hij Louer een denkbeeldige handdruk in de lucht geeft. ‘Gelukkig is het virus dusdanig onder controle dat de verdediging vandaag wel kon doorgaan.’
Met die laatste opmerking is Louer het volledig eens, zegt ze even later beneden in de Aula. ‘Het was erg leuk om te doen, dit was echt de kers op de taart.’ Een volwaardige receptie in de Aula zit er in coronatijd niet in, maar het bureau van de pedel heeft wel een tafel met alcoholvrije champagneglazen neergezet. Bouwman: ‘Zo kan toch even getoost worden op de goede afloop.’ Het tegen elkaar klinken van de glazen blijkt ook meteen een praktisch alternatief voor het gebruikelijke handen schudden en zoenen.
Ook promoties in Senaatszaal
Deze donderdag gaat alles er nog rustig aan toe in de Aula, maar dat zal snel veranderen. Binnenkort worden mogelijk ook promoties gehouden in de kleinere Senaatszaal. In de ruimte met portretschilderijen van de voormalige rectoren aan de muur staan twintig stoelen opgesteld, een beetje als in een examenzaal.
Dankzij deze extra capaciteit zijn er straks mogelijk wel zes promoties per dag, om en om in de Academie- en Senaatszaal. Dat is hard nodig om de opgelopen achterstand in te halen. Ook van de vijftig online promoties die deze maand gepland stonden, zullen er minstens dertig alsnog fysiek plaatsvinden. Het wordt een flinke puzzel om alle groepen in het gebouw dan goed van elkaar gescheiden te houden, beseft pedel Bouwman, maar daarvoor zijn de promoties van deze week mooie oefenmomenten.