Een op de drie Nijmeegse promovendi geeft onderwijs aan studenten zonder dat ze voor of tijdens het onderwijs begeleiding krijgen. Dat is een van de resultaten uit een enquête van de medezeggenschap. Het beeld dat ontstaat is dat promovendi te snel voor de leeuwen worden gegooid.

‘Studenten krijgen vaak les van slecht voorbereide promovendi’, kopte de NOS in april. Uit onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) bleek dat 46 procent van de ondervraagde promovendi niet tevreden was over de begeleiding die zij kregen bij het geven van onderwijs.

Het landelijke onderzoek van ISO en PNN was aanleiding voor de Nijmeegse medezeggenschap om hetzelfde onderzoek uit te voeren op de Nijmeegse campus. In het landelijke onderzoek waren namelijk slechts 13 Nijmeegse respondenten betrokken. De enquête van de PhD Organisation Nijmegen (PON) en de Universitaire Studentenraad (USR) werd maar liefst door 301 promovendi van de Radboud Universiteit ingevuld.

De resultaten geven een zorgwekkend beeld van de begeleiding die Nijmeegse promovendi krijgen bij het uitvoeren van onderwijstaken. 29 procent van de promovendi krijgt voor of tijdens het geven van onderwijs helemaal geen begeleiding. Het algemene rapportcijfer dat docerende promovendi gemiddeld geven voor de begeleiding die ze krijgen is een 5,8. Er worden meer enen dan negens en tienen uitgedeeld (zie figuur).

Veel promovendi, ruim driekwart, worden in hun eerste jaar al voor de leeuwen gegooid. In totaal zijn de meesten 0 tot 20 procent van hun hele promotietraject bezig met onderwijs. Voor 59 procent van de promovendi is dat meer dan in hun contract staat.

‘Dat promovendi meer uren maken voor onderwijs dan gepland, heeft te maken met het gebrek aan begeleiding’, zegt Tim Riswick, die fractielid is voor PON in de Ondernemingsraad. ‘Veel promovendi weten niet goed hoe ze zich moeten voorbereiden op een college, waardoor ze er veel tijd in steken.’

Volgens Riswick, zelf promovendus geschiedenis, is het overigens wel altijd mogelijk om begeleiding te krijgen bij het geven van onderwijs, maar zijn lang niet alle promovendi hiervan op de hoogte. ‘Je kunt vragen of iemand van onderwijsondersteuning tijdens je college komt kijken. Maar misschien zou het zo vrijblijvend niet moeten zijn. Er is een grote noodzaak om een traject te starten voor alle docerende promovendi, zodat niemand zonder begeleiding voor studenten komt te staan.’

Riswick ziet concreet voor zich dat alle promovendi in de toekomst een deelcertificaat halen van de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). ‘Het hele BKO is misschien niet haalbaar, want dat kost te veel tijd. Maar een promovendus die bijvoorbeeld werkcolleges verzorgt, zou zich op dit specifieke vlak moeten scholen.’

Tijdens de Gezamenlijke Vergadering van vandaag bespreekt de medezeggenschap de uitkomsten van de enquête met het college van bestuur.