Protestmars tegen dierproeven: ‘Het is niet te verantwoorden dat zoveel hulpeloze wezens worden gedood’
Ieder jaar sterven er onnodig veel proefdieren op de Nijmeegse campus. Dat vindt de Vegan Student Association Nijmegen, die vandaag een protestmars liep over de campus. De demonstranten kregen steun van de studenten- en ondernemingsraad.
‘Meer dan 8000 proefdieren komen er ieder jaar te overlijden in de laboratoria van de universiteit’, zegt Allard Boumans, secretaris van de Vegan Student Association Nijmegen (VSA) en organisator van het protest. Dat aantal baseert hij op gegevens van het Centraal Dierenlaboratorium zelf. ‘Het is ethisch niet te verantwoorden dat zoveel hulpeloze wezens worden gedood.’ Daarnaast, stelt Boumans, levert onderzoek op proefdieren lang niet altijd betrouwbare resultaten op voor mensen.
‘Het ontbreekt aan beleid om het aantal dierproeven te verminderen’
Vandaar dat de VSA vandaag, op Wereldproefdierendag, protesteert op de campus. De actievoerders verzamelen aan het begin van de middag bij het Centraal Dierenlaboratorium om vervolgens naar het Berchmanianum te lopen, waar het college van bestuur zetelt. Op hun borden staan leuzen als ‘Imagine being cut open alive’ en ‘Pain = pain, no matter how small you are’.
De universiteit moet als vooruitstrevend wetenschappelijk instituut een voorbeeld stellen en een einde maken aan het hoge aantal dierproeven, meent Boumans. ‘Het gaat ons er vooral om dat het ontbreekt aan beleid om het aantal dierproeven op de universiteit te verminderen.’
Medezeggenschap
Dat gebrek aan beleid heeft de medezeggenschap van de universiteit ook opgemerkt. Studentenpartij Green+ diende samen met ondernemingsraadfractie FNV vragen in bij het college van bestuur. Daarnaast schreef de partij met de collega’s van AKKU een notitie, die door de gehele medezeggenschap is ondertekend en op 13 mei, tijdens de Universitaire Gezamenlijke Vergadering (UGV), wordt besproken met het college van bestuur.
Hierin doen zij de oproep om met een strategie te komen waarin ‘helder is welke stappen worden genomen in het reduceren van dierproeven en de transitie naar dierproefvrije innovatie’. Want daaraan ontbreekt het nu, zegt Rebecca van Eijden van Green+. De universiteit schaart zich achter de landelijke ambitie om het aantal dierproeven te verminderen, weet zij. ‘En dat is heel goed. Maar er ligt geen duidelijke strategie hoe dat te doen.’
Expertisecentrum
Ook moet er een expertisecentrum komen dat meedenkt over hoe bepaald onderzoek proefdiervrij gedaan kan worden. ‘Het dierenlaboratorium krijgt alleen geld om dierproeven te faciliteren’, aldus ondernemingsraadvoorzitter en FNV-lid Amarins Thiecke. Van Eijden vult aan: ‘Maar je zou willen dat het lab zichzelf in de toekomst overbodig maakt. Daar kan een expertisecentrum bij helpen.’
Want er zijn genoeg diervriendelijke alternatieven, benadrukt Thiecke. ‘Door te werken met organen of met menselijke cellen, of door te testen op mensen in plaats van dieren – uiteraard met consent, of door meer gebruik te maken van computermodellen.’
‘We begrijpen ook wel dat er niet binnen enkele weken een kant en klaar plan ligt’, relativeert Thiecke. ‘Maar op deze manier blijven we het in ieder geval onder de aandacht brengen bij de leden van het CvB. Zij zijn uiteindelijk verantwoordelijk.’
Diezelfde gedachte overheerst bij Boumans. Gesprekken met de directie van het laboratorium en een handtekeningenactie leverden niet de gewenste verandering op. En dus zullen ze op Wereldproefdierendag aandacht blijven vragen voor het probleem, besluit hij.
Blijft graag anoniem schreef op 3 mei 2024 om 09:00
Ik mis hier een beetje de wederhoor, waarom komt er niemand van het CDL aan het woord, of wat onderzoekers?
De papierhandel die je moet inleveren en laten goedkeuren door een onafhankelijke ethische commissie is haast uitgebreider en strenger dan voor onderzoek met mensen. Terecht (vind ik persoonlijk), omdat mensen ‘nee’ kunnen zeggen als je ze vraagt mee te doen. Je moet in die papierhandel aantonen dat jouw onderzoek voldoet aan ‘Refine, Reduce, Replace’ en dat er dus geen beter model voorhanden is dat beter vertaalt naar de mens. Daarbij is sommig fundamenteel onderzoek sowieso niet onmiddelijk vertaalbaar naar de mens, maar een proces dat je niet goed begrijpt kun je niet goed modelleren buiten een dier. De kennis die je opdoet kan later alsnog van grote waarde zijn voor mensen (of andere dieren).
Is er verbetering mogelijk? Jazeker. Maar dat je ergens op tegen bent betekent niet dat het niet ethisch verantwoorden is.
Dan:
Zoals tijdens een operatie bedoel je? Waar is de bronvermelding naar onderzoek (uitgevoerd in Nederland) waarbij levende dieren worden opengesneden terwijl zij zich daar bewust van zijn? Dit is echt een voorbeeld van dierproeven afschilderen als onmenselijke martelingen, terwijl er ook proefdieren zijn die een beter leven hebben dan veel huisdieren.
Op dit moment zijn veel ex vivo / in vitro / in silico modellen (nog) niet goed genoeg. Is het goed genoeg om een dierproef te vervangen, dan mag je geen dierproef doen! Overigens wordt er in het Radboudumc veel onderzoek gedaan om alternatieve modellen te ontwikkelen; wat voorbeelden:
https://www.radboudumc.nl/en/radboudumc-center-for-infectious-diseases/scientific-research/controlled-human-infection-models/our-models/endotoxemia-model/the-model
https://www.radboudumc.nl/lopende-onderzoeken/malariaonderzoek
https://www.radboudumc.nl/research/verantwoord-proefdieronderzoek/vooroplopen-in-verminderen
Ik raad geinteresseerden aan om een kijkje te nemen op de website van stichting proefdiervrij, die stimuleren dierproef-alternatieven en hebben al veel mooie dingen voor elkaar gebokst. Er staat ontzettend veel feitelijk juiste informatie over dierproeven op hun website. Wellicht het volgende protest in de vorm van een sponsoractie?
Blijft graag anoniem schreef op 3 mei 2024 om 09:50
Ik zie dat er een gedeelte van mijn reactie is weggevallen. Ik haalde achtereenvolgens aan (of nouja, deed een poging):
– De uitspraak over ethische verantwoording/vertaalbaarheid
– De leus over opengesneden worden
– De beschikbaarheid van alternatieven