Radboud Rangers winnen kampioenstitel
Voor het eerst in het tienjarig bestaan van honk- en softbalclub Radboud Rangers wint een team een kampioenstitel. ‘De hele week liep ik met een glimlach op mijn gezicht.’
De Radboud Rangers waren zondag in de stad te vinden. Na de overwinning op de Arnhem Rhinos (uit) is het Heren I-team van de honk- en softbalvereniging verzekerd van een kampioenstitel, ook al is de laatste wedstrijd nog niet gespeeld. Het is de eerste keer dat een team van de Radboud Rangers een kampioenstitel binnenhaalt. Een speciaal moment. Vooral omdat de vereniging dit jaar haar tienjarige jubileum viert.
De wedstrijd van zondag moest en zou gewonnen worden. ‘Het blijft toch een strijd tussen Arnhem en Nijmegen’, verklaart Tom van Haaren namens de Rangers. ‘Of het nou om voetbal of om een andere sport gaat. Daarnaast zijn de Arnhem Rhinos gewoon erg goed, van zo’n goed team winnen is dan extra speciaal.’ Ook al is er de strijd tussen de twee steden, hooligans hoef je langs het honkbalveld niet te verwachten. ‘Hoe hoger je in de competitie komt, hoe gemoedelijker de sfeer,’ vertelt Van Haaren. ‘Het verliezende team erkent dat het winnende team beter is. Je feliciteert elkaar en daarna gaan alle spelers samen een biertje drinken.’
Stil
Eigenlijk was de buit twee weken geleden al binnen. ‘We moesten tegen de nummer twee van de competitie,’ zegt Tom van Haaren. Op weg naar de wedstrijd was het stil, volgens de student Biomedische wetenschappen. ‘Iedereen was gespannen.’ Toen de wedstrijd eenmaal vorderde, kwamen ook de praatjes terug bij Heren I. ‘Tijdens de wedstrijd merkten we dat we even sterk waren als het andere team. Het leidde tot een vier uur durende wedstrijd, een echte uitputtingsslag.’ Uiteindelijk won Heren I met een nipte overwinning. En toen was daar de ontlading. ‘We hebben alleen maar geschreeuwd en gejoeld. De hele week liep ik met een lach op mij gezicht.’
Aanstaande zondag moet het team nog één wedstrijd spelen, voordat het zich officieel kampioen mag noemen. ‘Het wordt een “moetje”. Hoe we er staan weet ik nog niet, waarschijnlijk zijn we dan hartstikke brak. Maar we zullen er staan.’ / Jolene Meijerink