Na de al magere afvaardiging in de vorige kabinetten, is de Radboud Universiteit ook in het derde kabinet Rutte slecht vertegenwoordigd: alleen onderwijsminister Ingrid van Engelshoven is afgestudeerd in Nijmegen.

Op het bordes vandaag is het een feestje voor alumni uit Leiden: opnieuw is deze universiteit – net als in Rutte I en II – de hofleverancier van het kabinet, met vijf bewindslieden. Liefst 22 van de 24 ministers en staatssecretarissen hebben een universitaire studie genoten. Ook in Rutte I en II waren de niet-academici maar mondjesmaat vertegenwoordigd.

In de nieuwe bewindsploeg mag alleen Ingrid van Engelshoven zich een Nijmeegs alumnus noemen: de nieuwe onderwijsminister studeerde in de jaren tachtig bestuurs- en beleidswetenschappen aan de Radboud Universiteit. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven heeft ook affiniteit met Nijmegen: ze voltooide haar propedeuse politicologie in Nijmegen, maar daarna week ze uit naar Groningen.

Eén minister

In de voorbije kabinetten van Rutte was het nauwelijks beter gesteld met Radboudianen. Rutte I telde één minister en één staatssecretaris met Nijmeegse achtergrond, eenzelfde aantal als in Rutte II, met Frans Timmermans als minister van Buitenlandse Zaken. De staatssecretaris in dat kabinet – Co Verdaas – maakte in dat kabinet precies één maand vol: hij struikelde over gedoe met reisdeclaraties in een vorige politieke functie.

Ook al een constante in de bewindsploegen is de uniformiteit van studie-achtergrond: in de drie kabinetten zetten economen, bestuurskundigen, juristen en historici de toon, bewindspersonen met een letteren- of bètastudie zijn in al die kabinetten op één hand te tellen. Uitzonderingen in het huidige kabinet zijn Eric Wiebes – hij studeerde in Delft – en minister Sigrid Kaag, een Arabist met wortels in Leiden.