Radboud Universiteit: van volksverheffer tot duurzaamheidsgoeroe

09 mei 2023

Ooit opgericht om het katholieke volksdeel te verheffen, is de Radboud Universiteit in aanloop naar haar honderdjarig bestaan op zoek naar een andere identiteit. Duurzaamheid is de nieuwe heilige graal. Hoe valt die nieuwe koers te rijmen met haar geschiedenis als emancipatie-universiteit?

Alsof Nederland het WK voetbal gewonnen had, zo moet de sfeer aangevoeld hebben op 17 oktober 1923 in de Nijmeegse binnenstad. Katholieken uit heel het land waren naar de Waalstad afgereisd om samen te zingen en te drinken, terwijl de vlaggen uithingen en in de omgeving zelfs kanonnen werden afgevuurd.

Reden van de feestvreugde was de oprichting van een katholieke universiteit – die was er nog niet in Nederland. Na Leiden, Groningen, Utrecht en twee keer Amsterdam opende in Nijmegen de zesde universiteit van het land haar deuren.

Jarenlang was daarover vergaderd en gesteggeld – over de plek waar die universiteit zich zou vestigen, bijvoorbeeld. Ook het bij elkaar schrapen van een startkapitaal had veel voeten in de aarde. Kwartjes en dubbeltjes die werden opgehaald tijdens collectes onder katholieken, maakten de oprichting mogelijk. Crowdfunding avant la lettre.

Emancipatie

Zoals universiteitshistoricus Jan Brabers schrijft in Een kleine geschiedenis van de Radboud Universiteit, werd het idee van triomf gevoed door een collectief gevoel van ondergeschiktheid onder katholieken. Ook de harde feiten wezen erop dat zij tweederangsburgers waren: katholieken schopten het, onder andere door discriminatie, veel minder vaak tot arts of advocaat.

Tegelijkertijd speelden ook andere motieven een rol: sommige katholieken zagen de oprichting van een katholieke universiteit als een middel om het oprukkende aantal gemengde huwelijken een halt toe te roepen. Immers, waar beter dan aan een katholieke universiteit konden knappe, jonge jongens en meisjes hun eveneens katholieke levenspartner vinden?

De oprichting van de universiteit was de kroon op het werk van de katholieke emancipatie. Toch een soort overwinning dus, al speelde die zich op een heel ander terrein dan een voetbalveld af.

Bij de opening van de universiteit in 1923. Foto: Nationaal Archief/Collectie Elsevier

Machtsrelatie doorgesneden

Honderd jaar na de oprichting is het katholieke geloof op de Nijmeegse campus naar de achtergrond geschoven. Studenten en medewerkers komen tegenwoordig uit alle windstreken en hangen verschillende geloofsovertuigingen aan, of geen enkele. De Studentenkerk aan de Erasmuslaan staat nog fier overeind, maar studenten die niets met religie hebben, zetten er waarschijnlijk hun hele studietijd geen voet over de drempel.

Toch is het in oktober 2020 landelijk nieuws als de Nederlandse bisschoppen plotseling besluiten om het predicaat ‘katholiek’ van de Nijmeegse universiteit af te nemen. De universiteit, die oorspronkelijk als missie had om de katholieken op te stuwen in de vaart der volkeren, raakt van de ene op de andere dag een stukje van haar ziel kwijt.

Hoewel de Nederlandse bisschoppen werden teruggefloten door het Vaticaan – de Paus ziet de Radboud Universiteit nog wél als katholieke instelling – is de formele machtsrelatie tussen het bisdom en de universiteit toch echt doorgesneden. De bisschoppen hebben geen vinger meer in de pap bij de benoeming van toezichthouders van de universiteit.

Ontvlechting

Het moment van de breuk was saillant, voor sommigen zeker ook een beetje pijnlijk, zo vlak voor de honderdste verjaardag van de universiteit. Het was bovendien niet de enige grote levensgebeurtenis in de recente universitaire geschiedenis.

De breuk met de bisschoppen was immers het gevolg van de beslissing van universiteit en ziekenhuis om los van elkaar – onder twee aparte stichtingen – verder te gaan. Door die ‘bestuurlijke ontvlechting’ heeft ieder nu eigen toezichthouders, in plaats van dat ze als broer en zus in de gaten worden gehouden door één voogd.

Vervroegde viering van de eerste dies natalis. De academische senaat op de trap in De Vereeniging. Rechtsboven in het doorkijkje leunt Bernard Molkenboer. Foto: KDC Nijmegen

Toekomstbeeld

Daar staat de universiteit dan, in haar uppie, aan de vooravond van haar honderdste verjaardag. Krabbend achter de oren vraagt ze zich af: wie ben ik eigenlijk?

‘Het is een uitgelezen moment om daar eens rustig voor te gaan zitten.’ Aan het woord is Walter Breukers. Hij geeft onderwijs aan de Radboud Honours Academy en vormt de helft van een duo met zijn oude studievriend Jaap Godrie. De twee zijn niet makkelijk in een hokje te stoppen. Ze schrijven boeken, maken schilderijen en adviseren organisaties om ‘vastgeroest denken te doorbreken’. Breukers is opgeleid als filosoof en biomedisch wetenschapper, Godrie als historicus en kunstenaar.

In aanloop naar het honderdjarig bestaan van hun alma mater deden ze een aanvraag voor een subsidie bij de Stichting Reinier Post, om een toekomstbeeld te schetsen voor de Radboud Universiteit. Wat maakt Radboud? Die vraag wilden ze beantwoorden in een boek. Ze gingen ervoor met tientallen medewerkers en studenten in gesprek.

Opmerkelijk stil

Tijdens die gesprekken viel iets op. ‘Op een honderdste verjaardag kijk je terug én vooruit’, licht Godrie toe. ‘Over de geschiedenis van de Radboud Universiteit is al veel gezegd en geschreven, maar als we mensen vroegen naar de toekomst van de universiteit, bleven ze opmerkelijk stil.’

Terwijl: een universiteit heeft een toekomstbeeld nodig. Iets om naar te streven, zeggen de twee. Breukers: ‘De stichting van deze universiteit is voortgekomen uit zo’n droom. Die maakte het mogelijk risico’s te nemen en moed te tonen. Je hebt een toekomstbeeld nodig ter inspiratie voor bijzondere daden.’

‘Voor de universiteit is het zinvol na te denken wat ze in de samenleving wil betekenen’

De huidige tijd schreeuwt volgens Breukers en Godrie opnieuw om lef – een sprong in het diepe. Immers: we leven in een tijd waarin de ene crisis de andere opvolgt. ‘De samenleving verandert razendsnel’, zegt Godrie. ‘Voor de universiteit is het zinvol na te denken wat ze daarin wil betekenen. Wie ben ik en wat kan ik doen? Daarop reflecteren, zit in het DNA van de Radboud Universiteit.’

De priorgeneraal van de karmelieten met een wierookvat bij het schilderij van Titus Brandsma. Rome, mei 2022. Foto: Dick van Aalst

Rentmeesterschap

Met die vragen ging de universiteit de afgelopen anderhalf jaar aan de slag in zogenoemde dialoogsessies, onderdeel van een identiteitstraject. Medewerkers, studenten en andere betrokkenen spraken met elkaar over de identiteit en eigenheid van hun universiteit. Met de input uit die sessies wil het college van bestuur binnenkort een verhaal over haar eigen identiteit en toekomst presenteren.

‘Honderd jaar geleden zijn wij door de Sint-Radboudstichting opgericht met een speciale missie: het emanciperen van het katholieke volksdeel’, zegt collegevoorzitter Daniël Wigboldus. ‘Voor mij betekent dat ook dat je nu nadenkt over onze missie van nu. Daar is onze huidige missie uit voortgekomen: het bijdragen aan een gezonde, vrije wereld, met gelijke kansen voor iedereen.’

‘Als rentmeester zouden we de wereld mooier moeten achterlaten dan we haar aantroffen’

Dat is niet zomaar een kreet die het goed doet bij de pr-afdeling. Wigboldus: ‘Hij is gegrond in het idee dat de wereld niet van ons is, maar dat we er wel voor verantwoordelijk zijn. Katholieken noemen dat met een mooi woord “rentmeesterschap”. Als rentmeester zouden we de wereld mooier moeten achterlaten dan we haar aantroffen.’

‘Je bent nodig’

Dat die missie een prominente plek krijgt in het nieuwe toekomstverhaal van de Radboud Universiteit, is een zekerheidje. De instelling heeft daar de afgelopen jaren bovendien al op voorgesorteerd door volop de schijnwerpers te zetten op haar eigen duurzaamheidsidealen.

Er verschenen ronkende advertenties in kranten en op sociale media en er kwamen zelfs spotjes op de landelijke tv en in de bioscoop. Kijkers werden geconfronteerd met in netten verstrikte schildpadden, een brandende wereldbol en affiches van kinderarbeid, steevast eindigend met de slogan ‘Je bent nodig’ en het logo van de Radboud Universiteit.

Op die uitingen kwamen niet alleen maar lofzangen. Zo vroegen critici zich hardop af of het wel aan een universiteit is om wereldverbeteraartje te spelen. ‘Sinds wanneer is een universiteit een influencer die je koopschaamte aanpraat’, vroeg journalist Enith Vlooswijk zich af in de Volkskrant. Volgens haar is dat slecht voor het onafhankelijke imago van een wetenschappelijke instelling.

‘Sinds wanneer is een universiteit een influencer die je koopschaamte aanpraat’

Die spanning voelt Wigboldus heel goed. ‘Begrijp me niet verkeerd. Academische vrijheid staat aan onze universiteit op één. Wetenschappers mogen en moeten hun eigen nieuwsgierigheid volgen. Dat is cruciaal. Maar het onderzoek dat ze doen en het onderwijs dat ze geven, doen ze om de wereld beter te maken. Dat maken wij expliciet. Bovendien werkt het kiezen van een profiel voor een universiteit sturend bij het nemen van toekomstige beslissingen.’

Rectoraatsoverdracht Sipke Geerts aan Ton Vendrik, 1966, in de Aula aan de Wilhelminasingel. Foto: KDC Nijmegen

Offers brengen

De focus van de Radboud Universiteit in haar missie op gezondheid, is volgens Breukers en Godrie goed te verklaren. De term die vaak terugkomt in hun boek is “het geheel”. Het Engelse woord voor gezondheid, health, betekende oorspronkelijk ook “geheel”, stipt Godrie aan. Breukers: ‘Typisch voor de katholieke wetenschapsopvatting is om het geheel binnen alle disciplines te blijven zien. Niet versplinteren, maar juist de samenhang tussen vakgebieden in beeld proberen te krijgen.’

Vooral jonge artsen van het Radboudumc zijn daarin fanatiek, merkten Breukers en Godrie. Die artsen zien dagelijks de gezondheidsproblemen van patiënten die het gevolg zijn van stress, armoede, slecht eten, weinig beweging. Breukers: ‘Ze schrijven medicijnen voor, maar kunnen het achterliggende probleem niet oplossen. Dat ligt dáárachter, in de maatschappij. Artsen zijn daarom op zoek naar een bredere opvatting van gezondheid.’

Katholieke karakter

Dat lijkt deels voort te komen uit het katholieke, stellen Breukers en Godrie. ‘Dat er iets is dat het individuele overstijgt, waar je offers voor kunt brengen, waarvoor je iets wilt doen of laten, dat zit verweven in de geschiedenis van Radboud.’ Ze wijzen daarbij op de oprichting, mogelijk gemaakt met katholiek geld, maar ook op bijvoorbeeld de verzetsdaden van filosofiehoogleraar Titus Brandsma tijdens de Tweede Wereldoorlog, die hem zijn leven kostten.

Ook Jurijn Timon de Vos, die als promovendus historisch onderzoek doet naar de katholieke identiteit van de universiteit, ziet dat er bruggen te slaan zijn tussen de katholieke traditie en de duurzaamheidsambities van nu. ‘Je kunt de katholieke emancipatie lezen als: iets extra’s toevoegen aan de samenleving. Voorheen kreeg dat vorm in het opleiden van katholieke artsen en advocaten. Nu krijgt het vorm in bekommernis om de schepping – noem het duurzaamheid of rentmeesterschap.’

De Vos wijst op Laudato Si’, een encycliek uit 2015, waarin paus Franciscus oproept om goed om te gaan met de aarde en de armen. Een nieuw instituut van de Radboud Universiteit, dat wetenschappers en geestelijken samenbrengt om na te denken over duurzaamheid, is naar dit pauselijk boekwerk vernoemd.

Bedrijfskunde

Maar je hoeft nu ook weer niet op alles wat de universiteit doet haar katholieke signatuur te plakken, vindt De Vos. ‘Natuurlijk is de missie van de universiteit en de terminologie die daarbij komt kijken, inwisselbaar.’ Ook op de universiteit hebben ze verstand van bedrijfskunde – het in de markt zetten van hun instelling, wil De Vos maar zeggen.

‘Katholiciteit wordt nergens ingeruild voor duurzaamheid’

Maar waar het hem om gaat, is dat duurzaamheid en het katholieke elkaar niet in de weg hoeven te zitten. Integendeel, ze kúnnen elkaar zelfs versterken. De Vos vermoedt dat het universiteitsbestuur op die lijn zit. ‘Let maar op: katholiciteit wordt nergens ingeruild voor duurzaamheid. Zoals de universiteit het nu stelt, geeft ze gewoon een andere vorm aan haar katholiek geïnspireerde, emancipatoire karakter, zoals dat door de tijd altijd is gebeurd. Dit is misschien allemaal weinig wereldschokkend, maar wel behoorlijk katholiek: vanuit de traditie eigentijdse accenten zetten.’

Inzegening der kruisbeelden door de latere aartsbisschop Mgr. Bernard Alfrink, bij de opening van de Faculteit der Geneeskunde op 17 oktober 1951. Alfrink wordt geassisteerd door hoogleraar Missio logie Alphons Mulders. Foto: J.F.M. Trum (Persbureau Gelderlander)

Op een kansel

En dat zal ook altijd blijven gebeuren, als het aan Godrie en Breukers ligt. Sterker nog: er mag wat hen betreft nog wel een schepje bovenop. ‘Juist vanwege het DNA van deze universiteit, zouden de komende decennia weleens perfect bij Radboud kunnen passen’, stelt Godrie. ‘Gezien haar karakter kan Radboud een inspirerend voorbeeld zijn voor andere universiteiten.’

Dat vergt enige toelichting. Breukers: ‘De afgelopen veertig jaar is de samenleving sterk geïndividualiseerd. Het individuele belang ging boven dat van het collectief.’ Een van de uitwassen daarvan was de hyperconcurrentie – ook tussen universiteiten. ‘En daarom plaatste de Radboud Universiteit een olympisch podium in haar logo voor het nieuwe bestuursgebouw.’ Radboud moest mee in de neoliberale stroom. ‘Maar dat past van oudsher niet bij haar. Dat kun je beter aan de Erasmus Universiteit overlaten.’

Er is weer behoefte aan een inspirerend toekomstbeeld, zien Breukers en Godrie. De samenleving wil als collectief opnieuw ergens heen. En laat Radboud zich nu net uiterst comfortabel voelen op een kansel, oproepend tot behoud van de planeet. ‘Daarbij voelt ze zich op haar gemak.’

Samenwerken

Maar de universiteit wil niet alleen prediken, ze wil ook doen. Omdat je het redden van het klimaat of het oplossen van de sociale ongelijkheid niet in je eentje voor elkaar kunt boksen, zou het verstandig zijn te mikken op samenwerking in plaats van concurrentie. De Radboud Universiteit heeft daarin de tijd mee, stellen Breukers en Godrie. ‘Allerlei eigenschappen die Radboud zichzelf toedicht – informaliteit, bescheidenheid, vriendelijkheid, collegialiteit – worden in het westen van het land misschien als soft bestempeld, maar zijn cruciaal als je gaat samenwerken.’

Je zou het haast kunnen vergelijken met een potje voetbal, waarbij het beste team niet altijd bestaat uit de elf beste individuele spelers. Het gaat er ook om of de teamgenoten het beste in elkaar naar boven halen. Maar veel verder moeten we de analogie niet doortrekken – bij de wedstrijd die de Radboud Universiteit speelt, staat immers iets veel belangrijkers op het spel dan een kampioenstitel; u weet wel: die gezonde, vrije wereld, met gelijke kansen voor iedereen.

Het boek Wat maakt Radboud? van Walter Breukers en Jaap Godrie is hier gratis te downloaden.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

1 reactie

  1. john hacking schreef op 12 mei 2023 om 11:18

    De universiteit heeft zeker idealen nodig. Wetenschappers die gepassioneerd hun vak beoefenen en zo een bijdrage leveren aan een maatschappij die daardoor beter kan worden, duurzamer, rechtvaardiger, met een toekomstperspectief voor alle deelnemers. Ook de uitgeslotenen, de verworpenen, de vluchtelingen, de mensen die in het maatschappelijk debat niet of nauwelijks meetellen. Ps. in de Studentenkerk komen niet alleen religieus georiënteerde studenten. De helft is zeker niet of nauwelijks religieus. Studenten en medewerkers die denken dat de Studentenkerk er alleen is voor religieus georienteerde studenten en medewerkers kijken niet verder dan hun neus lang is. Dat is een gemiste kans. Bezoek de website maar eens als je n1et durft binnen te lopen. Centraal staan voor vragen rond zingeving en levensinvulling. Dat kan op religieus gebied maar hoeft niet. Welkom!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!