Student bestuurskunde Peter Raaijmakers (21) kan een van de jongste wethouders van Nederland worden. Hij werd door zijn partij naar voren geschoven, na succesvolle verkiezingen in de gemeente Sint-Michielsgestel. Ondanks zijn leeftijd, voelt hij zich klaar voor de functie.

Hij is nog bezig met zijn master bestuurskunde aan de Radboud Universiteit, maar Peter Raaijmakers (21) kan nu al wethouder worden. In de Brabantse gemeente Sint-Michielsgestel deed zijn partij Politieke Plaatselijke Alliantie (PPA) het zo goed tijdens de gemeenteraadsverkiezingen, dat het een tweede wethouder mocht aanwijzen. Daarvoor werd Raaijmakers naar voren geschoven, iets wat zijn partij op veel kritiek van andere partijen kwam te staan. Hij zou veel te jong zijn. Zelf blijft hij rustig: ‘Volgens mij ben ik er klaar voor.’

Jongste raadslid van Nederland

Waar veel studenten pas tijdens hun studie kiezen voor de politiek, deed Raaijmakers het juist andersom. Op zijn zeventiende werd hij gekozen als gemeenteraadslid en op zijn achttiende officieel beëdigd. Daarmee was hij het jongste raadslid van Nederland. ‘Ik ben daarna bestuurskunde gaan studeren, juist omdat ik in de politiek zat. Dat leek me wel een goede combinatie.’ De politiek was volgens hem niet per se een jongensdroom. ‘Maar ik ben nu al een aantal jaar bezig en het geeft veel voldoening.’

‘Ik ben daarna bestuurskunde gaan studeren, juist omdat ik in de politiek zat’

Naast zijn politieke werk als raadslid, deed Raaijmakers dus ook een studie bestuurskunde. ‘Het fijne van student zijn, is dat je baas bent over je eigen tijdsindeling’, zegt hij daarover. ‘Als wethouder wordt dat wel anders natuurlijk. De tijdbelasting is veel groter.’ Toch is hij niet bang dat zijn studie er onder lijdt. ‘Ik ben nu bezig met mijn master, dat zal misschien wat langer duren, maar verder gaat dat goedkomen.’ Over zijn snelle klim op de politieke ladder – Raaijmakers kan een van de jongste wethouders ooit worden – lijkt hij al evenmin ontdaan: ‘Als zoiets op je pad komt, dan moet je de knoop doorhakken en tegen jezelf zeggen: ik ga er gewoon voor.’

Niet op kamers

Om zich heen ziet Raaijmakers meer studiegenoten die politiek actief zijn. Waar veel van hen gaan voor een politieke functie in Nijmegen, heeft Raaijmakers dat nooit overwogen. ‘Ik heb mijn hele studententijd thuis gewoond, heb niet zoveel met het studentenleven.’ Dat hij zeker niet meer op kamers kan wanneer hij wethouder wordt – wethouders worden immers geacht binnen hun eigen gemeente te wonen – vindt hij dan ook niet erg. ‘Als raadslid was op kamers gaan al niet handig. Als wethouder al helemaal niet meer.’